de Volkskrant, 7 januari 1995

HOMO LUDENS: CAPTURE THE FLAG

 Een spelletje spelen op de computer is zoiets als vrijen in een auto. Leuk om een keer te doen of gedaan te hebben maar je moet er niet aan denken dat het daar altijd zou moeten plaatsvinden. Er gaat immers niets boven een slaapkamer of een grasveld. De enige volksstam die dat niet begrijpt is de Amerikaanse. Dus maken Amerikanen auto's zo groot als slaapkamers en computerspelletjes die zich afspelen in de vrije natuur. `Sprint door beboste gebieden, spring over stromende beken, klim over hekken en ren over akkers op zoek naar de vlag van de tegenstanders in een wanhopige strijd om hun vlag te bemachtigen voordat ze de jouwe grijpen.' De documentatie laat er geen twijfel over bestaan: `Capture the flag' is voor computeraars wat een dropping is voor kamperende kinderen. Het won een aantal onduidelijke prijzen en kreeg lovende recensies. Het spel wordt met zoveel enthousiasme voor het buitenleven aangeprezen dat de neiging ontstaat om naast de computer maar meteen een kampvuur te ontsteken. Overigens geen gek idee want daar kan het spel na een korte kennismaking dan met een mooie boog ingeworpen worden.
 Capture the flag is gebaseerd op het gelijknamige kinderspel waarbij twee teams in de open lucht elkaars vlag moeten zie te vinden en veroveren. Het lijkt op een combinatie van `vossejacht' en verstoppertje spelen. Hoe onoverzichtelijker het terrein, hoe leuker het spel. Nu kun je van een computerbeeldscherm veel zeggen maar niet dat het onoverzichtelijk is. Daar heeft de maker echter wel wat op gevonden. Het speelscherm is zo vol gepropt met overzichtskaarten, statistieken, menu's en andere aanwijzingen dat het lijkt op digitaal kreupelhout. Alleen jammer dat dāt nou net niet de bedoeling was. Het spel is er een van de strategische soort en lijkt nog het meest op een complexe digitale variant van het bordspel Stratego. Er kan zowel tegen de computer gespeeld worden als tegen een mens. En geen van beide methodes deugen. De eerste niet omdat het helemaal niet leuk is om tegen een computer te spelen. Een computer bijt niet in het stof, straalt geen wanhoop uit bij een naderende nederlaag, kan irritant goed tegen verlies en geniet nooit van een overwinning of slimme zet. Kortom, een computer ontbeert alles wat een tegenstander tot tegenstander maakt. Spelen is een plezierige vorm van martelen en dat laatste is nooit leuk als het slachtoffer geen krimp geeft. Een andere mogelijkheid is om het spel samen met - dus tegen - iemand anders te spelen. Ik weet niet hoe de maker zich gedraagt in de omgang met anderen maar het heeft in mijn ogen alleen maar zin als je allebei een blinddoek omdoet. De een mag immers niet zien wat de ander doet. Echt gezellig zal het op die manier nooit worden achter het toetsenbord: `Niet kijken! Niet kijken!' Een computer is namelijk niet gemaakt voor twee mensen. `Samen spelen' achter het scherm is net zo frustrerend als rijden in een auto met dubbele bediening.
 Toch is Capture the Flag, dat dateert uit 1992 en in computertermen dus reeds antiek is, een grappig spel. Niet vanwege het spelen maar vanwege de manier van maken en verspreiden. Capture the Flag wordt uitgegeven door Carr Software in het Californische Merced. Dat klinkt heel gewichtig maar het hoofdkantoor van Carr Software zou wel eens niet meer dan een zolderkamer kunnen zijn. Directeur van Carr Software is Richard Carr. En hij is tevens de programmeur en waarschijnlijk chef van de verkoopafdeling en magazijnmeester. Hoewel dat laatste niet helemaal zeker is want in het spel zitten dankbetuigingen verwerkt aan Kathy Carr en Thomas Carr sr., wat waarschijnlijk de ouders van de maker zijn. Van een volwassene verwacht je immers geen uitleg in de handleiding over waarom het bedrijf gevestigd is in een postbus: `Dat is handig want dan blijft het ongewijzigd bij een eventuele verhuizing'.
 Richard Carr heeft 2600 uur, oftewel 65 werkweken, gestoken in het maken van Capture the Flag en het vervolgens uitgegeven als shareware, een vriendelijke vorm van uitgeven in eigen beheer. Het komt er op neer dat het programma gratis verkrijgbaar is en wordt verspreid via computernetwerken of goedkope verzamel cd-rom's. Wie het spel na de kennismaking echt wil hebben, maakt een bedrag over naar de maker en ontvangt vervolgens extra's als uitbreidingen, aanvullende documentatie en een gerust geweten. Er zijn tienduizenden van dergelijke shareware-programma's waaronder een groot aantal spelletjes. In de Verenigde Staten werkt die methode naar verluidt erg goed. In Nederland slaat zo'n gewetensvolle benadering minder aan: het spel wordt gespeeld maar het geld wordt meestal ergens anders aan besteed.
 Het aardige van shareware is dat het iedereen in staat stelt een eigen uitgeverij te starten. Wie wel eens een spel bedenkt, loopt altijd tegen de vrijwel onneembare barričre van verspreiding op. Er zal een gerenommeerde uitgever gevonden moeten worden die bereid is het spel op de markt te brengen. En het probleem met uitgevers is dat ze dat vrijwel nooit doen. Shareware neemt die frustratie weg. Een ieder die een idee heeft kan dat zelf realiseren en de wereld insturen. Zo ook Richard Carr. Wie het resultaat ziet, begrijpt de uitgevers. Ware het niet dat die zelf weinig beters op de markt brengen. De grote verdienste van Carr en de zijnen is dan ook dat ze je een heleboel geld besparen.

Francisco van Jole


NB: Deze tekst bestaat uit ongecorrigeerde kopij en is eigendom van Francisco van Jole. Er is geen enkele garantie dat tekst en publikatiedatum overeenstemmen met de gedrukte versie. Gedrukte artikelen zijn op te vragen bij de documentatiedienst van de Volkskrant. Verdere verspreiding of gebruik niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Geraadpleegde bronnen

Home