Drents Groninger Pers, februari  1995

Opiniestuk voor de DGP-bladen

HET INTERNET-SPROOKJE

 Er zal ooit... Met die woorden beginnen de meeste technologische sprookjes. Zo waren in de jaren zestig hele volksstammen er van overtuigd dat we nu allemaal per monorail zouden reizen. Er was immers geen mooier transportmiddel te bedenken! En de vrachtschepen die de oceanen bevaren zouden in de toekomstvisies van die jaren worden voortgedreven door kernenergie: schoon en goedkoop.
 De toekomst voorspellen blijft een hachelijke zaak en iedereen die dat doet, moet dan ook met de nodige argwaan bekeken worden. Zeker als het geschetste toekomstbeeld louter uit heil en zegen lijkt te bestaan. De laatste maanden doen er soortgelijke hallelujah-verhalen de ronde over Internet, het wereldwijde computernetwerk dat het mogelijk maakt om tegen lokaal tarief internationaal te communiceren. Dus rijst de vraag is Internet de monorail van de jaren negentig? En moet ieder antwoord op die vraag met de nodige argus bekeken worden.
 Internet is onmiskenbaar een fascinerend verschijnsel. Als er een hernieuwde lijst van acht wereldwonderen opgesteld wordt, valt het computernetwerk er zeker onder. Met behulp van indrukwekkend technisch vernuft verbindt het netwerk inmiddels naar schatting meer dan vier miljoen computersystemen. Het aantal gebruikers overstijgt inmiddels de dertig miljoen. Hoeveel het er precies zijn, kan niemand zeggen omdat het netwerk zo groot is gegroeid dat niemand er meer overzicht op heeft. Op zich is dat al een grappig gegeven: computers worden gezien als het controleïnstrument bij uitstek maar als het er teveel worden raken de machines kennelijk zelf ook de draad kwijt.
 Het netwerk fascineert onder meer omdat het een aantal mogelijkheden biedt die de gebruiker het idee geven een wereldburger te zijn. Zo is het de gewoonste zaak van de wereld om via Internet binnen de kortste keren een contactenkring op te bouwen die zich over de hele planeet uitstrekt. Dat contact kan zelfs zo intensief worden dat mensen verliefd op elkaar raken. Sceptici stellen daar tegenover dat zulks niet bijzonder is omdat de telefoon immers dezelfde mogelijkheid biedt. Daarmee maken ze dan meteen duidelijk niet te weten waarover ze praten. O.k., de telefoon verbindt meer mensen met elkaar dan Internet maar hoe vaak gebeurt het nu dat iemand op zijn toestel een willekeurig nummer intoetst en vervolgens een praatje maakt met de abonnee die nietsvermoedend de telefoon oppikt? Via de telefoon onderhoud je contacten maar leg je ze nauwelijks.
 Internet is ook indrukwekkend omdat het techniek ter beschikking stelt waarvan het gebruik tot voor kort was voorbehouden aan professionals. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om haarscherpe weersatellietfoto's van zo'n beetje elk denkbaar gebied op te vragen. Er zijn zelfs experimenten waarbij de gebruiker over duizenden kilometers afstand bepaalde apparatuur, zoals telescopen en camera's, naar eigen wens kan bedienen. Steeds meer popgroepen gebruiken het net om muziek te verspreiden. Zo was een democlipje van een de nieuwste nummers van Madonna al via Internet te beluisteren voordat de betreffende cd was verschenen, compleet met een speciaal door de megaster ingesproken toelichting. De weduwe van wijlen Nirvana-zanger Kurt Cobain communiceert via Internet met fans. Nou ja communiceert: ze schrijft met enige regelmaat warrige epistels waarin ze poogt roddels te ontzenuwen.
 Internet is echter vooral van belang omdat het zicht geeft op wat een mens zich moet voorstellen bij de elektronische snelweg waar momenteel zo druk over gepraat wordt. Het netwerk laat bijvoorbeeld zien hoe men zich een wereld met vijftigduizend televisiekanalen of meer moet verbeelden. Niet dat die kanalen al op het net aanwezig zijn, al kunnen er wel zeer korte filmpjes via het net opgevraagd worden, maar de snelle ontwikkeling van het net maakt duidelijk dat die optie minder ver weg is dan het vanaf de bank gezien lijkt. Vanwege de ongekende mogelijkheden oefent het net een grote aantrekkingskracht uit op utopisten. Zij beweren dat Internet de wereld gaat verbeteren en bedienen zich daarbij van ongeveer dezelfde argumenten die idealisten jaren terug gebruikten om de kunsttaal Esperanto te promoten. Internet zou meer begrip tussen verschillende culturen kweken en daardoor zou deze wereld vrediger worden.
 Dergelijke fantasieën zijn lief en vertederend maar behoren wel tot de technologische sprookjes. Er is geen enkele reden om te veronderstellen dat Internet een radicale mentaliteitsverandering teweeg zou brengen. Wie het net gebruikt kan zelf constateren dat de gebruikers elkaar met net zoveel geestdrift de hersens inslaan als dat ze dat in de gewone wereld doen. Het enige voordeel is dat je met een computer geen fysiek geweld kunt toepassen en het dus blijft bij - soms uiterst amusante - scheldpartijen.
 Hetzelfde geldt eigenlijk - maar in mindere mate - voor de verhalen over verbeterde educatie. Internet zou het een ieder mogelijk maken kennis te nemen van informatie die nu voorbehouden is aan een geschoolde elite. Zelfs al zou dat waar zijn dan nog is het maar de vraag of de massa's inderdaad kennis willen nemen van dergelijke wetenschap. Het kijkgedrag van de gemiddelde televisiekijker is in ieder geval geen reden om daar optimistisch over te zijn.
 Net als televisie zal Internet in de toekomst hoogstwaarschijnlijk vooral gebruikt gaan worden als amusement. Het kan erg leuk zijn om `live' een potje te schaken met een onbekende in Argentinië. De tijd is niet meer ver dat er speciale aantrekkelijke spelletjes worden gemaakt die geschikt zijn om met grote groepen tegelijk te spelen. Zoals het voetbal de televisie regeert zo zullen dergelijke spellen het net gaan overnemen. Wie zegt dat Internet de wereld zal veranderen heeft het gelijk bijna automatisch aan zijn kant. De wereld verandert immers voortdurend en het is onwaarschijnlijk dat een krachtig medium als Internet daar geen invloed op zal uitoefenen. De grootste fout die de sprookjesvertellers echter maken is dat ze menen dat verandering gelijk is aan verbetering. Wie gelooft in verbetering zal zich eerst moeten afvragen of de techniek deze wereld ooit verbetert heeft en zo ja of dat effect niet teniet is gedaan door de verslechtering die er mee gepaard ging.

Francisco van Jole is journalist en auteur van het boek `De Internet-sensatie, een reisverslag uit cyberspace'.


NB: Deze tekst bestaat uit ongecorrigeerde kopij en is eigendom van Francisco van Jole. Er is geen enkele garantie dat tekst en publikatiedatum overeenstemmen met de gedrukte versie. Verdere verspreiding of gebruik niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Geraadpleegde bronnen

Home