WOEDENDE REACTIES OP CRYPTOVERBOD
Er stroomt een onhoorbare golf van protest door de koperdraadjes
van dit land sinds begin deze week bekend werd dat er plannen bestaan om
het gebruik van cryptografie in Nederland te verbieden. In drie dagen tijd
verschenen er op de Nederlandse tak van het computernetwerk Internet meer
dan honderd oproepen om actie tegen het eventuele wettelijk verbod op cryptografie
te ondernemen.
Ook internationaal werd alarm geslagen. In de zogeheten Risks-list,
een wereldwijd verspreide elektronische nieuwsbrief over de gevaren van
computergebruik, werd gewaarschuwd voor de Nederlandse situatie.
`Een verbod op fluisteren,' noemde iemand een dergelijke wet
ooit om duidelijk te maken hoe verstrekkend de gevolgen zijn. Cryptografie
is voor elektronisch berichtenverkeer wat de envelop is voor gewone brieven.
De grote Internet-computerkraak van enkele weken terug, waarbij hackers
tienduizenden geheime wachtwoorden te pakken kregen, had nooit plaats kunnen
vinden als de slachtoffers gebruik hadden gemaakt van de techniek. De aanleg
van zoiets als een elektronische snelweg is al helemaal onzinnig als cryptografie
niet wordt toegestaan.
De term cryptografie slaat op de verzameling methoden om (digitale)
informatie door codering te beveiligen. De techniek is op brede schaal
toepasbaar. Abonnee-televisie is bijvoorbeeld afhankelijk van het coderen
van de uitgezonden beelden. Daarnaast is het de enige manier om de privacy
van (auto)telefoongesprekken te waarborgen. Bij een gecodeerd telefoongesprek
wordt een onbegrijpelijke brij geluid over het telefoonnet gestuurd. Cryptografische
apparatuur in het toestel van de ontvanger decodeert die brij weer tot
het oorspronkelijke geluid.
Het geplande verbod is ingegeven door de hinder die opsporingsinstanties
van de techniek onder vinden. De gecodeerde informatiestroom tussen criminelen
of andere verdachte personen is onafluisterbaar. Daarom wordt een wet voorbereid
die het toepassen van cryptografie geheel verbied tenzij de gebruiker een
wettelijke ontheffing krijgt. Om die vergunning te bemachtigen moet de
te gebruiken codesleutel overlegd worden zodat de overheid het signaal
- indien gewenst - kan ontcijferen.
Het geplande verbod grijpt echter diep in de persoonlijke levenssfeer
in. De directeur van de stichting Surf, de grootste landelijke organisatie
voor academische automatisering, windt er geen doekjes om: `Dit is niet
minder dan een aantasting van de grondrechten van burgers. Het is in strijd
met alle principes van de rechtsstaat. Tweede Kamerleden die dat niet beseffen,
zijn geen knip voor hun neus waard,' aldus G. van de Graaf.
De sneer naar politici komt niet uit de lucht vallen. Technologie
lijkt eens te meer een blinde vlek in de politieke discussie. Een deel
van de onrust wordt namelijk veroorzaakt door het feit dat de plannen in
alle stilte door de betrokken ministeries (justitie, binnenlandse zaken,
verkeer en waterstaat, defensie en economische zaken) zijn ontwikkeld zonder
dat er enige openbare discussie over heeft plaatsgevonden. Het verbod,
waarvoor de plannen overigens al maanden in een brede kring van betrokkenen
bekend blijken, heeft daarentegen veel ingrijpender gevolgen dan bijvoorbeeld
de identificatieplicht waar jaren over gedebatteerd is.
Deze week werd bovendien duidelijk dat het in de bedoeling ligt
om de eventuele wet zo snel mogelijk aan de Tweede Kamer aan te bieden
als onderdeel van een veel groter pakket wijzigingen van de Wet op de Telecommunicatievoorzieningen.
Een van de belangrijkste consequenties is dat de staat controle
krijgt over al het elektronisch berichtenverkeer. Het aftappen van computercommunicatie
verschilt namelijk wezenlijk van het afluisteren van telefoongesprekken.
Is het laatste alleen op individuele basis mogelijk, computerberichten
kunnen juist massaal inhoudelijk gecontroleerd worden met behulp van speciale
programma's die uit de berichtenstroom alle informatie plukken die `interessant'
is voor de opsporingsinstanties.
`Je denkt toch niet dat ik mijn e-mail met de socialistische
partijen in Turkije ongecodeerd verstuur,' schreef deze week een Internet-
gebruiker. `Je kunt daar al gearresteerd worden als je alleen maar tegen
zoiets als de Golfoorlog protesteert.' Ook mensenrechtenorganisaties maken
daarom gebruik van coderingstechnieken. De verwachting is dat in de nabije
toekomst iedere burger min of meer afhankelijk is van cryptografie. Bijvoorbeeld
voor de uitwisseling van medische dossiers, betalingsverkeer en onderlinge
communicatie.
