DE MYTHE VAN INTERNET
Internet wordt door velen gezien als het digitale orakel van
de komende eeuw. Het wereldwijde computernetwerk biedt in die visie niet
alleen het antwoord op alle vragen maar lost en passant ook nog eens alle
bijkomende problemen op. Niets is minder waar. Op Internet zijn meer vragen
dan antwoorden te vinden en wie er gebruik van wil maken moet zich voorbereiden
op het nemen van aanzienlijke technische obstakels.
Een aantal weken geleden haalde een curieus bericht vrijwel
alle kranten. Via Internet zou het mogelijk zijn om live een concert van
de Rolling Stones te aanschouwen. De naar schatting dertig miljoen gebruikers
van het wereldwijde computernetwerk hadden daarmee een ongekend voordeel
ten opzichte van het niet aangesloten deel van de mensheid. Dat bericht
was exemplarisch voor de hype die Internet het afgelopen jaar geworden
is: het was waar maar klopte niet.
De Stones stelden inderdaad live beelden van een concert ter
beschikking. NRC Handelsblad plaatste zelfs op de voorpagina een verslag
van het evenement. De verslaggever was daartoe op bezoek gegaan bij zo
ongeveer de enige Nederlander, een medewerker van het Amsterdamse Centrum
voor Wiskunde en Informatica, die in staat was om de beelden midden in
de nacht op zijn computer te ontvangen.
Voor het aanschouwen van dergelijke live-videobeelden is namelijk
een uitermate snelle verbinding vereist die ver buiten het bereik van de
gemiddelde gebruiker ligt. Over de hele wereld hadden dan ook maar naar
schatting tweehonderd van de dertig miljoen Internet-gebruikers naar het
concert gekeken.
De berichtgeving over Internet wordt geplaagd door dergelijke
baarlijke nonsens. Het probleem is alleen dat niet eenvoudig is te onderscheiden
wat er nu precies onzin is omdat Internet voor de meeste mensen een nieuw
en onbekend terrein is. De aankondiging van de Stones en de klakkeloosheid
waarmee dat nieuws werd aangenomen is te vergelijken met het schrijven
van enthousiaste verhalen over de maan als vakantieparadijs naar aanleiding
van de missie van de Apollo 11.
De would-be omroep Morgana surfde bij de lancering van haar
plannen ook al mee op de golven van dergelijke publiciteit. `Morgana zendt
nu al uit op Internet,' stond er vol trots in de paginagrote advertenties
waarmee de geboorte van het initiatief werd aangekondigd. Afgezien van
de vraag of het uberhaupt mogelijk is om iets op Internet `uit te zenden',
een videorecorder zendt immers ook niet uit, heeft het gemiddelde STER-reclameblok
meer informatie te bieden dan wat Morgana presenteerde op het net.
Toch is het niet allemaal onzin. Internet biedt inderdaad een
toekomstperspectief waarbij de verhoudingen op het gebied van elektronische
media - radio- en televisieomroepen - danig in de war geschopt worden.
Het is weliswaar mogelijk om via Internet in Australie het Nederlandse
radionieuws te horen. Maar de luisteraar moet dan wel onder gunstige omstandigheden
minstens een kwartier geduld hebben voordat de drie minuten nieuws vanaf
de andere kant van de wereld zijn overgestuurd. Bijkomend probleem is dat
de omstandigheden vrijwel nooit gunstig zijn.
In de huidige stand van zaken lijkt het gebruik van Internet
veel op de beginperiode van de televisie en radio. In die tijd vereiste
het heel wat doorzettingsvermogen om een van de schaarse zenders te kunnen
ontvangen en viel het signaal met grote regelmaat weg. Voor de huidige
verwende zapp-kijker die gewend is aan een perfecte ontvangst via de televisiekabel
is dat niet meer acceptabel.
Zappen kan niet op Internet. Wie over het net wil surfen, de
term voor het via Internet van de ene computer naar de andere `springen',
moet veel geduld hebben en redelijk bestand zijn tegen frustraties.
Een voorbeeld van de krakkemikkigheid van het computernetwerk
zijn de zoekprogramma's. Op zich zijn dat wonderen van techniek. De gebruiker
typt een trefwoord in en vervolgens wordt een groot aantal systemen afgezocht
naar informatie over het betreffende onderwerp. Dat lijkt uitermate handig
en tijdbesparend. Internet is echter een netwerk van computers en wat er
ook op over die apparaten gezegd kan worden een aantal dingen staan onomstotelijk
vast: alle tijd die bespaart wordt gaat acuut op aan het bestrijden van
technische onvolkomenheden en ze zijn over het algemeen alleen handig in
handen van anderen.
Wie van de zoekmogelijkheden gebruik maakt, stuit dan ook op
een aantal onverwachte problemen. Als het al lukt om er gebruik van te
maken want veel van dergelijke zoeksystemen zijn overbelast. Het is daarom
geen kwestie van een druk op de knop maar van drukken op de knop tot je
er lamme vingers van hebt.
Hoe lang het duurt voordat de verbinding is gelegd is ongeveer
net zo onvoorspelbaar als bij de gemiddelde telefonische inlichtingendienst
met het verschil dat dergelijke diensten tenminste nog het het aantal wachtenden
melden. Internet is niet zo vriendelijk om dat te laten weten. Het niet
krijgen van verbindingen en het uitblijven van informatie over de reden
waarom is een van de grootste plagen op het net. Sommige systemen volstaan
met de nogal schofferende mededeling `Verbinding geweigerd'. De oorzaak
kan van alles zijn: drukke lijnen, overbelaste systemen, verkeerde adressering,
of gewoon dat de gebruiker inderdaad niet welkom is omdat het gewenste
systeem alleen toegang biedt aan een bepaalde groep gebruikers.
