Twijfelaars voeren geen bombardementen uit

Er is tussen twee landen die vestigingen van McDonald's hebben nog nooit oorlog uitgebroken. Oftewel, er is hoop voor mensen en niet voor koeien. De McDonald's-wereldvrede, bedacht door het bedrijf zelf, is een variant op wat de Amerikaanse president Clinton in 1994 stelde in zijn State of the Union: 'Democratieën vallen elkaar niet aan.' Er zou tussen twee democratische staten namelijk ook nog nooit oorlog zijn gevoerd.

De observaties doen in de verte denken aan het ideaal van dr. Zamenhof, die het Esperanto ontwierp: als mensen elkaar kunnen verstaan en ontdekken dat ze dingen gemeen hebben, zullen ze minder geneigd zijn elkaar af te slachten.

De afgelopen week berichtten Amerikaanse media over jonge Arabieren die via Internet de overheidscensuur in hun landen omzeilen. En niet eens om alleen maar porno te consumeren. Een van hen, een Libanees, vertelde dat hij vaak uitgebreid zit te chatten met Israëlische Internetgebruikers. 'Het is voor mij erg interessant om gedachten en meningen uit te wisselen met mensen over wie mij altijd is verteld dat het mijn vijanden zijn.'

Ik ben niet zo dol op mensen die roepen dat Internet de wereld democratischer maakt, maar feit is dat het netwerk gebruikers in staat stelt informatie te vergaren die anders niet voorhanden is. In tegenstelling tot de 'oerdegelijke traditionele media' is Internet namelijk veel moeilijker te controleren. De stelling dat de waarheid het eerste slachtoffer is van de oorlog zou daarmee wel eens ondergraven kunnen worden. Net als de uitvlucht: 'Wir haben es nicht gewusst.'

Om de proef op de som te nemen keek ik deze week eens in de newsgroup soc.culture.algeria. Opvallend is dat de aanhangers van de verschillende partijen in het conflict daar met elkaar praten dan wel in de haren vliegen, terwijl het gesprek in Algerije zelf verstomd lijkt. Oké, er wordt veel met hoofdletters GESCHREEUWD, maar dat is altijd nog beter dan elkander de keel afsnijden.

De deelnemers aan de discussie zijn, op een enkele uitzondering na, Algerijnen die in het buitenland verblijven, omdat Internet in het Noord-Afrikaanse land nu eenmaal niet sterk ontwikkeld is. Het zoeksysteem HotBot weet welgeteld één site in Algerije te vinden, tegenover 675.239 hits in Nederland. Opvallend is wel dat de enige deelnemer met een e-mailadres in het land zelf, niet het standpunt van de overheid verkondigt.

De berichten in de newsgroup brengen op het eerste gezicht weinig verheldering. Tenminste niet in de zin die men zou wensen. Iedereen geeft elkaar de schuld van alles en bij de toeschouwer slaat de twijfel toe. De standaardzin in de reguliere berichtgeving - 'de moordpartij is vermoedelijk het werk van de islamitische terreurbeweging' - klinkt plots stukken minder geloofwaardig. Het verworven inzicht is dat het conflict vele malen complexer is dan men als mediaconsument zou wensen.

Een belangrijke kritiek op Internet als medium ten opzichte van de 'oerdegelijke traditionele media', is dat het netwerk een onoverzichtelijke stroom van informatie op gang brengt, waaraan geen touw meer vast te knopen valt. Als de krant een meneer is, dan is Internet een tweedehands-autoverkoper. De krantenlezer kan nog de illusie koesteren dat hij de waarheid tot zich neemt, de Internetgebruiker heeft dat surrogaathouvast niet.

Dat lijkt een slechte eigenschap, maar verwarring stichtende informatie is eveneens dodelijk voor conflicten. Oorlogen drijven op rotsvaste overtuigingen. Twijfelaars voeren geen bombardementen uit. Het zou interessant zijn om de rol van Internet bij de ontwikkeling van conflicten eens te onderzoeken, zoals dat vaak bij de reguliere media is gedaan.

  

Francisco van Jole

Uit de Volkskrant van 4 oktober 1997


Index columns Digitaal

Home