WOESTE WEDSTRIJDEN

Deze artikelen komen uit de gratis nieuwsbrief 'Uit het veld' over sportgeschiedenis. Die bevat informatie over ontwikkelingen bij de jonge academische discipline 'sportgeschiedenis'. Ook publiceert het artikelen over de historische achtergrond van actuele gebeurtenissen in de sportwereld. Het verschijnt belachelijk regelmatig. Overname is mogelijk na toestemming.
'Uit het veld' wordt gecoördineerd door Jurryt van de Vooren, sporthistoricus en free-lance journalist. U kunt zich aanmelden op deze lijst door een mail te sturen naar jurryt@xs4all.nl.

Er zijn heel veel redenen waarom bepaalde voetbalwedstrijden een grote impact hebben: vanwege de uitslag, de invloed op het nationale bewustzijn, door de politieke gevolgen, de beladenheid vooraf of door de bemoeienissen van een politiek onfris figuur. Uit Het veld heeft er een aantal op een rijtje gezet.

- Uruguay-Argentinië (1930)
- De Volewijckers- Heerenveen (1944)
- Duitsland-Rusland (1942)
- Nederland-Zwitserland (WK 1934)
- Italié-Tsjecho-Slowakije (WK 1934)
- De Watersnoodrampmatch (1953)
- UEFA-cupfinale Bastia-PSV (1978)
- Brazilié-Hongarije (WK 1954)
- Oranje in de jaren zestig
- Schalke '04 in de jaren 39
- Juventus-Liverpool (Heizeldrama)
- Promotieavontuur Zwartemeer (1964)
- ADO-DWS (1938)
- Feyenoord-Arsenal (1938)


URUGUAY - ARGENTINIË (1930)

De eerste finale op een Wereldkampioenschap voetbal was in 1930 tussen organiserend land Uruguay en Argentinië. Dat was dezelfde eindstrijd als twee jaar eerder op de Olympische Spelen in Amsterdam. De twee beste landen van dat moment stonden tegenover elkaar, waardoor de emoties her en der stevig opliepen. 'Argentina si, Uruguay no! De overwinning of de dood!' luidde de centrale leus van de Argentijnen die op de boot stapten naar Montevideo om daar de finale te bekijken. Misschien was het daarom dat de politie de Argentijnen bij aankomst onderzocht op wapens. De verhalen zeggen dat de Belgische scheidsrechter John Langenus, die deze finale toegewezen had gekregen, de stemming aanvoelde en vooraf een levensverzekering had afgesloten. De verhalen zeggen ook dat beide partijen alleen met hun eigen bal wilden spelen, wat moeilijk is als er maar één tegelijk is toegestaan.
Langenus zou toen hebben besloten de ene helft met de ene en de andere helft met de andere bal te spelen, waarbij hij negentig minuten lang met angstzweet hoopte dat één van die ballen niet zou verdwijnen.
De thuisploeg won met 4-2, wat daar een ongekend, nationaal feest veroorzaakte. In Argentinië viel het minder goed, zodat de politie het vuur moest openen toen een woedende menigte de ambassade van Uruguay bestormde. Uruguay was de eerste wereldkampioen voetbal in de geschiedenis.

DE VOLEWIJCKERS- HEERENVEEN (1944)

De Tweede Pinksterdag van 1944, 29 mei, is het hoogtepunt uit de geschiedenis van de Noord-Amsterdamse voetbalclub De Volewijckers. Nadat de vereniging als eerste eindigde in de Eerste Klasse West 1 werd tegen de vier andere afdelingskampioenen van het land gestreden om de nationale titel. Op deze Pinksterdag speelde De Volewijckers tegen Heerenveen en een gelijkspel was voldoende voor het kampioenschap. De belangstelling voor deze wedstrijd was ondanks de oorlogsproblemen groot en hectische taferelen speelden zich af om één van de 30.000 beschikbare kaartjes te bemachtigen. Ph. K. Corstens, toenmalig bestuurslid van De Volewijckers, had de drukte met verbazing aangezien: 'Bepaalde levensmiddelen zijn moeilijk te krijgen. De mensen gaan echter niet naar de Beemster voor zichzelf, maar louter met de bedoeling om de daar verkregen groenten en aardappelen te ruilen voor ... kaartjes.'
Voor de aftrap dromden de mensen samen bij het stadion om via zwarthandelaren alsnog een kaartje te bemachtigen. Forse prijzen werden betaald, maar de politie greep onverbiddelijk in en arresteerde 150 verkopers. De agenten deelden de in beslag genomen toegangsbewijzen gratis uit aan de omstanders.
Een uitgelaten publiek was die middag getuige van een 4-1 overwinning voor de Amsterdammers, zodat het feest kon beginnen. Massaal trokken de toeschouwers de stad in voor een groot feest en verrasten de politie en de bezetter volkomen. Eigenlijk was het verboden in die laatste dagen voor de Hongerwinter -dat die winter er aan kwam wisten ze toen natuurlijk nog niet- maar door de massaliteit werd er niet ingegrepen. Integendeel, de groep werd steeds groter omdat niemand zich dat buitenkansje liet ontnemen. Een voetbalwedstrijd dus, die voor even het gevoel van oorlog wegnam in de hoofdstad.

