VERWARRING OVER CENSUURWETTEN
In de Amerikaanse politiek is de verwarring over de digitale revolutie
compleet. De afgelopen maanden werd het ene na het andere voorstel geopperd
om de nieuwe communicatiemogelijkheden te reguleren. Tot overmaat van ramp
zijn er vervolgens door het Amerikaanse Congres met verschillende wetten
aangenomen die op geen enkele manier met elkaar te verenigen zijn. Zo is
er de Communications Decency Act die in juni door een overweldigende meerderheid
in de Senaat werd goedgekeurd. Deze wet is een ongekend staaltje van fatsoensrakkerij
en perkt de vrijheid van burgers op de digitale snelweg vergaand in. De
omstreden wet, die is ingegeven door beschikbaarheid van digitale pornografie,
moet de elektronische verspreiding van `onfatsoenlijk materiaal` tegen
gaan. Uit de tekst van de wet blijkt dat indiener senator Exon geen flauw
benul heeft van het karakter van communicatiemiddelen als Internet. Hij
gaf later toe tot enkele dagen voor de stemming zelfs nooit op het computernetwerk
rondgekeken te hebben. Zo wordt er in zijn voorstel nauwelijks onderscheid
gemaakt tussen openbare en privé-communicatie. De wet is dan ook enigszins
te vergelijken met het toepassen van de regels voor omroepen op particuliere
telefoongesprekken. Het voeren van een seksueel getint gesprek via Internet
wordt strafbaar, ongeacht of het binnen of buiten de staatsgrenzen plaatsvindt.
Na de goedkeuring zetten critici, zoals burgerrechtenorganisaties,
alles op alles om te verhinderen dat de wet ook in het Huis van Afgevaardigden
aangenomen zou worden. Er werden meer dan honderdduizend elektronische
handtekeningen verzameld. Vlak vo/o/r dat het Huis van Afgevaardigden op
4 augustus met zomerreces ging werd in dit deel van het Congres bijna unaniem
een wetsvoorstel aangenomen dat lijnrecht tegenover de gewraakte Decency
Act staat. De zogeheten Internet Freedom and Family Empowerment Act is
gebaseerd op individuele verantwoordelijkheid in plaats van staatstoezicht
en wil juist voorkomen dat de overheid ingrijpt in het digitale verkeer.
Gebruikers van de digitale snelweg worden gestimuleerd zelf maatregelen
te nemen tegen ongewenste verschijnselen.
Voor de tegenstanders van censuur leek dit een overwinning. Totdat
bleek dat op het allerlaatste moment nog een wijziging aan dit voorstel
was toegevoegd. Deze wijziging druist lijnrecht in tegen het voorstel zelf.
Volgens de burgerrechtenorganisatie Voters Telecommunications Watch waren
de meeste afgevaardigden niet op de hoogte van dit amendement. De wijziging
werd eveneens goedgekeurd. En om weer andere redenen heeft President Clinton
aangekondigd zijn veto uit te spreken over de wet.
Een commissie met vertegenwoordigers van zowel de Senaat als
het Huis van Afgevaardigden moet nu in september trachten de tegenstrijdigheden
uit de voorstellen weg te werken en aldus een enkele - geldende - wet te
creëren. Volgens waarnemers is dit een vrijwel onmogelijke taak. Het grote
probleem met de nieuwe regels is dat de politiek er maar niet in slaagt
de status van de nieuwe media te bepalen. Vreemd is dat overigens niet
want tot nu toe is die status voor vrijwel iedereen onduidelijk.
In het kort komt het probleem er op neer dat de nieuwe communicatietechniek
iedere gebruiker de mogelijkheid geeft te doen wat tot nu toe praktisch
was voorbehouden aan uitgevers en omroepen. De vrijheid van meningsuiting
van het individu is in de praktijk echter groter dan die van de massamedia.
Voor de laatste groep gelden allerlei beperkingen ten aanzien van fatsoen,
objectiviteit en commercie. Internetgebruikers kunnen als individu in principe
ook een miljoenenpubliek bereiken. De vraag is nu welke regels voor wie
gelden. Moet het individu zich houden aan dezelfde regels als de omroep
of kan de omroep zich nu gaan beroepen op dezelfde vrijheden als het individu?
Niemand noemt het zo maar in feite is er sprake van een marxistische heilstaat
op digitaal niveau: de produktiemiddelen zijn in handen van iedereen. In
een op kapitalistische leest geschoeide samenleving geeft dat problemen.
Daarnaast is de grens tussen privé en publiek domein vager dan ooit waardoor
ook nog eens de eigendomsrechten ter discussie gesteld worden. Want de
discussie concentreert zich op het ogenblik weliswaar op pornografie maar
de problemen reiken veel verder. Voor het auteursrecht bijvoorbeeld gelden
precies dezelfde controverses. Wie over de telefoon een liedje zingt, hoeft
daarvoor geen gelden aan een organisatie als Buma/Stemra af te dragen.
Maar hoe zit het met particulieren die hetzelfde op Internet doen? Zijn
die dan plotseling omroep?
Een motorfanaat die zijn hobby onder meer via Internet uitleeft,
maakte vorige week bekend door fabrikant Harley-Davidson te zijn aangeklaagd
wegens het ongeoorloofd gebruik van hun logo en merknaam. `Ze zeggen dat
ze me beschouwen als een wereldwijde uitgever,` luidde zijn verbaasde reactie.
Om het geheel nog ingewikkelder te maken is het nog maar de vraag of de
overheid praktisch in kan grijpen in ongewenste communicatie. Het kenmerk
van Internet is immers dat het netwerk alle landsgrenzen en daarmee de
lokale wetgeving, overschrijdt. Pornografie die in de Verenigde Staten
strafbaar is, mag in Nederland en andere landen vrij verspreid worden.
Die onderlinge verschillen leiden tot het verschijnsel van digitaal asielzoeken.
Actievoerders die in de Verenigde Staten een conflict hebben met de Scientology-sekte
over de openbaarmaking van `religieus`-materiaal hebben de gewraakte informatie
uit voorzorg via Internet ondergebracht op een computer in de Volksrepubliek
China. De advocaten van de sekte maken daar naar verwachting weinig kans
met hun juridische acties.
Francisco van Jole
NB: Deze tekst bestaat uit ongecorrigeerde kopij
en is eigendom van Francisco van Jole. Er is geen enkele garantie dat tekst
en publikatiedatum overeenstemmen met de gedrukte versie. Gedrukte artikelen
zijn op te vragen bij de documentatiedienst van de
Volkskrant. Verdere verspreiding of gebruik niet toegestaan zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
Geraadpleegde
bronnen
Home
|