de Volkskrant, 4 maart 1995

HOMO LUDENS: DESCENT

 `Descent begint waar Doom ophoudt', roepen de computergame-junkies. Dat belooft veel en stelt dus ook teleur. Descent is weliswaar de nieuwste rage maar tegen de kracht van Doom kan het vooralsnog niet op. Behalve wat betreft de bewegingsvrijheid. Alleen daarom kan het spel een doorbraak genoemd worden. Het scenario is zoals bij de meeste computerspelletjes gaapverwekkend saai. De mensheid dient weer eens van de ondergang gered te worden en de speler moet zich daartoe in de krochten van een aantal mijnen begeven waar hij wordt opgewacht door een futuristisch ontvangstcomité van geavanceerde robots die hem aan flarden trachten te schieten. Daar gaat het dus allemaal niet om.
 Computerspelletjes worden vervaardigd door technici en het zijn ongetwijfeld beste mensen maar in de praktijk mag je er niet al teveel creativiteit van verwachten. Belangrijker is dan ook de techniek die in Descent wordt toegepast en die in een veel later stadium en andere handen wellicht tot mooie scheppingen kan leiden. De effecten van die techniek zijn verbluffend. Zo lazeren we tijdens het spelen een paar keer bijna van onze stoel omdat Descent een scala aan evenwichtsstoornissen teweeg brengt. Wie in de bioscoop wel eens verbaast heeft geconstateerd dat zijn lichaam reageert op spectaculaire camerabewegingen in actiescènes mag bij het spelen van Descent wel een veiligheidsgordel gebruiken. Dat is dus een voorbeeld van slim technisch ontwerp aangezien de impact van een computerbeeldschermpje natuurlijk niet op kan tegen de overweldigende indruk van een bioscoopscherm.
 De aangename desoriëntatie ontstaat door de absolute bewegingsvrijheid en de kiene omgeving. Kan de speler bij de meeste spelletjes slechts over een of twee assen bewegen, links en rechts of voor- en achteruit, de makers van Descent hebben daar nog een derde aan toegevoegd: op en neer. En natuurlijk wat daartussen zit: diagonaal. Met als gevolg dat de speler het gevoel heeft te zweven. Om dat effect te versterken is de omgeving waarin het spel zich afspeelt ook volledig in drie dimensies uitgevoerd. Het gangenstelsel waarbinnen een route afgelegd moet worden strekt zich in alle mogelijke richtingen uit. Na drie minuten is absoluut onduidelijk wat onder-, boven- of zijkant is. Het spel kan bovendien met meerderen tegelijk op een netwerk beleefd worden of met zijn tweeën via een modemverbinding. Het tafereel dat zich dan op het scherm afspeelt doet nog het meeste denken aan een ballet. Het blijkt erg aangenaam om samen op te vliegen in gracieuze bewegingen. Alleen jammer dat het zicht op de anderen beperkt blijft tot het zien van hun ruimtevaartuigen. Dat maakt de ervaring onpersoonlijker. De enige poppetjes die in beeld verschijnen zijn van gijzelaars die ontzet moeten worden.
 Descent kan gespeeld worden met het toetsenbord maar dat vereist de vingerbeheersing van een pianist. Er zijn alleen al tien toetsen nodig om het ruimtevaartuig waarin de reis wordt afgelegd in alle mogelijke richtingen te manoeuvreren. Daar komt dan nog eens handvol toetsen bij om de wapens te selecteren dan wel te gebruiken. Dus togen we naar de computerwinkel om het nieuwste spelattribuut aan te schaffen: de Cyberman, een soort kruising tussen muis en joystick die volgens de verkooppraatjes zogeheten tactile feedback geeft. Als je tegen een muur opbotst dan hoor je en zie je dat niet alleen maar met de Cyberman voel je het ook omdat een motortje in het apparaat weerstand begint te bieden. Eenmaal thuis blijken we niet alleen bijna tweehonderd gulden armer maar ook een frustratie rijker. Hoe we ook prutsen, de Cyberman weet aan Descent niet meer toe te voegen dan de gemiddelde muis van twee tientjes. De enige tactile feedback die we ontvangen is kramp in de vinger- en armspieren van de belabberde ergonomie. Bij een ander spel blijkt het effect wel opgeroepen te worden maar ook dan is het een afknapper. Spelen met de Cyberman geeft hooguit het gevoel voortdurend een vibrator in de hand te houden. We ervaren niet het botsen maar een belabberde handpalmmassage. De Cyberman de volgende dag dus omgeruild voor een volwassen joystick die slechts de helft kost. Dat blijkt een verademing. Descent kan zoals gezegd met muis en toetsenbord gespeeld worden maar het echte zweefgevoel komt pas naar boven met de joystick. Overigens lezen we drie dagen na het Cyberman-debâcle via de fanclub op Internet dat er nieuwe software voor Descent is uitgebracht die wel goed met het apparaat samenwerkt. De enige troost is dat een dergelijke bewering ook bij de vorige versie werd gedaan.
 Het meest opvallende is overigens dat Descent al tot een rage heeft geleid terwijl het spel nog niet eens is uitgebracht. Er is alleen een demonstratieversie beschikbaar die gratis via Internet en bulletin boards wordt verspreid. De ervaring leert dat dergelijke zogeheten shareware een goed beeld geeft van het spel en dat de commerciële versie vrijwel nooit iets aan de essentie toevoegt maar wel uitermate in trek is bij spelers die inmiddels een verslaving hebben ontwikkeld. En verslaafden creëer je door het middel eerst gratis te verstrekken. Dat weet iedere pusher. Die gratis verstrekking heeft voor de computeraar overigens tal van voordelen. Alleen dat al is een reden om uiteindelijk het commerciële spel aan te schaffen. Zoveel vrijgevigheid mag niet onbeloond blijven.

Francisco van Jole


NB: Deze tekst bestaat uit ongecorrigeerde kopij en is eigendom van Francisco van Jole. Er is geen enkele garantie dat tekst en publikatiedatum overeenstemmen met de gedrukte versie. Gedrukte artikelen zijn op te vragen bij de documentatiedienst van de Volkskrant. Verdere verspreiding of gebruik niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Geraadpleegde bronnen

Home