INTERNETTELEFOON
`Hallo!' `Hallo? Kun je ... verstaan?'
`Hallo? Ja, ik versta je. Waar zit...'
`New York City. Ik hoor je ... slecht. Hallo?'
`Ja, ik ... je. New York. Leuk.'
`Ik probeer even of ... werkt'
`Hallo?'
`...'
Zo gaat dat dus ongeveer, internationaal telefoneren
via Internet, de nieuwste sensatie die het wereldwijde computernetwerk
biedt. Nou ja, telefoneren. De techniek lijkt meer op het voeren van gesprekken
per walkie-talkie. De partners moeten elkaar om beurt aan het woord laten
en het gesprek verloopt met een kleine vertraging. Dat vereist de nodige
discipline en vaardigheid.
Niettemin wordt de techniek als een grote doorbraak gezien. Een
internationale conversatie voeren via Internet hoeft immers niet meer te
kosten dan het lokale telefoontarief terwijl gewone internationale telefoongesprekken
een veelvoud daarvan kosten. Wie over een moderne pc met geluidskaart en
redelijk snel modem beschikt, kan met behulp van een microfoon telefoneren
via het net door gebruik te maken van speciale software, die voor een deel
gratis te verkrijgen is. De computerprogramma's zetten het gesproken woord
om in een digitaal bestand en sturen het via de Internetverbindingen razendsnel
naar een andere Internetgebruiker, ongeacht in welk land die zich bevindt.
Door de computer van de ontvanger wordt het digitale bestand vervolgens
weer in geluid omgezet. Dit alles met een vertraging die bij een gunstige
verbinding niet langer dan een a twee seconden duurt.
De kosten zijn zo laag omdat Internet een communicatiesysteem
is dat enige overeenkomst vertoont met de principes van carpoolen. In plaats
dat iedereen voor zich kostbare internationale verbindingen legt, worden
bestaande - permanent van de PTT gehuurde - telefoonlijnen collectief gebruikt.
De kosten voor die lijnen worden door alle Internet-gebruikers gezamenlijk
opgebracht door het betalen van een paar tientjes abonnementsgeld per maand.
Het collectieve gebruik van telecommunicatieverbindingen is mogelijk omdat
de informatie gedigitaliseerd is. Op een digitale lijn kunnen meerdere
mensen tegelijk informatie - en dus ook geluid - uitwisselen doordat de
computers in staat zijn uit elkaar te houden welke informatie van wie afkomstig
is.
De beltechniek brak vorige maand massaal door omdat er een gratis
programma verkrijgbaar werd dat gebruik maakt van een soort babbelboxen.
Het is daardoor niet meer noodzakelijk om van tevoren iemand anders te
kennen die over dezelfde software beschikt om een praatje te kunnen maken.
Op het scherm verschijnt een overzicht van wie er aanwezig is, eventueel
aangevuld met gegevens als locatie en interesses. Na het maken van een
keuze ontstaat er een tweegesprek. De mogelijkheden zijn daarmee groter
dan die van een gemiddelde commerciële party-line. Daarnaast is het mogelijk
om privé direct van persoon tot persoon te spreken.
Een niet te verwaarlozen verschil met gewone telefoongesprekken
is dat de software in de praktijk de stem blijkt te vervormen. Een test
waarbij simultaan via de telefoon en het net gesproken wordt, toont aan
dat het Internet-geluid nauwelijks te identificeren is. De woorden zijn
weliswaar hetzelfde maar ze lijken door iemand anders uitgesproken te worden.
Dit is het gevolg van de techniek die op het geluid wordt losgelaten om
het zo snel mogelijk te kunnen transporteren. Daarnaast is het een nadeel
voor particulieren dat de beoogde gesprekspartner tijdens het gesprek zogezegd
`on-line' moet zijn. Wie wil praten via Internet moet dus van tevoren afspreken
hoe laat beiden op het systeem aanwezig zijn. Maar wie die hobbels voor
lief neemt kan inderdaad voor een klein bedrag uren achter elkaar met internationale
gesprekken voeren. De nieuwe techniek is daarom volgens enthousiaste voorstanders
de bijl aan de wortel van de bestaande telefoontarieven. De reële kosten
van een gewoon internationaal telefoonverkeer overstijgen die van een interlokaal
gesprek namelijk nauwelijks. De telecommunicatiebedrijven brengen echter
een veelvoud daarvan in rekening. Internet zou een einde aan die praktijk
maken.
De PTT ziet de nieuwe techniek niet als een bedreiging, zo verklaart
een woordvoerder. `De lijnen die gebruikt worden zijn immers bij telecommunicatiebedrijven
gehuurd. Er zijn al langer bedrijven die dergelijke verbindingen gebruiken
om de telefoonkosten te drukken.' Behalve geluid is het overigens ook mogelijk
om via videobeelden te communiceren over het net. Zoals vaker bij het introduceren
van nieuwe technieken blijkt de mogelijkheid tot het bevredigen van seksuele
behoeften daarbij een belangrijke stimulans. Een bedrijf in de Verenigde
Staten biedt de mogelijkheid om via Internet live `video-sex' te bedrijven
met een aantal dames. Daarvoor is wel een snelle verbinding vereist en
er moet voor betaald worden.
Deze week verscheen op het Nederlandse deel van Internet echter
ook al een oproep van een stelletje dat gelijkgestemden zocht voor eenzelfde
toepassing. Sceptici zien de opkomst van het gebruik van geluid en beeld
argwanend tegemoet. Een van de charmes van Internet is immers dat alle
communicatie normaliter verloopt via tekst. De verborgenheid die daarmee
gepaard gaat, maakt de inhoud van de boodschap belangrijker dan iemands
voorkomen of stemgeluid. Dat aspect van de Internet-cultuur lijkt door
de opkomst van audio en video geen lang leven meer beschoren.
Francisco van Jole
NB: Deze tekst bestaat uit ongecorrigeerde kopij
en is eigendom van Francisco van Jole. Er is geen enkele garantie dat tekst
en publikatiedatum overeenstemmen met de gedrukte versie. Gedrukte artikelen
zijn op te vragen bij de documentatiedienst van de
Volkskrant. Verdere verspreiding of gebruik niet toegestaan zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
Geraadpleegde
bronnen
Home
|