Cryptografie werd tot voor kort altijd gekoppeld aan geheimzinnige
operaties. Moderne apparatuur en software maakt het echter net zo vanzelfsprekend
als tekstverwerken. Er zijn ingenieuze systemen ontwikkeld om het gebruik
te ontdoen van technische rompslomp en geheimzinnigheid. Een voorbeeld
daarvan is het zogeheten Public Key principe.
Bij software die gebruik maakt van een Public Key is de sleutel
om de informatie te coderen in twee delen gesplitst. Het ene deel is geheim
en alleen bekend aan de gebruiker zelf. Het andere deel is echter openbaar
en kan wijd verspreid worden. Tezamen vormen ze een uniek paar. Als persoon
A een gecodeerd bericht naar B wil sturen versleuteld hij dat met de publieke
sleutel van B. De software is zo ontworpen dat een dergelijk bericht vervolgens
alleen door B met behulp van zijn geheime persoonlijke sleutel gedecodeerd
kan worden. Een dergelijke methode maakt het gebruik van cryptografie breed
toepasbaar omdat het niet meer noodzakelijk is dat er een gezamenlijke
geheime code wordt afgesproken.
Op een zelfde manier wordt cryptografie gebruikt om elektronische
berichten verkeer te voorzien van een digitale handtekening zodat de authenciteit
van het bericht vaststaat. Daarmee kunnen contracten elektronisch getekend
worden. Ook is er de mogelijkheid om middels cryptografie te voorkomen
dat anderen ongemerkt wijzigingen aanbrengen in - ongecodeerd ogende -
openbare teksten. Het aantal toepassingen is nog steeds groeiende.
Nederland is overigens niet het enige land waar onrust ontstaat
over het aan banden leggen van cryptografie. In Frankrijk bijvoorbeeld
is al enige tijd een soortgelijke beperking van kracht. Sindsdien gaan
er hardnekkige geruchten over misbruik. De geheime dienst zou afgetapte
elektronische informatie van in Frankrijk gevestigde buitenlandse bedrijven
doorspelen aan Franse concurrenten. Bewijzen zijn er niet maar het tekent
wel het klimaat dat een dergelijk verbod schept. Niet voor niets heeft
het ministerie van Economische Zaken een onderzoek laten uitvoeren naar
de economische gevolgen van een dergelijke wet. De resultaten daarvan zijn
nog niet officieel bekend.
Het enige land waar de openbare discussie over cryptografie
wel gevoerd wordt, is de Verenigde Staten. De overheid probeert daar de
zogeheten Clipper-chip als standaard in te voeren. Deze chip codeert digitale
informatie maar kent ook een zogenaamde `achterdeur', een soort moedersleutel
die het mogelijk maakt alle informatie te decoderen. De toegang tot die
achterdeur is verdeeld over twee verschillende instanties. Per keer moet
door een speciale commissie toestemming verleend worden om de achterdeur
te openen.
Daarnaast woedt er in de Verenigde Staten een discussie over
de verspreiding van PGP (Pretty Good Privacy), een gratis verkrijgbaar
Public-Key programma. De auteur Philip Zimmermann is aangeklaagd omdat
hij met de verspreiding van het programma het exportverbod op strategische
produkten geschonden zou hebben. Zimmermann stelt echter zelf niets geexporteerd
te hebben. Gebruikers uit andere landen hebben het via internationale Internet-
verbindingen gewoon naar zich toegehaald.
Die laatste situatie maakt duidelijk dat een verbod praktisch
nauwelijks zal werken. De elektronische verspreiding van dergelijke programma's
is net zo moeilijk tegen te gaan als het illegaal kopieren van computerprogramma's.
Er doemt verder nog een ander probleem voor de wetgever op.
In het Nederlands Juristen Blad van afgelopen november schetst de Rotterdams
hoogleraar Rechtsinformatica prof R. de Mulder in grote lijnen een programma
dat in staat is om in `gewone' teksten een geheime boodschap te verbergen.
Het is daarmee niet meer mogelijk om vast te stellen of er cryptografie
wordt toegepast. `Het principe daarvoor is uiterst eenvoudig. Iedere programmeur
draait het zo in elkaar. Als het verbod werkelijk van kracht is zal ik
een dergelijk programma zeker gaan verspreiden.' Volgens De Mulder moet
de overheid accepteren dat ze door de techniek het nakijken.
Of zoals een Internet-gebruiker cynisch opmerkte: `Natuurlijk
is het verbod een prima middel om het cryptografie door criminelen tegen
te gaan. Ze hebben tenslotte ook al hun vuurwapens ingeleverd toen die
verboden werden verklaard.'
Francisco van Jole
NB: Deze tekst bestaat uit ongecorrigeerde kopij
en is eigendom van Francisco van Jole. Er is geen enkele garantie dat tekst
en publikatiedatum overeenstemmen met de gedrukte versie. Gedrukte artikelen
zijn op te vragen bij de documentatiedienst van de
Volkskrant. Verdere verspreiding of gebruik niet toegestaan zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
Geraa
dpleegde bronnen
Home
|