de Volkskrant, 19 februari 1996

SCHAAKJOURNALISTEN ZIJN ER LIEVER ZELF BIJ

 De tweekamp tussen schaakkampioen Gari Kasparov en het computerprogramma Deep Blue was een media-event van de eerste orde. Opvallend is dat echter geen enkele verslaggever ter plekke hoefde zijn. Computergigant IBM, financier van Deep Blue, maakte het mogelijk de wedstrijd live via Internet te volgen, compleet met achtergrondinformatie, persberichten, biografien, commentaren en analyses van grootmeesters, een babbelbox voor de toeschouwers, snapshots van de aanwezigen en computeranimaties van de zetten die ook nog eens live te volgen waren via een zichzelf verversend beeld van een schaakbord. Kortom: er was op het eerste gezicht nauwelijks nog reden om af te reizen naar Philadelphia om de wedstrijd ter plekke te volgen. Was dit een testcase voor de tele-journalistiek?

Gert Ligterink volgde de wedstrijd via Internet voor de Volkskrant. `We zijn natuurlijk al een tijd verwend met de mogelijkheid wedstrijden live te volgen via Teletekst. Wat dat betreft is er niet veel nieuws onder de zon. Ik denk ook niet dat het overbodig wordt om ter plekke te zijn. Je leidt bijvoorbeeld veel af uit de fysieke reacties van de spelers. Die mis je nu. Bij echt belangrijke wedstrijden moet je er toch bij zijn.`
 Voor Studio Sport volgt Hans Bo``hm het schaaknieuws. `Nee, ik heb niet op Internet gekeken. Ik volg de uitslagen gewoon via de krant. Het valt me wel op dat er een hoop onzin over geschreven wordt.`
 Hans Ree, schaakmedewerker van NRC Handelsblad, gelooft evenmin in het verdwijnen van de verslaggever ter plaatse omdat er meer te zien is dan alleen maar de zetten: `Een normaal wereldkampioenschap is ook een ontmoeting waar een groot aantal belangrijke schakers op afkomen. Het belang daarvan moet je niet onderschatten.` Beiden zijn het er wel over eens dat Internet een interessante aanvulling is op de bestaande mogelijkheden, zoals de mogelijkheid om de commentaren van het publiek te registereren. `Al zit daar natuurlijk een hoop onzin tussen,` aldus Ligterink.
 Lex Jongsma verzorgt het schaaknieuws voor De Telegraaf en plaatst kritische kanttekeningen bij de nieuwe informatiestromen. `De gegevens zijn voor een groot deel afkomstig van IBM die er natuurlijk zelf veel belang bij hebben. Je kunt je afvragen hoe objectief dat is. Ik wil verhalen uit de eerste hand. Bovendien mis je de couleur locale en daar kan geen journalist zonder.`
 Naast IBM is er overigens ook nog de zogeheten Internet-schaakclub, een soort elektronische societeit, waar onderling druk informatie werd uitgewisseld over de tweekamp. Voor zowel Gert Ligterink als Hans Ree is dat een belangrijke informatiebron. `Maar het probleem blijft dat je de meest interessante schakers daar niet treft,` stelt Ree.
 De nieuwe techniek lijkt niettemin vooral ideaal voor regionale kranten die vanwege een beperkt budget niet snel een verslaggever naar een dergelijk internationaal kunnen laten afreizen. Bij het Eindhovens Dagblad, de eerste krant in Nederland die op Internet beschikbaar kwam, hebben ze zelfs een tweekoppige Internet-redactie. `Nee, wij hebben helemaal niets met die tweekamp gedaan. Het elke dag op het net plaatsen van de krant kost al zoveel tijd dat we aan dergelijke zaken niet eens toekomen.`

Francisco van Jole


NB: Deze tekst bestaat uit ongecorrigeerde kopij en is eigendom van Francisco van Jole. Er is geen enkele garantie dat tekst en publikatiedatum overeenstemmen met de gedrukte versie. Gedrukte artikelen zijn op te vragen bij de documentatiedienst van de Volkskrant. Verdere verspreiding of gebruik niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Geraadpleegde bronnen

Home