De droom van teleshoppen is hardnekkig

Eindelijk is het dan zover. In de staat Massachusetts heeft een kabelexploitant een contract gesloten met een groot reclamebureau. Televisiekijkers zijn daardoor in staat via hun scherm informatie over producten op te roepen. Het werkt echt goed. Zo is er het voorbeeld van een man die - terwijl hij zat te wachten tot zijn vrouw zich aangekleed had om uit te gaan - informatie opvroeg over het nieuwe model Ford Escort en zo onder de indruk was dat hij er diezelfde dag prompt nog een kocht.

Bovenstaand voorbeeld is een ruwe samenvatting van een artikel uit 1983 in het blad Popular Mechanics. De term teleshoppen moest wellicht nog bedacht worden, maar het verlangen en rotsvaste vertrouwen was er reeds. Als mensen maar in staat zijn om via hun televisie producten te bestellen, dan wordt dat automatisch een groot succes. Dat wil de mythe althans. Het behoeft nauwelijks toelichting dat bovenstaand project een stille dood is gestorven.

Tegenwoordig lijkt het alsof het teleshoppen is uitgevonden dankzij Internet - ook al koopt vrijwel niemand iets via het netwerk - maar het idee is al veel ouder. Begin jaren tachtig was er Viditel, een computer die werd aangesloten op de televisie en de telefoon. Je kon er onder meer tegen betaling informatie mee opvragen en als ik me niet vergis ook dingen mee kopen. Viditel is niet meer. Maar de verhalen leven voort. Alleen is het woord Viditel nu vervangen door Internet.

Eigenlijk is het wel grappig, de toepassingen slaan niet aan en belanden op de vuilnishoop, maar de verhalen en ideeën erover blijken onsterfelijk. Wie wat in geschiedenisboeken snuffelt vind hoopvolle verwachtingen over teleshoppen en varianten daarop ook al in de jaren twintig, en zelfs aan het einde van de vorige eeuw.

De verkooppraatjes voor teleshoppen worden meestal verteld door mannen van boven de veertig. Die denken dat winkelen vervelend is. Terwijl er op zondag in het centrum van Rotterdam geen doorkomen aan is vanwege de horden 'funshoppers'. Funshoppers vinden winkelen een leuk tijdverdrijf, teleshoppers vinden het juist vervelend en tijdrovend. Volgens mij klopt er dus iets niet, maar op het gemiddelde congres over 'modern leven' hoor je de verhalen gewoon door elkaar.

Teleshoppen is een voorbeeld van een droom die wordt geïnspireerd door technologie en zich niet laat weerhouden door observaties over menselijk gedrag. Het is de moderne variant van rollende trottoirs. Toen de mechanisatie haar opmars begon, ontstonden al snel fantasieën over steden waar de trottoirs vervangen waren door transportbanden. Mooier kon niet. Tegenwoordig zie je die dingen alleen op luchthavens.

Een mooi overzicht van dergelijke technologische illusies geeft het Dead Media Project op Internet. Liefhebbers verzamelen daar informatie over media die geen functie meer vervullen of dat nooit gedaan hebben. Interactieve televisie bijvoorbeeld. Zo is er de Zenith Phonevision, het eerste televisiesysteem voor pay-per-view, op de markt gebracht in 1951. Er zijn nog primitievere varianten, als de Reichspost Bildphon bijvoorbeeld uit 1936. Die kon beelden via een telefoonlijn verzenden. Begin jaren negentig waren daar in de Primafoon-winkel nog varianten op te koop. Nooit wat geworden.

De droom van teleshoppen is hardnekkig omdat het fundament van de utopie verscholen ligt. Bij alle promotieverhalen ligt de nadruk op de consument die thuis kan blijven. Maar in werkelijkheid gaat het er natuurlijk om dat juist de verkoper dat kan doen. Hij kan al zijn spulletjes verkopen zonder zelfs maar een winkel te hebben. Het voordeel voor de verkoper is dan ook vele malen groter dan dat van de koper. Zo gauw dat omgekeerd is, kan teleshoppen misschien wel eens een succes worden. Ik schat ergens eind volgende eeuw.

  

Francisco van Jole

Uit de Volkskrant van 29 november 1997


Index columns Digitaal

Home