Uit Blvd. nummer ?, ? 1994

THE EMPIRE STRIKES BACK

 Er dreigt een nieuwe oorlog. Een oorlog tussen goed en fout. Tussen rechts en links. En een van de slagvelden wordt de elektronische snelweg. Een gesprek met Bruce Sterling, cyberpunk-auteur.

`Ten tijde van de Koude Oorlog kampte de VS met een militair-industrieel-complex. Met de teloorgang van de Sovjet-Unie is ook de macht van dit apparaat komen te vervallen. Die leemte is echter opgevuld door een ander monsterverbond dat ik bij voorkeur het justitieel-industrieel-complex noem.'

Bruce Sterling, auteur van science-fiction en het cyberpunkstandaardwerk Hacker Crackdown maakt zich ernstig zorgen over de situatie in de Verenigde Staten. `Er staat een nieuwe burgeroorlog op uitbreken. Wat in Los Angeles is gebeurd naar aanleiding van de `Rodney King'-zaak, kan ieder moment weer gebeuren, in elke grote Amerikaanse stad. De massale gewelddadige opstand broeit overal.

In feite is die burgeroorlog al begonnen met de war-on-drugs. De vijand van de staat is niet meer een vreemde mogendheid maar de eigen bevolking. De VS kent als gevolg daarvan het grootste aantal gevangenen ter wereld en dat blijft maar groeien. Het is de waanzin ten top. Niemand weet nog waar het om gaat. Iedere dag worden er burgers voor de rest van hun leven opgesloten omdat ze zich in hebben gelaten met drugshandel. De Amerikaanse Goelach-archipel overtreft de oude Sovjet-versie.'

Volgens Sterling schuilt er een groot gevaar in de opkomst van het blank burgerlijk-extremisme dat bij de jongste verkiezingen overwinningen boekte. `Deze groep wordt gek van het idee dat de huidige Amerikaanse president vroeger lang haar had en stickies rookte. Zij willen dit decennium modelleren naar de jaren vijftig, ze willen een saaie samenleving en zijn daartoe tot alles in staat. Ze vermoorden bijvoorbeeld mensen die voor vrije abortus zijn. Het zou mij echt niet verbazen als in dit klimaat Clinton uit de weg geruimd wordt. Deze groep wil afrekenen met de jaren zestig, ze willen die periode en alle gevolgen er van uit de geschiedenis wissen.'

Sterling voorspelt een heksenjacht op alles wat afwijkt. `En ik ben een heks', zegt hij met een sardonische grijns. Hij heeft vermoedelijk gelijk. De veertigjarige Sterling verkondigt het progressieve geluid dat de conservatieve oren niet meer kunnen verdragen. Hij is een zogeheten cyberpunk, een vrijgevochtene die naar hartelust gebruik maakt van de nieuwe technieken om zijn vrijheid te vergroten. Een cyberpunk is de digitale versie van de bohemien, degene die schone handen belangrijker vindt dan schone kleren. Sterling heeft allebei. Hij is eigenlijk gewoon een keurige huisvader met een net zwart leren jack en een spijkerbroek. Het aardige van cyberpunks is dat ze niet aan de buitenkant te herkennen zijn. Een cyberpunk ben je in je hoofd, dat is imers ook de plek waar cyberspace zich bevindt.

De inzet van de door Sterling voorspelde burgeroorlog is - zoals altijd - vrijheid. Vrijheid om zelf te beschikken. Vrijheid om te genieten. Vrijheid om hardop te denken. De boodschap van Sterling is eigenlijk eenvoudig: Cyberspace creëert weliswaar een nieuwe vrijheid maar het is een illusie om te denkend at die niet bevochten moet worden. Want de commercialisering naakt en daarmee de betutteling. Het lijkt een vanzelfsprekendheid dat zoiets als Internet dat met gemeenschapsgeld is gebouwd, voor een groot deel door vrijwilligers, wordt overgedragen aan de commerciële uitbuiters. Want ineens zijn er investeerders nodig en moet de markt het werk doen en meer van dat soort praat. IBM maakte begin december al duidelijk wat het met Internet wilde doen. het bedrijf tracht, nu het Internet als commercieel middel ziet, pornografische bestanden van het net geweerd te krijgen. En wat vandaag pornografie is, is morgen een afwijkende mening.

