Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 20 juni 2013

Muzikale zuigkracht van ingemetselde hoofdpersoon

Troparion/Suster Bertken van Rob Zuidam, door Asko/Schönberg o.l.v. Reinbert de Leeuw. Regie Pierre Audi. 18/6, Muziekgebouw, Amsterdam.

Er zijn nogal wat componisten die hebben geprobeerd extase in muziek uit te drukken. Sommigen lukt dat ternauwernood, anderen mondjesmaat. Een van de weinigen die erin zijn geslaagd ware vervoering in klank te gieten, is Rob Zuidam.

Dinsdagavond bracht het Holland Festival in het Amsterdamse Muziekgebouw een double-bill van zijn hand. De eerste helft, Troparion was nieuw. De tweede, Suster Bertken, klonk al eerder in 2010 in het Concertgebouw.

Het was wel even wachten voor de bibberaties toesloegen. Eerst moest er gekeken worden naar een danseres die zich geleidelijk om een tak wond, terwijl zangeres Helena Rasker in het oud-Grieks een lange bespiegelende tekst te berde bracht. Gelukkig is Zuidam een begaafd melodicus, die blijkbaar extra inspiratie heeft geput uit Raskers diepe, donkere alt, waar hij met slechts acht instrumenten een stemmige, veelkleurige begeleiding onder heeft gezet. Zo kon de statische compositie het oor toch nog veertig minuten lang bezighouden.

In Suster Bertken gebeurt evenmin veel, wat gezien de onderwerpkeuze geen wonder is. Zuidams hoofdpersoon, Berta Jacobsdochter, liet zich halverwege de 15de eeuw inmetselen in een kluis in de Utrechtse Buurkerk, waar ze 57 jaar van haar leven sleet met mediteren en het schrijven van de teksten die ten grondslag liggen aan deze opera. Zuidam heeft twee theatrale componenten meegecomponeerd. Hubert Claessens, de zanger die de rol van prior Dirck van Malsen vertolkt, speelt tevens baritonsax, wat een fantastisch effect is, hoe anachronistisch ook. Het stapelen van de stenen, dat gepaard gaat met grote klappen, werd indertijd bij de concertante première ook daadwerkelijk zichtbaar gemaakt met behulp van grote blokken.

Ook in de regie van Pierre Audi wordt titelvertolkster Katrien Baerts allengs omringd door stevige brokken steen. Aanvankelijk is de muziek turbulent en onrustig, maar als Bertken eenmaal achter haar muurtje zit en visioenen begint te krijgen, bewerkstelligt Zuidam een muzikale zuigkracht die een half uur aanhoudt. Hij leentjebuurt naar hartelust bij collega's als Messiaen, Vivier en Andriessen, maar overtreft hen allen waar het gaat om de dramatiek. Sublieme climax is de stem van Jezus, vertolkt door vier sereen zingende jongetjes, met wie Suster Bertken zich in de dood verenigd weet. Baerts levert opnieuw een indringende vertolking van de veeleisende hoofdrol en het nu omvangrijker bezette Asko/Schönberg gloeit en fonkelt. De enscenering is summier, smaakvol en eigenlijk volledig overbodig. Ze voegt niets toe aan wat destijds al hoorbaar was, namelijk dat Suster Bertken een muzikaal meesterwerk is.


© Frits van der Waa 2013