Franks homepage
Nieuw op de site
Contact
Zoeken
English

foto van Burgersdijk

Shakespeare:
Voorwoord
Bibliografie
Tekstverantwoording
Vertalingen
Bewerkingen
A Lover's Complaint
De sonnetvorm
Shakespeare-links

Vertalers:
Burgersdijk
Albert Verwey
J. Decroos
Boutens
Moulijn-Haitsma Mulier
Jan Campert
Hugo Claus


Tijdgenoten:
Edmund Spenser
John Donne


Statistieken/Privacy

CXXXV.

Wie ook haar wensch bezitt’, gij hebt uw wil,
Hebt Will daarbij en Will in overdaad;
Meer dan genoeg ben ik; al zwijgt gij stil,
Mij treft, voeg ik mijn wil bij de’ uwen, smaad.
Uw wil is groot en ruim; duldt gij dan nimmer,
Dat zich mijn arme wil in de’ uwen hult?
Vindt and’rer wil verhooring, vaak, ja immer, –
En mag ik nimmer mijn wil zien vervuld?
De zee, wat waterrijkdom zij bevatt’,
Zij, niets dan water, drinkt den regen toch;
Voeg zoo ook gij éen Will nu bij uw schat,
Hoe rijk uw wil zij, hij wordt rijker nog.
   Dood geen vereerder door een booze gril;
   Denk allen éen, mij in dien éenen Will.

Uit: Dr. L. A. J. Burgersdijk, De Werken van William Shakespeare, deel 12, uitgegeven door E. J. Brill, Leiden, 1884-1888.



Aantekening Burgersdijk:

Dit sonnet, het volgende en sonn. cxciii bevatten de woordspeling met „wil” (gezindheid, neiging), in ’t Engelsch will, en „Wilt”, de verkorting van William. Zulke woordspelingen waren zeer in zwang; zoo vindt men in een raadselboek: The Booke of Merry Riddles, uitgegeven in 1617, als eenenvijftigste raadsel het volgende:
My love’s will
I am content to fulfill
Within this rime his name is framed,
Telt me then how he is named.
Men leze natuurlijk den eersten en den tweeden regel aaneen. – Wat dit sonnet betreft, beteekent wil in den eersten regel „gezindheid”, tenzij men wil aannemen, dat de bedrogen echtgenoot der zwarte schoone ook Will heette, want dan kan hij bedoeld zijn. De eerste Will uit den tweeden regel is Sh.’s vriend, de „Will in overdaad” is Shakespeare zelf, zooals uit den volgenden regel blijkt. – Bij de vertaling van reg. 13 is de regel opgevat, alsof hij, volgens eene gissing, die door Dowden geopperd wordt, aldus gedrukt was:
Let no unkind „No” fair beseechers kill;
waarbij unkind „No” „onvriendelijke weigering”, hier „booze gril” genoemd, beteekent. Leest men, zooals in de uitgaven staat:
Let no unkind, no fair beseechers kill,
dan wordt de uitlegging vrij gedwongen, en moet unkind als substantief, als voor unkind one staande, opgevat worden.


Engelse tekst
   + nieuwe vertaling

oude spelling

Andere vertalingen:
Verwey
Decroos
Jonk
Van der Krogt


Aanteekeningen
Alles op 1 pagina
Digitaal boek

Lover's Complaint

Sonnet 1
Sonnet 2
Sonnet 3
Sonnet 4
Sonnet 5
Sonnet 6
Sonnet 7
Sonnet 8
Sonnet 9
Sonnet 10
Sonnet 11
Sonnet 12
Sonnet 13
Sonnet 14
Sonnet 15
Sonnet 16
Sonnet 17
Sonnet 18
Sonnet 19
Sonnet 20
Sonnet 21
Sonnet 22
Sonnet 23
Sonnet 24
Sonnet 25
Sonnet 26
Sonnet 27
Sonnet 28
Sonnet 29
Sonnet 30
Sonnet 31
Sonnet 32
Sonnet 33
Sonnet 34
Sonnet 35
Sonnet 36
Sonnet 37
Sonnet 38
Sonnet 39
Sonnet 40
Sonnet 41
Sonnet 42
Sonnet 43
Sonnet 44
Sonnet 45
Sonnet 46
Sonnet 47
Sonnet 48
Sonnet 49
Sonnet 50
Sonnet 51
Sonnet 52
Sonnet 53
Sonnet 54
Sonnet 55
Sonnet 56
sonnet 57
Sonnet 58
Sonnet 59
Sonnet 60
Sonnet 61
Sonnet 62
Sonnet 63
Sonnet 64
Sonnet 65
Sonnet 66
Sonnet 67
Sonnet 68
Sonnet 69
Sonnet 70
Sonnet 71
Sonnet 72
Sonnet 73
Sonnet 74
Sonnet 75
Sonnet 76
Sonnet 77
Sonnet 78
Sonnet 79
Sonnet 80
sonnet 81
Sonnet 82
Sonnet 83
Sonnet 84
Sonnet 85
Sonnet 86
Sonnet 87
Sonnet 88
Sonnet 89
Sonnet 90
Sonnet 91
Sonnet 92
Sonnet 93
Sonnet 94
Sonnet 95
Sonnet 96
Sonnet 97
Sonnet 98
Sonnet 99
Sonnet 100
Sonnet 101
Sonnet 102
Sonnet 103
Sonnet 104
Sonnet 105
Sonnet 106
Sonnet 107
Sonnet 108
Sonnet 109
Sonnet 110
Sonnet 111
Sonnet 112
Sonnet 113
Sonnet 114
Sonnet 115
Sonnet 116
Sonnet 117
Sonnet 118
Sonnet 119
Sonnet 120
Sonnet 121
Sonnet 122
Sonnet 123
Sonnet 124
Sonnet 125
Sonnet 126
Sonnet 127
Sonnet 128
Sonnet 129
Sonnet 130
Sonnet 131
Sonnet 132
Sonnet 133
Sonnet 134
Sonnet 135
Sonnet 136
Sonnet 137
Sonnet 138
Sonnet 139
Sonnet 140
Sonnet 141
Sonnet 142
Sonnet 143
Sonnet 144
Sonnet 145
Sonnet 146
Sonnet 147
sonnet 148
Sonnet 149
Sonnet 150
Sonnet 151
Sonnet 152
Sonnet 153
Sonnet 154
Lover's Complaint