29 mei 1999 WIJNVOORPROEF

13 verscheidene wijnen

"Wijnvoorproef, of wat kan je verwachten van een aantal uiteenlopende personen dat de eigen wijn meebrengt?", is de wat uitgebreidere titel die je aan deze avond zou kunnen toedichten. Het is bij uitstek een avond om de nieuwsgierige naar wijn de gelegenheid te bieden om meer geïnteresseerd te raken in wijn, maar ook in de processen voorafgaand aan het uiteindelijke product, met zijn kleur, geur en smaak. En een aardige bijkomstigheid is dat je weer eens mensen tegenkomt die de wijnen onbevangener typeren dan de min of meer doordrenkte wijndrinker dat pleegt te doen. Wat kan je verwachten van een heterogene groep personen die zijn eigen wijn meeneemt?

Hier lijkt te gelden: de vraag stellen is hem beantwoorden, daar het gezelschap van nieuwsgierigen diverse wijnen bijeenbracht, op de voorproefavond. Dertien wijnen waarvan er drie wit, één rosé, en negen rood waren gaven de veelvoorkomende verdeling van het kleurenspectrum in wijnland weer. Op de voorproef zijn nauwelijks proefnotities gemaakt door de aanwezigen, maar ik zal proberen, uit mijn herinnering te putten en een en ander daar gezegd en gesproken, op te tekenen.
Er waren zes wijnlanden 'vertegenwoordigd' (op deze Eurovision Songcontestavond): Oostenrijk, Italië, Spanje, Australië, Verenigde Staten en ... Frankrijk, bien sur, met onder andere Tokay Pinot Gris, Grenache, Zinfandel, Aglianico en Mataro als druivensoorten. Ik zal de wijnen opnoemen in de volgorde van 'meest gedronken', of 'waar hielden wij het minst van over' tijdens de voorproef.

De Aglianico Guardiolo 1998 was nog niet koud open of hij leek volledig in de dampkring te zijn vervluchtigd. Natuurlijk was dit niet te wijten aan het alcoholpercentage van slechts 12%, maar meer aan de volgens sommigen geringe inhoud van de smalle langwerpige fles (toch gewoon 75cl, dacht ik hoor). Ik typeer deze DOC-wijn gebotteld door de Comune di Guardia Sanframondi, als een wijn die eerlijk overkomt. Italië lijkt naar steeds hogere kwaliteit te streven, en het wordt daarmee een steeds grotere concurrent van Frankrijk, waar wijn van mindere kwaliteit duurder verkocht wordt. "Vive la Liberté" en leve de vrije markteconomie die is overgewaaid uit de States.

Wat wijn betreft is Zinfandel het meest Amerikaans, alhoewel hij mogelijk van een Italiaanse variant (Primativo) afstamt, het lijkt in ieder geval dezelfde druif te zijn. De fles Zinfandel Delicato Family Vineyards 1996 is geheel leeggedronken, en die van Zinfandel Talus 1997 trouwens ook. Het advies op de achterzijde van een van de flessen (goede begeleider van pizza en hamburgermaaltijden) moeten we denk ik maar niet al te serieus nemen, omdat de tekst niet voor het Europese publiek lijkt te zijn gemaakt, hooguit voor 'The Happy Hamburgerjugend', misschien. Het lijkt me meer een truc om de Amerikaan aan de door hun ondergewaardeerde Zinfandelwijn te krijgen (marketing) dan een welgemeend culinair advies, want deze wijn is naar mijn idee gewoon geschikt voor bij een stevige maaltijd. De Delicato viel bij de meesten meer in de smaak dan de Talus. Ik moet zeggen dat de Delicato 'errug' lekker was en uitspraken ontlokte als 'delicious, delicate Delicato' en 'Gimme some mo''. Niettemin vond ik de Talus veel gecompliceerder en daardoor een stuk interessanter om te proeven. Mijn verklaring voor kwalifiacties als hard, wrang, stug en dergelijke door de proevers is: deze Zinfandel is nog niet volledig uitontwikkeld. Zou hij een of twee jaar verderop in de tijd gedronken worden, ons proefgezelschap zou een eenduidigere en positievere mening zijn toegedaan over de Talus.

