Een broedplaats?

Gemeentelijke creativiteit

door Daan van Seventer

Amsterdam ziet zichzelf graag als creatieve stad. Ook voor de weinig verdienende kunstenaar en de beginnende ontwerper moet ruimte zijn. Het gemeentelijke broedplaatsenbeleid biedt de oplossing: gebruikers zouden zo'n gebouw moeten kunnen kopen met subsidie.

In kraakpanden -of tegenwoordig als anti-kraak- is nog wel eens goedkope woon- en werkruimte te vinden voor kunstenaars. Maar dat is vaak tijdelijk. En met het beperkte budget voor broedplaatsen zijn niet veel gebouwen te koop. Als bewoners het pand wel kunnen kopen gaat dat al snel ten koste van de alternatieve en kunstzinnige sfeer.

'Wij zijn eigenlijk geen broedplaats. Vind jij dit een broedplaats?'. Alma Langeveld van stichting Wilhelmina van het gelijknamige pakhuis aan de Veemkade heeft genoeg van de term. 'We hebben zelf die naam verzonnen. Het klonk goed. Maar nu is het net alsof je hier maar zit te broeden….' Toch staat Pakhuis Wilhelmina trots op het lijstje van gerealiseerde broedplaatsen van de gemeente.

Eind vorige eeuw werd Vrieshuis Amerika gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. De Kalenderpanden en de Graansilo werden omgebouwd tot luxe flats met uitzicht op Artis of het IJ. Yuppen en rijke bejaarden wilden eindelijk weer in Amsterdam wonen. De krakers-kunstenaars hadden van de gebouwen broedplaatsen van creativiteit gemaakt maar moesten nu op zoek naar andere panden. Dat bleek moeilijk en de rumoer die zij maakten opende de ogen van de gemeente.

Er verschenen gemeentelijke nota's met titels als 'Een complete stad swingt' en 'geen cultuur zonder subcultuur' en kortgeleden: 'Amsterdam ruimte voor talent'. Als wereldstad wil Amsterdam bruisen. Daarbij hoort een alternatieve scene met goedkope ateliers, en bedrijfsruimtes voor kleine creatieve bedrijfjes. De gemeente noemt artistieke kraakpanden tegenwoordig broedplaatsen. Liever worden ze niet meer gesloopt maar, eventueel met subsidie, gelegaliseerd. Maar met de subsidie komen de regels en dus het einde van de vrijplaats waar kunstenaars en vrijbuiters hun eigen alternatieve wereld creëren.

Carolien Feldbrugge is duo-raadslid voor de Groenen / Amsterdam Anders en oud-bestuurslid van stichting Wilhelmina. In 1988 kraakte ze het gebouw met veertien anderen. Binnen twee weken waren er zestig mensen die goedkope ruimte zochten om te wonen en werken. Veel kunstenaars. Veel krakers uit andere panden. Pas nadat het gekraakt was wilde de gemeente het verhuren. 'Wij wilden het pand behouden, ook voor onszelf. Dat het ons gebouw werd, waarin we konden blijven.' Met gebruikers van soortgelijke panden werd de belangenvereniging het Gilde van woonwerkgebouwen aan het IJ opgericht. Vanaf 2000 was er het gemeentelijke broedplaatsenbeleid. Uiteindelijk heeft de stichting het pakhuis in 2002 van de gemeente gekocht.

Net een woningbouwvereniging

'Het lijkt wel een ziekenhuis hé? De lage huur is wel ten koste gegaan van de vormgeving, vind ik.' Alma Langeveld laat het vernieuwde pakhuis Wilhelmina zien Er zijn nu ongeveer tachtig werkruimten voor kunstenaars en ambachtslieden, er is een café en een galerie. Wonen kan niet. Daarvoor waren de veiligheidseisen te kostbaar en de brandweer controleert echt.