Het justitieel-industrieel-complex is volgens Sterling uit op totale controle van de nieuwe vijand, oftewel de Amerikaanse burger. In dat kader ziet hij ook de pogingen van de regering om het gebruik van computertechnieken aan banden te leggen. In de VS woedt een strijd rond de zogeheten Clipper-chip, een instrument dat de opsporingsinstanties in staat moet stellen al het telefoon- en dataverkeer tussen burgers - indien nodig - te controleren. De overheid wil dat de Clipper-chip standaard in alle communicatie-apparatuur wordt ingebouwd. De chip codeert alle communicatie zodat onbevoegden die niet kunnen afluisteren. In tegenstelling tot andere - vergelijkbare - technieken bevat de chip echter een zogenaamde achterdeur. Met behulp van een soort moedersleutel kunnen opsporingsinstanties de boodschappen toch altijd ontcijferen. De Clipper-chip wordt wel gepresenteerd als de mogelijkheid tot elektronische huiszoeking, een noodzakelijk middel voor misdaadbestrijding maar reikt in de praktijk veel verder. Kenmerk van de chip is dat er vooral - en uiterst eenvoudig - sociale netwerken mee in kaart gebracht kunnen worden. Bij elk contact is namelijk duidelijk tussen welke chips en dus welke personen de communicatie plaatsvindt.

`Het is juist de mogelijkheid tot het analyseren van contacten die de chip interessant maakt voor de overheid. Wat er gezegd wordt, is lang niet zo relevant als wie met wie omgaat. Vrijwel al het inlichtingenwerk van geheime diensten is gebaseerd op het in kaart brengen van netwerken tussen personen.

De Clipper-chip is echter slechts een exponent van de strategie om permanente controle uit te oefenen over de burger. Die controle is noodzakelijk om paal en perk te stellen aan alles wat afwijkt en dat is wat de extremisten uiteindelijk willen. Zij willen een maatschappij waarin niemand meer protesteert, waarin niemand meer nadenkt.'

De Clipper is een voorbeeld van de angst die de overheid heeft voor de vrijheid van de burger. Tegelijkertijd heeft diezelfde burger ook angst voor de techniek. Sterling heeft daarvoor een eenvoudig procédé bedacht: de Saddam Hoessein-test. `Bij elke techniek die beschikbaar komt zou je je moeten afvragen: wat vind ik er van als dit middel in handen komt van Saddam Hoessein? Het antwoord maakt vanzelf duidelijk of een techniek gewenst is of niet. Van mij mag hij gebruik maken van cryptografie want daar kun je niemand schade mee berokkenen. Hetzelfde geldt voor auto's of kopieerapparaten. Anders is het met zenuwgas. En ik vind het eveneens vervelend als hij de beschikking heeft over kruisraket-technologie of aanverwante zaken. Het is dus simpel: kruisraketten en zenuwgas moet je niet introduceren want dat is gevaarlijke technologie.'

Tegenover de Clipper-chip staat PGP, oftewel Pretty Good Privacy een computerprogramma dat gebruikers in staat stelt zelf hun communicatie te beveiligen zonder dat ook maar iemand de inhoud ooit kan achterhalen. Tegen de maker Philip Zimmerman loopt inmiddels een proces. Hij zou de Amerikaanse exportwetten hebben overtreden door de wereldwijde verspreiding van PGP mogelijk te hebben gemaakt. PGP is in de ogen van de Amerikaanse regering namelijk een strategisch wapen.

Bruce Sterling is rijk geworden door zijn werk weg te geven. Dat beweert hij althans. De science-fiction auteur plaatste de integrale tekst van zijn boek Hacker Crackdown op Internet. En maakte het daarmee gratis te geef en te krijg voor zo'n twintig, dertig, veertig (het net groeit snel...) miljoen gebruikers.

'Het is juist deze handeling geweest die me een enorme omzet heeft bezorgd,' constateert Sterling en zijn blik glimt. Sterling behoort tot het type oren-wassers dat er geen genoeg van krijgt om duidelijk te maken dat de wereld anders in elkaar zit dan zijn gesprekspartners denken. Cyberspace is voor hem de lachspiegel van de maatschappij. 'Het weggeven van Hacker Crackdown was achteraf beschouwd een van de slimste public-relationszetten die ik ooit gedaan heb. Het zorgde namelijk voor een enorme omzetstijging van mijn andere titels. Ik kreeg reacties van veertienjarige kids in de trant van: `Normaal lees ik geen boeken maar ik heb jouw on-line versie van Hacker Crackdown gelezen en vind het te gek. Vervolgens heb ik je al je andere titels ook gekocht.'

