de Volkskrant, 9 december 1995

VRML MOET INTERNET BEGAANBAAR MAKEN

 Informatie vergaren via Internet vertoond opvallende gelijkenis met het lezen van een tekst die vergeven is van de voetnoten. Steeds moet de lezer beslissen of de betreffende voetnoot geraadpleegd wordt en alleen dat al vertraagd het doornemen van de tekst. Internet is alleen erger. De voetnoten verwijzen op hun beurt weer naar voetnoten en die op hun beurt weer enzovoorts. Bovendien kunnen de voetnoten ook compleet nieuwe documenten zijn die een totaal ander onderwerp behandelen. De schoonheid van het net, de mogelijkheid om informatie tot in het oneindige te verbinden, vormt tegelijkertijd de grootste gruwel.
 De techniek staat bekend als hypertext en de toepassing ervan op Internet in de vorm van het World Wide Web zorgde voor de grote doorbraak van het netwerk. Met een eenvoudige klik met de muis kon steeds naar andere plaatsen op het net gesprongen worden. De gebruiker hoefde geen ingewikkelde commando's of adressen meer te kennen.
 De hypertext-techniek van het Web wordt HyperText Markup Language (HTML) genoemd en werd in 1992 geïntroduceerd door Tim Berners-Lee, medewerker van het fysisch onderzoeksinstituut CERN te Geneve. HTML zorgt er onder meer voor dat een computer snapt wat voor informatie er opgevraagd wordt, zodat een plaatje ook inderdaad als een plaatje op het scherm komt en niet als een brij onleesbare tekens. Het systeem biedt daarmee de mogelijkheid alle informatievormen met elkaar te integreren zodat een document niet alleen voorzien kan worden van plaatjes maar ook van geluid en zelfs videobeelden. Het knappe van HTML is dat het niet uitmaakt op wat voor computersysteem de gebruiker werkt. Een ms-dos pc kan er net zo goed mee overweg als een Macintosh.
 Niettemin werkt het niet. Surfen over het net ontaardt steevast in een dwaaltocht waarbij de gebruiker weliswaar met grote regelmaat interessante informatie tegenkomt maar die achteraf niet meer weet terug te vinden als er geen nauwkeurige boekhouding wordt bijgehouden van wat waar te vinden is.
 De oorzaak voor die chaos is het gebrek aan ruimtelijke voorstelling. Mensen zijn gewend om dingen te vinden aan de hand van hun plaats. Wie het woord `neurose` in een woordenboek opzoekt begint ergens halverwege te bladeren omdat daar nu eenmaal de letter `n` van het alfabet zit. Op Internet biedt die benadering geen soelaas omdat het netwerk geen begin of einde kent, laat staan een halverwege.
 De oplossing voor dit probleem is de Virtual Reality Markup Language oftewel VRML. Zoals HTML het mogelijk maakt om documenten te creëren zo kunnen met VRML omgevingen geschapen worden. Het systeem is voor het net vermoedelijk een even grote doorbraak als het ontstaan van het Web.
 Een voorbeeld: Op het scherm is een vergaderkamer te zien met een paar stoelen en een tafel. Door met de muis te bewegen verandert het beeld en beweegt de gebruiker als het ware door de ruimte. Plotseling is er op het net zoiets als een voor- en een achterkant. Dat biedt letterlijk perspectieven. Informatie kan nu bijvoorbeeld net zo gerangschikt worden als in een bibliotheek: tweede verdieping, vierde kast, bovenste plank. Dat is aanmerkelijk makkelijker te onthouden dan de gruwelijke codetaal waarmee thans plekken op het web worden aangegeven zoals bijvoorbeeld http://www.lightside.com/~dani/cgi/VRML-index.html.
 Het systeem reikt echter verder. Als de schikking van de stoelen niet bevalt, kunnen ze verplaatst worden, om maar wat te noemen. VRML maakt daarmee van cyberspace een echte ruimte, ook al bestaat die omgeving alleen maar in de computer. Het maakt van een science-fiction-achtig verschijnsel als virtual reality plots een bruikbaar middel.
 Het knappe van de nieuwe techniek is dat het toegepast kan worden in netwerken. Tot voor kort hielden velen dat voor onmogelijk omdat het scheppen van werelden een te grote hoeveelheid data zou vereisen die nimmer binnen een acceptabele tijd over de verbindingen gestuurd kon worden. VRML lost dat probleem op door de omgeving op te delen in zelfstandige objecten met een relatief kleine omvang die en voor een over het netwerk worden getransporteerd. Als eerste arriveren de belangrijkste onderdelen waarna later de details worden ingevuld.
