Franks homepage
Nieuw op de site
Contact
Zoeken
English

schilderij van Verwey

Shakespeare:
Voorwoord
Bibliografie
Tekstverantwoording
Vertalingen
Bewerkingen
A Lover's Complaint
De sonnetvorm
Shakespeare-links

Vertalers:
Burgersdijk
Albert Verwey
J. Decroos
Boutens
Moulijn-Haitsma Mulier
Jan Campert
Hugo Claus


Tijdgenoten:
Edmund Spenser
John Donne


Statistieken/Privacy

43

Zoals een vroom man in een heidens land
Zich toont op plein en beurs in landsgewaad,
En stalt zijn waar voor ’t huis en dingt en praat
Aldoor, om werelds goud, met vreemde en klant;

Maar sluit dán ’t huis met luiken en hij brandt
Zijn zilvren lamp met olie en ’t gelaat
Wordt bleek bij ’t geel brevier, dat openslaat
Met donkre bladen siddrende in zijn hand: –

Zó ga ’k door al het volk, op straat en plein,
Onwijsheid kwanslend, juist als hij en zij:
Sprekend met vreemden, die ik nauw versta:

Maar ’s avonds lees ik in den gelen schijn
Der lamp ’t boek onzer liefde en bid dat gij
Mij lief zult hebben tot ik sterven ga.


Uit: Oorspronkelijk dichtwerk, eerste deel, 1882-1914, Uitgeverij Querido, Amsterdam, 1938.






Sonnet 1
Sonnet 2
Sonnet 3
Sonnet 4
Sonnet 5
Sonnet 6
Sonnet 7
Sonnet 8
Sonnet 9
Sonnet 10
Sonnet 11
Sonnet 12
Sonnet 13
Sonnet 14
Sonnet 15
Sonnet 16
Sonnet 17
Sonnet 18
Sonnet 19
Sonnet 20
Sonnet 21
Sonnet 22
Sonnet 23
Sonnet 24
Sonnet 25
Sonnet 26
Sonnet 27
Sonnet 28
Sonnet 29
Sonnet 30
Sonnet 31
Sonnet 32
Sonnet 33
Sonnet 34
Sonnet 35
Sonnet 36
Sonnet 37
Sonnet 38
Sonnet 39
Sonnet 40
Sonnet 41
Sonnet 42
Sonnet 43
Sonnet 44

'Mephistopheles Epicureus'