Franks homepage
Nieuw op de site
Contact
Zoeken
English

schilderij van Verwey

Shakespeare:
Voorwoord
Bibliografie
Tekstverantwoording
Vertalingen
Bewerkingen
A Lover's Complaint
De sonnetvorm
Shakespeare-links

Vertalers:
Burgersdijk
Albert Verwey
J. Decroos
Boutens
Moulijn-Haitsma Mulier
Jan Campert
Hugo Claus


Tijdgenoten:
Edmund Spenser
John Donne


Statistieken/Privacy

25

Lachjes en woorden, blikken en gebaar,
Zijn Liefdes speelgoed en een heerlijk ding,
Waarmee zij de uren rijk maakt, heel den kring
Van vierentwintig uren na elkaar,

En weer van voren. Doch zo dát slechts Haar,
De Liefde zelf zij, en ik dáarom zing,
Dan zijn wij kindren, ’t leven beuzeling,
En beter waar’ ’t, zo er geen Liefde waar’.

Maar blik of lachje zijn de Liefde niet,
(Noch wellust, ’t popje, dat Natuur haar schonk,
En dat zij liefst in mooie kleertjes houdt,

Bevreesd dat iemand ’t houten lijfje ziet; –)
Mij, die in zelf-vergeten vóor Haar zonk,
Heeft zij veel schoner dingen toevertrouwd.


Uit: Oorspronkelijk dichtwerk, eerste deel, 1882-1914, Uitgeverij Querido, Amsterdam, 1938.



Aantekeningen:

Weer kinderen als negatief symbool. Maar bovendien: wat een opmerkelijke definitie (in regel 10-12) van 'wellust'!



Sonnet 1
Sonnet 2
Sonnet 3
Sonnet 4
Sonnet 5
Sonnet 6
Sonnet 7
Sonnet 8
Sonnet 9
Sonnet 10
Sonnet 11
Sonnet 12
Sonnet 13
Sonnet 14
Sonnet 15
Sonnet 16
Sonnet 17
Sonnet 18
Sonnet 19
Sonnet 20
Sonnet 21
Sonnet 22
Sonnet 23
Sonnet 24
Sonnet 25
Sonnet 26
Sonnet 27
Sonnet 28
Sonnet 29
Sonnet 30
Sonnet 31
Sonnet 32
Sonnet 33
Sonnet 34
Sonnet 35
Sonnet 36
Sonnet 37
Sonnet 38
Sonnet 39
Sonnet 40
Sonnet 41
Sonnet 42
Sonnet 43
Sonnet 44

'Mephistopheles Epicureus'