 Een van de bedenkers van VRML is de Amerikaan Mark Pesce die onlangs op uitnodiging van het Vormgevingsinstituut Nederland bezocht. Hij voorziet dat VRML een omslag betekent in de manier waarop mensen met informatie omgaan en praat over het ontstaan van een `collectieve intelligentie`, zoals mieren die toepassen om bouwwerken te construeren. Geheel uit de lucht gegrepen is dat niet. VRML wordt ontwikkelt door honderden vrijwilligers die over de hele wereld verspreid gezamenlijk aan de nieuwe technologie werken. `Wij vorderen sneller dan een gigantisch bedrijf als Microsoft.` Een van de redenen daarvoor is dat de VRML-techniek vrij verkrijgbaar is. Het computerbedrijf Silicon Graphics stond zelfs een door haar ontwikkelde kostbare softwaretechnologie voor het bouwen van virtuele werelden, gratis aan de gebruikers af om de groei van het systeem te bevorderen.
 `Het probleem is nu dat vrijwel niemand gewend is informatie op een dergelijke manier te presenteren. Kinderen leren wel lezen en schrijven maar niet bouwen. Terwijl deze techniek wel een dergelijk ruimtelijk inzicht vereist. We zullen informatie-architecten nodig hebben,` stelt Pesce. Hij meent dat de techniek een opleving van de esthetiek zal betekenen. `Kunst is in deze maatschappij een franje. In cyberspace is het noodzaak.`
 Het nadeel van Pesce, tevens auteur van het boek VRML: Browsing and Building Cyberspace, is dat hij zijn uiteenzettingen over de techniek verpakt in wazige esoterische filosofieën. Een handicap waar overigens veel Amerikanen die zich met deze technologie bezighouden, last van hebben. Zijn lezing op het Dutch Electronic Arts Festival DEAF stond bol van de verwijzingen naar Oosterse filosofieën en zelfs astrologie. Ook Pesce ontsnapt kennelijk niet aan de neiging om in religie te vluchten als er onbegrijpelijke fenomenen opduiken.
 Want onbegrijpelijk is de toekomst van VRML vooralsnog wel. Niemand lijkt te weten hoe cyberspace er in de toekomst uit zal gaan zien. Weliswaar wordt er bijvoorbeeld gewerkt aan de bouw van digitale steden waar iedereen een eigen huis heeft maar het is nog maar de vraag of die benadering werkbaar zal blijken. Of dat er iets ontstaat wat nu nog ondenkbaar is.
 VRML is overigens niet de enige virtuele wereld op Internet. Zo is er het binnenkort te lanceren communicatiesysteem PACKS waarbij de deelnemers elkaar kunnen zien in de vorm van bewegende poppetjes. Opvallend kenmerk: de gebruikers zijn bewapend en kunnen elkaar uitschakelen. En ook de makers van het extreem gewelddadige computerspel Doom, dat een doorbraak betekende voor de toepassing van virtual reality, werken aan een eigen veelbelovend systeem dat gebruik maakt van de communicatiemogelijkheden van Internet.
 Pesce beschouwt dat niet als een bedreiging. `Spelletjes zijn slechts voor vijf procent van de computergebruikers interessant.` Niettemin roept die concurrentie wel een essentiële vraag op. Als mensen zich als verschijningen kunnen vertonen in cyberspace, mogen ze dan ook bewapend zijn zoals in een computerspel? `Nee, naar mijn mening niet want het is nergens goed voor,` aldus Pesce die niet bevreesd is voor een dergelijke techniek. `Als lieden methodes ontwikkelen om het gebied in een slagveld te veranderen dan bedenken we beschermingsmiddelen. Vergelijk het met computervirussen. Die agressie hebben we ook aardig weten te bedwingen.`

Francisco van Jole


NB: Deze tekst bestaat uit ongecorrigeerde kopij en is eigendom van Francisco van Jole. Er is geen enkele garantie dat tekst en publikatiedatum overeenstemmen met de gedrukte versie. Gedrukte artikelen zijn op te vragen bij de documentatiedienst van de Volkskrant. Verdere verspreiding of gebruik niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Geraadpleegde bronnen

Home