Als een zoeksysteem eenmaal `draait' treden er nieuwe problemen
op. Zo moet het te vinden trefwoord - of een combinatie van zoektermen
- zorgvuldig gekozen worden. Wie alleen `ozonlaag' opgeeft, kan rekenen
op een onwerkbaar resultaat van enkele tienduizenden gevonden documenten.
Als alles goed gaat presenteert het zoeksysteem vervolgens een
behapbare lijst van informatiesystemen en documenten en is het tijd voor
de volgende ellende. De ervaring leert dat meer dan driekwart van de gepresenteerde
resultaten waardeloos is. Niet alleen omdat er geen verbinding mee gemaakt
kan worden maar eveneens omdat het systeem een broertje dood heeft aan
informatiewaarde. In het gunstigste geval geven de resultaten een idee
waar eventueel verder gezocht kan worden naar informatie waarvan niet duidelijk
is of die eigenlijk wel bestaat.
De zoeksystemen - er zijn er honderden - hebben daarbij nog
een ander nadeel: ze zoeken niet overal en bestrijken allemaal grotendeels
hetzelfde gebied maar niet helemaal. Het gevolg daarvan laat zich makkelijk
raden. Wie dringend op zoek is naar gegevens wordt horendol van het feit
dat keer op keer opnieuw via verschillende systemen gezocht moet worden
en de resultaten steeds geringe afwijkingen vertonen.
Zoeken via Internet is dan ook een vaardigheid op zich. Er zijn
mensen die daar een groot talent voor bezitten en in korte tijd de gewenste
informatie boven water weten te krijgen. Dat vereist echter wel kennis
van zaken. In de Verenigde Staten zijn mensen die zich aanbieden als `informatievergaarders'.
Ze vragen honderd dollar per uur en verdienen zichzelf terug.
De waarde van het dagelijks gebruik van Internet schuilt vooral
in het verkrijgen van antwoorden op nooit gestelde vragen. Het is enigszins
te vergelijken met het plezier van het door een encyclopedie bladeren en
opdoen van willekeurige kennis.
Internet is daarnaast fascinerend omdat het netwerk het enige
bestaande middel is om zicht te krijgen op de elektronische snelweg en
vooral op de problemen waarmee de aanleg daarvan gepaard gaat. Want wie
denkt dat de elektronische snelweg problemen gaat oplossen, vergist zich.
Voor elke obstakel dat wordt weggenomen komt er minstens e/e/n nieuw bij.
Staatssecretaris Kohnstamm gaf deze week bij de presentatie
van het kabinetsplan voor de Nederlandse digital highway het voorbeeld
dat burgers dankzij dit toekomstig wondermiddel vierentwintig uur per dag
een paspoort kunnen aanvragen. Dat is natuurlijk uitermate handig maar
dan moet het niet via het Internet gaan waarop de overheid diezelfde plannen
presenteerde. Internet is namelijk onveilig. Wie persoonlijke gegevens
over het net verstuurt, moet er ernstig rekening mee houden dat die in
handen kunnen vallen van onbevoegden. In de nieuwste toepassingen van het
net wordt daar ook bij voortduring voor gewaarschuwd. Het is de vraag of
het dan wenselijk is langs deze weg paspoorten aan te vragen.
Bovendien gaat het voorbeeld voorbij aan een aantal praktische
problemen. Zoals de vraag hoe een aanvrager zijn pasfoto moet inleveren.
Het is weliswaar technisch goed mogelijk om een pasfoto via Internet of
een willekeurig ander netwerk te versturen maar in de praktijk is dat net
zo realistisch als het zelf maken van pasfoto's: alleen ervaren fotografen
kunnen dat.
En stel dat zoiets wel zou kunnen, hoe moet die pasfoto dan
vervolgens gecontroleerd worden? Het antwoord op die vragen is eensluidend:
Paspoorten kunnen niet via de elektronische snelweg aangevraagd worden.
Overigens is dat geen bezwaar. Want wat er ook van het netwerk gezegd kan
worden, Internet is wel de enige mogelijkheid om de wereld af te reizen
zonder paspoort.
Er zijn natuurlijk wel tal van andere diensten denkbaar. Met
de nadruk op denkbaar want bedacht zijn ze nog steeds niet. Keer op keer
worden door beleidsmakers dezelfde oude voorbeelden aangehaald als het
gaat om toepassingen van de digitale snelweg: teleshoppen (ook voor paspoorten)
en video-on-demand. Beide zijn op Internet nauwelijks voor handen maar
dat is voor de naar schatting dertig miljoen gebruikers kennelijk geen
bezwaar.
Het voorbeeld van Kohnstamm is exemplarisch voor het naieve
optimisme waarmee over de nieuwe technieken wordt gesproken. Afgezien van
de vraag of het technisch allemaal te realiseren is, wordt voor het gemak
ook vergeten dat er voor het verlenen van dergelijke diensten veel mensen
nodig zijn. Een 24-uursdienst die maar acht uur per dag werkt is waardeloos.
Het optimisme over de zegeningen van detechniek doet niet onder voor dromen
over een wereld zonder oorlog. De propagandisten van het technologisch
paradijs vergeten in hun utopistische fantasieen dat het voornamelijk mensen
zijn die op deze planeet problemen veroorzaken. Daar helpt geen digitale
snelweg aan.
Francisco van Jole
NB: Deze tekst bestaat uit ongecorrigeerde kopij
en is eigendom van Francisco van Jole. Er is geen enkele garantie dat tekst
en publikatiedatum overeenstemmen met de gedrukte versie. Gedrukte artikelen
zijn op te vragen bij de documentatiedienst van de
Volkskrant. Verdere verspreiding of gebruik niet toegestaan zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
Geraadpleegde
bronnen
Home
|