De sfeer van vroeger, van het kampvuur aan de kade voor het IJ, is weg. Vroeger kwamen de ongebondenen op bezoek: kunstenaars en vrijbuiters. Dan woonde opeens iemand in een wrakkig bootje aan de kade. Tegenwoordig is de kade in trek bij bezoekers van de binnenstad die hier nog onbetaald kunnen parkeren. Het gebouw wordt nu gebruikt voor de marketing van de buurt: leuk hé, er zijn kunstenaars.

Ook intern is de sfeer veranderd. 'Veel huurders zien de stichting als een soort woningbouwvereniging. Daar zijn de huren helemaal niet naar, dat was ook nooit de bedoeling. Zelfwerkzaamheid, het samen zorgen voor het gebouw… Dat is tegenwoordig lastiger. Je probeert erop te letten bij de selectie maar als de WC verstopt is bellen ze meteen de stichting.´ Alma Langeveld vertelt dat ook de wekelijkse dineetjes voor alle gebruikers van het pakhuis niet aansloegen. 'Het lag ook aan de muziek hoor, er werd dan opeens gesoundcheckt, en het was nogal hard.' Maar het is vooral desinteresse. De mensen zijn al lang blij dat ze eindelijk een eigen ruimte hebben waar ze kunnen blijven werken.

Een voorbeeld

De gemeente was in 2000 van plan om binnen enkele jaren tussen de 1400 en 2000 ateliers of werkplaatsen te ontwikkelen. Jaap Schoufour van het projectbureau van de gemeente zegt dat dat aantal niet wordt gehaald. ´Met het beschikbare geld en de hogere kosten komen we bij elkaar op een productie van ongeveer 1100'. Schoufour wijst erop dat broedplaatsen nu wel op de politieke agenda staan. Er komen stadsdelen bij het projectbureau die ook een broedplaats willen. Bij de gemeente is die kennis nu voorhanden; over regulering, het door de groep zelf laten afbouwen van een casco, en het zelfbestuur van woon- en werkgebouwen. De subsidie is niet meer het belangrijkste.

In stadsdeel De Baarsjes is sinds 2002 een door het stadsdeel opgezette broedplaats: Het Voor-beeld. Alain Klein werd door een ambtenaar van economische zaken gevraagd om aan de oude Edelsmedenschool aan de Postjesweg een passende invulling te geven, als anti-kraak. Klein kreeg 55.000 euro en moest daarmee zeven evenementen organiseren. Klein vroeg kunstenaars van de atelierroute of zij interesse hadden. Al snel stond de telefoon van 's ochtends vroeg tot na middernacht roodgloeiend.

Uit heel Amsterdam kwamen telefoontjes van mensen die graag goedkoop werkruimte voor hun creatieve activiteiten wilden. Veel mensen werden teleurgesteld, anderen vonden er een plek. Ook voor niet-culturele activiteiten was er ruimte. Bijvoorbeeld voor yoga, voor een discussie over de islam in Nederland, en voor opvang van jongeren uit de buurt. Bij de eerste kunsttentoonstelling was het geld van het stadsdeel al op omdat het gebouw brandveilig moest zijn. Het stadsdeel sprong bij om de huur laag te houden.

De verbouwing tot een modern schoolgebouw met een maatschappelijk centrum werd twee keer uitgesteld. Maar in januari moeten de kunstenaars en andere gebruikers weg zijn. Het stadsdeel probeert de gebruikers wat kleinere alternatieven aan te bieden maar of dat lukt in nog niet zeker. Iemand heeft in Antwerpen een plek gevonden. Daar is net als in Rotterdam of Berlijn meer ruimte.

Beeldend kunstenaar Gerard de Bruin blijft in de Baarsjes en wacht niet tot hij Het Voor-beeld uit wordt gezet. Hij begint met vier mede kunstenaars een eigen galerie, Art and Nature, met aangrenzende ateliers. Hij betaalt dan een commerciële huur. In de broedplaats heeft hij veel geleerd van de gesprekken in de kantine, van het samenwerken, van de gezamenlijke tentoonstellingen. Zonder Het Voor-beeld had hij het niet gedurfd. Nu is hij er aan toe.

Verschenen in: mug, 2004
copyright daan van seventer
terug <