Spellingherziening

Schrijvers hebben laatste woord

door Daan van Seventer

Uitgever Van Oorschot laat zijn 'taalkunstenaars' zelf kiezen welke spelling ze willen gebruiken. Ook volgens taalhistoricus Molewijk is een officiële woordenlijst niet nodig.

Op scholen en bij de overheid is 'het Groene Boekje' verplicht. Verder is iedereen vrij om er wel of geen gebruik van te maken. ,,Het is niet verboden of strafbaar om ervan af te wijken', zegt G.C. Molewijk, auteur van het standaardwerk over de geschiedenis van de Nederlandse spelling ('Spellingverandering van zin naar onzin').

Niet dat Molewijk tegen woordenlijsten is. ,,Een woordenlijst is handig als je niet zeker weet hoe je het spelt volgens de algemeen beschaafde spelling. Het is ook veel goedkoper dan een woordenboek, en het bladert makkelijker. In de negentiende eeuw waren er al woordenlijsten, woordenboeken zonder de betekenis.' Molewijk is opgelucht dat de jongste aanpassing beperkt is. ,,Zo'n commissie heeft de neiging om af te wijken van de traditie. Het is ook niet wetenschappelijk -er bestaat immers geen wetenschappelijk juiste spelling- maar een smaakkwestie, of politiek.'

Vlamingen willen dan een spelling die zoveel mogelijk afwijkt van het Frans, Nederlanders van het Duits. ,,De overheid heeft die gekkigheid altijd aangewakkerd. Nu valt het gelukkig mee. Ik denk dat het met de tijd te maken heeft. Er is meer gevoel voor de etiquette, dus ook voor het netjes opschrijven. In de jaren zeventig kreeg je opeens 'krities'.'

De gangbare motivatie voor een spellingwijziging is dat vereenvoudiging leidt tot gemak en minder fouten. Molewijk gelooft er niet in: ,,De meeste spelfouten staan los van het spelsysteem. Dan schrijft iemand 'allarm' met een verkeerd aantal l'en. Dat verhelpt een nieuwe woordenlijst niet.'

,,Een onveranderlijke spelling is het beste. Dan wen je aan het woordbeeld. Gerrit is met een t, Gerard met een d. De meeste mensen willen er geen studie van maken. Ook leenwoorden zijn meestal geen probleem: Ik wil een bestand wissen in plaats van deleten.'

Bij de vorige spellingwijziging was Wouter van Oorschot een fel criticus. Zijn uitgeverij deed er niet aan mee, riep hij toen. Nu reageert Van Oorschot in eerste instantie diplomatiek. ,,Als je een positieve grondhouding aanneemt, is deze aanpassing beperkt en niet zo vreemd.'

Hij hekelt ook niet het bestaan van een woordenlijst. ,,Er is niets tegen het, eens in de vijftig jaar, aanpassen aan de gegroeide praktijk. Maar laat het door taalkunstenaars doen, de schrijvers. Wie kun je daarvoor beter hebben dan de mensen die die taal op papier maken? Het keer op keer willen veranderen zie ik als dwangneurose van op zichzelf gerichte taalwetenschappers.'

Bij Van Oorschot hebben de schrijvers de keuze of ze mee willen doen aan de spellingwijzigingen. Bij vertalingen kiest hij voor de 'oude' spelling en bijvoorbeeld voor handhaving van het trema. ,,Reve gebruikt ook soms het cijfer 1 in plaats van het woord, dat heeft betekenis.'

,,Drie of vier spellingveranderingen in een eeuw is absurd, het logische gevolg van de taaldebilisering. Maar erger is, dat er haast niet meer 'gewoon' gelezen wordt op de middelbare school.'

Verschenen in: Trouw, 2005
copyright daan van seventer
terug <