Franks homepage
Nieuw op de site
Contact
Zoeken
English

portret van H. Moulijn-Haitsma Mulier

Shakespeare:
Voorwoord
Bibliografie
Tekstverantwoording
Vertalingen
Bewerkingen
A Lover's Complaint
De sonnetvorm
Shakespeare-links

Vertalers:
Burgersdijk
Albert Verwey
J. Decroos
Boutens
Moulijn-Haitsma Mulier
Jan Campert
Hugo Claus


Tijdgenoten:
Edmund Spenser
John Donne


Statistieken/Privacy

XVIII

Zoo schoon als zomers mooiste dag zijt gij,
Lieflijker nog en edler van gebaar,
De wind schudt ruw de bloesems van de Mei,
Te korte bloei brengt zomer in gevaar;
Dan gloeit het oog des hemels brandend heet,
Dan is het helder oppervlak befloersd,
Alsof elk schoon, om schoon te zijn, vergeet,
Door toeval of door wisseling ontkoersd.
Maar eeuwig is uw zomer en zijn duur,
Geen schoonheid worde ooit in u gekwetst,
Vrij bralle Dood op ’t komend stervensuur,
In eeuwge lijnen zijt g’in Tijd geëtst:
Zoolang de mensch bestaat, het oog hem dien’,
Leeft ook dit Beeld, waarin hij u zal zien.

Uit: H. Moulijn-Haitsma Mulier, Shakespeare – 50 sonnetten, Van Dishoeck, 1923.





Engelse tekst
   + nieuwe vertaling

oude spelling
Andere vertalingen:
A. S. Kok (1859)
Burgersdijk
Verwey
Decroos
Boutens
Jonk
De Roy van Zuydewijn
Van der Krogt
Sonneveld
Van Oyen
Bert Voeten
Hans Berghuis
Ywan von Dewall
Van Elden
Verstegen
De Roy van Zuydewijn
Paul Claes
Rien Vroegindeweij
Willem Nijholt Academie
Max Nord
Willem Muilenburg
Annelies Jorna
K. Schippers
C.W. Schoneveld
Bas Belleman
Digitaal boek


Sonnet 1
Sonnet 2
Sonnet 3
Sonnet 4
Sonnet 5
Sonnet 6
Sonnet 7
Sonnet 8
Sonnet 9
Sonnet 12
Sonnet 15
Sonnet 16
Sonnet 18
Sonnet 19
Sonnet 22
Sonnet 23
Sonnet 25
Sonnet 27
Sonnet 29
Sonnet 33
Sonnet 35
Sonnet 36
Sonnet 37
Sonnet 47
Sonnet 48
Sonnet 49
Sonnet 50
Sonnet 54
Sonnet 55
Sonnet 56
Sonnet 61
Sonnet 65
Sonnet 66
Sonnet 73
Sonnet 75
Sonnet 76
Sonnet 77
Sonnet 81
Sonnet 90
Sonnet 91
Sonnet 97
Sonnet 102
Sonnet 109
Sonnet 116
Sonnet 117
Sonnet 128
Sonnet 132
Sonnet 145
Sonnet 150