Franks homepage
Nieuw op de site
Contact
Zoeken
English

schilderij van Verwey

Shakespeare:
Voorwoord
Bibliografie
Tekstverantwoording
Vertalingen
Bewerkingen
A Lover's Complaint
De sonnetvorm
Shakespeare-links

Vertalers:
Burgersdijk
Albert Verwey
J. Decroos
Boutens
Moulijn-Haitsma Mulier
Jan Campert
Hugo Claus


Tijdgenoten:
Edmund Spenser
John Donne


Statistieken/Privacy

36

Toen ik me ’t eerst uw liefde dagen zag,
Beving me ’t groots verlangen en de schrik
Des pelgrims, die van verre ’t eerst den blik
Liet dromen langs Jeruzalem, dat lag

Blinkend op zeven heuvlen – heel den dag
Ging hij in enen droom, tot d’ ogenblik
Van ’t ál-verstaan: hij stond met snik op snik
Wenend om Gods Zoons wee, met lang beklag.

Zo zag ’k uw liefde en ’t sloeg mij door de ziel,
Dat ge al dat leed geleden hadt om mij,
Die arm was en nu rijk, moede en nu sterk;

Gehoond, gekruist, opdat gij mij behiel’;
Gevangne, nú verlost, slaaf en nu vrij,
En juichend in uw schoon verlossingswerk.


Uit: Oorspronkelijk dichtwerk, eerste deel, 1882-1914, Uitgeverij Querido, Amsterdam, 1938.






Sonnet 1
Sonnet 2
Sonnet 3
Sonnet 4
Sonnet 5
Sonnet 6
Sonnet 7
Sonnet 8
Sonnet 9
Sonnet 10
Sonnet 11
Sonnet 12
Sonnet 13
Sonnet 14
Sonnet 15
Sonnet 16
Sonnet 17
Sonnet 18
Sonnet 19
Sonnet 20
Sonnet 21
Sonnet 22
Sonnet 23
Sonnet 24
Sonnet 25
Sonnet 26
Sonnet 27
Sonnet 28
Sonnet 29
Sonnet 30
Sonnet 31
Sonnet 32
Sonnet 33
Sonnet 34
Sonnet 35
Sonnet 36
Sonnet 37
Sonnet 38
Sonnet 39
Sonnet 40
Sonnet 41
Sonnet 42
Sonnet 43
Sonnet 44

'Mephistopheles Epicureus'