Over ouderen van wijnen zijn veel verhalen, maar prima informatie vind je hierover op de site van het Productschap voor wijn. Een voorbeeld van een wijn die goed kan ouderen is die van Chateuneuf du Pape. De Clos de l'Oratoire des Papes 1997 zou na vijf jaar opleggen veel beter tot zijn recht komen, maar ook van deze fles was aan het eind van de avond maar een bodempje over. Ik persoonlijk vond hem veel te gesloten, want het duurt echt nog wel even voordat deze drank uit de Vaucluse aan z'n top komt.

De Roussillon is de meest zuidelijke wijnstreek van Frankrijk die vaak in een adem genoemd wordt met het iets noordelijker gelegen, aansluitende gebied van de Languedoc. De karakterisering van de Côtes de Roussillon 1997, een wijn met appellation d'origine controlée overigens, komt overeen met de wat algemene aard der Zuid-Franse wijn: zonnig, vol en kruidig. Van de inhoud van deze fles valt dan nog te zeggen dat het kruidige iets naar het medicinale neigt. Prima wijn, wat mij betreft, maar totaal afwijkend van de andere op onze voorproef aanwezige rode wijnen.

De Domaine d'Aula - Vin de Pays de Gascogne 1993 is een streekwijn en dat wil zeggen dat het herkomstgebied in de Franse wijnwet is vastgelegd, in dit geval de streek of het land Gascogne. De wijn is een lichte rode met 11,5% alcohol, waarbij het aardig is te vermelden dat de wijn gebotteld is op het domaine, door Patrick Aurin, te Condom.

Wat kun je zeggen over Beaujolais-Supérieur 1998. Het superieure zit hem in het halve procentje meer alcohol bovenop de 10% die bij Beajolais-zonder-meer is voorgeschreven. Het is en blijft wijn van een van de grote wijnplassen uit Frankrijk, die gewoon bij de maaltijd te drinken is, maar ook later op de avond bij een lekker stukje kaas of worst.

Een uitstapje naar Oostenrijk kan zeer verfrissend zijn, getuige de Gleichgepresster Zweigelt Kabinett 1997, een witte (eigenlijk meer fumé) droge wijn met aardig wat (12,5%) alcohol. Stevig, droog en toch fris, zogezegd een verraderlijk wijntje. Oostenrijk is interessant wijnland, volgens Hubrecht Duijker in een interview recentelijk geplaatst in de Volkskrant, sinds het koelvloeistofwijnschandaal 'beter dan ooit [...]. In Europa is dat het meest opwindende wijnland'.

Een andere witte wijn is de Quay Landing Colombard 1998 uit Australië. Niet bijster interessant, maar ook hier geldt, lekker fris en droog met 11,5% alcohol. Ik proef of voel echter geen bloeiende klaverweide zoals het etiket met de tekst 'blumig' echter wel vermeldt.

De Rosé Rioja Sierra Cantabria 1996 is een kruidige wijn met 90% tempranillo en 10% Garnacha, 12,5% alcohol uit Spanje, die voor de meesten in ons proefgezelschap te veel van het goede is. Ik heb deze wijn op een najaarsproeverij beoordeeld als lekker kruidige roséwijn, en ik kom er niet op terug. Voor mij is het een klassieke rosé, en dat komt misschien door blend van verschillende jaargangen, die persoonlijke jeugdherinneringen oproept.

De meegebrachte tafelwijn La Borderie St George-d'Artagnac is een prachtig lange naam voor een Franse tafelwijn die uitnodigt om er van te proeven. Volgens de tekst op het etiket met de grootste zorg uit de beste wijngaarden gebotteld... affijn, u begrijpt het, een klassieke vin de table zonder vermelding van het oogstjaar, dus.

Hiervan was meer geproefd dan van de Tokay Pinot Gris Lentz 1997 uit de Elzas met vermelding van AOC en Cuvée réserve. Deze wijn viel qua droogheid tegen, wellicht een fenomeen van de Pinot Gris, dat hij nogal zoet overkomt? Nog eens navragen bij de wijnhandel.

Tenslotte de Grenache Matara 1998 van Qua Landing uit Australië. Wonderbaarlijk weinig van geproefd. Net als bij de rosé uit Spanje beveat deze wijn grenache. Het blijkt een fruitigheid die het publiek op deze voorproefavond niet goed kon bekoren op een enkele uitzondering na.

30 mei 1999
Edwin Brouwer