Ik heb dat effect nooit voor ogen gehad. Het vrijgeven van de tekst was meer een politieke stellingname. Ik had tevoren besloten dat de verschijning van de paperback-versie gepaard zou gaan met het vrijgeven van de tekst op Internet en omdat ik de elektronische rechten in het contract met mijn uitgever had uitgezonderd, kon ik het dus ook teruggeven aan dezelfde cultuur waaraan het ontsproten was.'

Bruce Sterling is zelf geen hacker. `Ik heb het boek in 1992 geschreven nadat vrienden van mij met veel machtsvertoon door de geheime dienst gearresteerd werden. Computercriminaliteit bleek een nieuwe obsessie van de ordehandhavers. Het boek is een poging om duidelijk te maken dat er een krankzinnige criminalisering aan de gang was van mensen die geen boeven zijn maar liefhebbers van techniek.'

Hackers vormen volgens Sterling niet de bedreiging die de autoriteiten er graag van maken. `Hackers zijn niet georganiseerd en vormen geen machtsfactor. Zij maken geen wetten, zij besturen het land niet. Wat wel bedreigend is, is de politieke lobby van de computerindustrie. Zij hebben de macht om beslissingen te beïnvloeden en ontwikkelingen te dwarsbomen als die niet in hun commerciële plannen passen. Zij zijn in staat de vrijheid van burgers daadwerkelijk te beperken.'

Voor Sterling is dat van belang omdat computers steeds meer het dagelijks leven gaan bepalen. Als hij een paar dagen achter elkaar zijn elektronische mailbox niet heeft kunnen bereiken wordt hij nerveus, voelt hij zich afgesneden. Zijn elektronisch huis is The Well, een bulletin board in Californie waar bijvoorbeeld ook The Grateful Dead onderdak hebben gevonden. The Well is een soort digitale commune die sterk doet denken aan de jaren zestig.

Sterling behoort tot het relatief kleine groepje mensen op deze planeet dat nadenkt over de sociale en culturele gevolgen van de oprukkende digitalisering. Voor hem is duidelijk dat de digitale revolutie meer is dan de zoveelste technische vernieuwing. Het is een omwenteling die ook maatschappelijk veel gevolgen heeft. `Mensen moeten eens ophouden informatie te zien als een bezit dat gelijk gesteld kan worden aan stoelen en tafels. Informatie is iets anders. Er is nu een tendens om bepaalde delen van software te patenteren en daarmee voor gebruik door anderen uit te sluiten. Voor mij is dat hetzelfde als het patenteren van gedachten. Een computer vertoont te veel overeenkomst met de menselijke hersenen om dergelijke praktijken ongestoord te laten voortbestaan.'

Van de techniek zelf heeft hij overigens niet veel verstand. `Hell, ik begrijp TCP/IP niet, ik weet niet hoe het Net in elkaar zit.'

De techniek kan echter ook een bedreiging vormen voor zijn eigen cultuur. Hebben boeken nog wel een toekomst in de elektronische samenleving? Voor Sterling staat het `ja' buiten kijf. `Films hebben het boek ook niet kunnen verdrijven. Boeken zijn niet stuk te krijgen. Ik kan geen Japanse films uit de 11e eeuw bekijken. Ik kan wel boeken uit die tijd lezen.'

De computer heeft volgens Sterling het nadeel dat het een instabiel medium is. `Computerprogramma's hebben geen eeuwigheidswaarde. Binnen enkele jaren zijn ze verouderd en nog wat later is het zelfs onmogelijk om ze nog te gebruiken omdat het systeem waar ze gebruik van maken domweg niet meer bestaat. Waar kun je nog `Pong' spelen op een ouderwetse Atari-computer?'

Hij ziet in de games dan ook geen bedreiging voor zijn eigen tak van sport: het science-fiction verhaal. Science fiction is bij uitstek geschikt om te vervatten in een game. Een spel als Doom is science-fiction erkent Sterling. `Maar over een paar jaar weet niemand meer wat Doom is. De belangstelling voor de verhalen van Jules Verne daarentegen neemt nooit af.'

Wat overigen niet wegneemt dat Sterling net als elke zichzelf respecterende collega-auteur inmiddels werkt aan een eigen cd-rom. Over de inhoud wil hij niet veel kwijt. `Alleen dat het een soort reis langs de computer-interfaces van het verleden en de toekomst wordt.' Hopelijk wordt die toekomst leuk.

Francisco van Jole


Deze tekst bestaat uit ongecorrigeerde kopij en is eigendom van Francisco van Jole. Verdere verspreiding of gebruik niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Home