Informatie-parasieten

Hoewel vrijwel alle informatie op Internet gratis is en de toegang redelijk goedkoop, hebben Nederlanders nog steeds iets te klagen. De gierigheid zit kennelijk in de genen. Neem een willekeurig zoeksysteem, speur naar de internationale trefwoorden `providers` en `test` en je komt steevast uit in Nederland. In de kiosk is het niet anders. Vrijwel elke Nederlandstalige uitgave die op Internet-gericht is heeft wel een verhaal of een onderzoek aangaande de kosten en snelheid.

Een dergelijke benadering van Internet is redelijk onzinnig. Niemand zal in het in z`n hoofd halen om Porsche aan te klagen omdat de topsnelheid van de auto`s nergens te realiseren is. Noch zal men van het ministerie van Verkeer en Waterstaat eisen dat alle polderwegen in Nederland Porsche-geschikt worden gemaakt. Terwijl de bezitters van Porsches toch wel degelijk voor die onhaalbare snelheid betaald hebben en belasting afdragen voor het gebruik van de wegen.

Internet-verkeer verschilt niet veel van het gewone verkeer. Zo gauw de temperatuur boven de 25 graden komt, trekken Nederlanders massaal naar de kust. Iedereen weet dat je dan in de file belandt en ook dat daar geen wegenaanleg tegen op kan boksen.

Op Internet werkt het net zo. Afgelopen zondag was het extreem grauw en miezerig weer. Op Internet leidt dat tot een topdrukte want bij gebrek aan activiteiten buiten de deur gaan de Nederlanders massaal het net op. En wordt dus alles traag. Daar helpt geen providers-onderzoek aan. Ongeacht welke maatregelen genomen worden: dergelijke pieken zullen altijd blijven bestaan. Hoe meer bandbreedte er beschikbaar komt, hoe meer er gebruikt zal worden. Live camerabeelden bijvoorbeeld worden nu nog minimaal aangeboden omdat het gebrek aan snelheid zulks niet toelaat. Maar zo gauw de infrastructuur wordt uitgebreid neemt de vraag vanzelf toe. En blijft de snelheid exact hetzelfde.

In de jaren die ik op het net zit, is de snelheid redelijk constant gebleven. Toen het web nog niet bestond en Internet louter tekst was, speelde hetzelfde probleem. Mijn provider had vier jaar geleden voor alle paar honderd abonnees tezamen een enkele 64k-lijn, oftewel evenveel bandbreedte als een ISDN-gebruiker alleen voor zichzelf opeist.

Mede door de gierigheids-obsessie wordt er in dit land nauwelijks aandacht besteed aan een veel wezenlijker probleem: de belabberde staat waar het Nederlandse deel van Internet in verkeert. Internet draait niet zozeer om snelheid en geld als wel om inhoud en daarmee is het voor wat betreft Nederland slecht gesteld. Zowel de overheid, als de providers en gebruikers laten het op dat gebied massaal afweten. Nederland stelt niks voor op het net.

Tweerichtingsverkeer is de essentie van het net. De regel is simpel, wie er veel informatie afhaalt moet er ook gegevens voor teruggeven. Informatie-parasieten zijn de dood voor het net. Nederland zit vol met dergelijke parasieten.

Zoek bijvoorbeeld eens op een term als Michiel de Ruyter en vergelijk de resultaten met die van zijn Britse tegenhanger Horatio Nelson. De Ruyter moet het doen met enkele armetierige vermeldingen op homepages van gelijknamige ziel- en kanoverenigingen. Zelfs de Koninklijke Marine vindt een van de grootste zeehelden niet meer waard dan een zuinig zinnetje: ,,Michiel de Ruyter leidde rond 1662 De Zeven Provinciën, een zwaar bewapend oorlogsschip met 500 man waaronder 400 matrozen en 60 soldaten.``

Nelson daarentegen heeft een eervolle plaats op het net veroverd. Naast een rijke verzameling biografieen is ook een groot deel van zijn persoonlijke correspondentie beschikbaar.

Op andere inhoudelijke gebieden is het al niet anders. Zo zijn er nog steeds geen indrukwekkende Nederlandstalige zoeksystemen waarvan de prestaties zich kunnen meten met de internationale concurrentie. Evenmin zijn er volwassen indexen beschikbaar die in de buurt komen van systemen als Yahoo.

Op een punt springt Nederland er wel uit: het aanbod van commerciele porno. Vergeleken met andere landen heeft dit land een hoge dichtheid van dergelijke diensten, die overigens grotendeels buitenlandse klanten bedienen. Daarmee is de cirkel rond. Want als iets bandbreedte verslind dan is het wel porno. En je kunt van het buitenland niet verwachten dat ze dure voorzieningen gaan treffen om aan die vraag te voldoen. De `traagheid` van het Nederlandse net zou wel eens voor een groot deel te wijten kunnen zijn aan de gulzigheid om er geld aan te verdienen.

  

Francisco van Jole

Uit de Volkskrant van 25 januari 1997


Index columns Digitaal

Home