DUITSLAND-RUSLAND (1942)

Dit is één van de meest lugubere wedstrijden aller tijden: the Match of Death. Het werd de basis van de film 'Escape to Victory' met Pele, Sylvester Stallone en Co Prins.
Nadat Duitse troepen Kiev in de toenmalige Sowjet-Unie hadden bezet in de Tweede Wereldoorlog, werd een vriendschappelijke ontmoeting georganiseerd tussen Dynamo Kiev en Duitse soldaten. Voor 12 juni 1942 werden posters door de stad opgehangen met als tekst 'Voetbal. De strijdkrachten van Duitsland tegen de stad Kiev.' Het werd uiteindelijk allemaal niet zo vriendschappelijk als was verwacht.
In die eerste ontmoeting namen de Duitsers een voorsprong van 1-0, maar voor de rust stond het al weer 2-1. Een Duitse officier was woedend door deze achterstand en beende in de rust naar de kleedkamer van Kiev. "Jullie mogen niet meer zo goed spelen," zei hij, "anders schieten we jullie allemaal neer." Natuurlijk wisten de supporters van de thuisploeg dit niet en schreeuwden hun team naar een 4-1 overwinning. Nog voor het einde verlieten de Generaal-Commadant van Kiev en zijn gevolg het stadion, waarna de scheidsrechter de wedstrijd afblies.
Aan het dreigement werd nog geen gehoor gegeven, maar de Duitsers eisten een herkansing met een sterker team. Op 17 juli kregen ze die kans, maar ze werden nu met 6-0 weggespeeld. Na nog een groot aantal sportieve strubbelingen was er voor 9 augustus wederom een wedstrijd georganiseerd, met dit maal het sterkste Duitse team dat voorhanden was. Voor de zekerheid was aan de 'Untermenschen' van Kiev nog te verstaan gegeven dat een nieuwe overwinning nu echt slecht zou aflopen, maar dat weerhield de spelers er niet van om de Duitsers te verslaan.
Ditmaal werden de spelers van Kiev wél afgevoerd en geëxecuteerd als straf voor de overwinningenreeks. Niet iedereen werd gedood: Makar Honcharenko overleefde de massa-executie. In Kiev staat nog een monument ter herinnering aan één van de meest waanzinnige wedstrijden aller tijden.
Hier meer info:
http://www.infoukes.com/history/ww2/page-14.html
http://www.ukrainiansoccer.net/html/history.html

NEDERLAND-ZWITSERLAND (WK 1934)

Oranje overmoed van spelers en supporters in niet een typisch 21e eeuws fenomeen: toen het Nederlands Elftal in 1934 zich had geplaatst voor het WK in Italië, zong het hele land tenslotte 'We gaan naar Rome', waar de finale zou worden gespeeld. Het hele land was gek en dol. 7.000 Supporters reisden hun idolen achterna per autobus, per auto en zelfs per fiets.
De grote baas van de KNVB en Oranje, Karel Lotsy, was al vertrokken naar het schiereiland omdat hij zitting had in het organiserende comité. Door zijn drukke werkzaamheden had hij weinig tijd zijn spelers te bezoeken, waardoor één van hun de verzuchting "Was meneer Lotsy maar hier" slaakte. Spits Bep Bakhuys amuseerde zich echter uitstekend: "Jongens, wat is het hier mooi! Schitterend mooi!"
Zwitserland was de eerste tegenstander. Zwitserland was ook de laatste tegenstander, want het bergvolk trok met 3-2 aan het langste eind. Zo eindigde de korte vakantie van 7.000 fans en het WK van Oranje. Wat was er nu fout gegaan, behalve dat de Zwitsers één keer meer het net vonden dan de Nederlanders?
De eerste fout was de opstelling van doelman Gejus van der Meulen. Deze reisde niet mee met de rest van het team en nam daarnaast zijn vrouw mee. Vanwege zijn individuele reis was hij niet meegegroeid in de teamgeest, waar de aanwezigheid van zijn echtgenote de afgunst opwekte van de andere spelers die hun wederhelft niet mee mochten nemen.
De aanwezigheid van de keeper wekte verdere emoties op, omdat hij aan de voorbereiding part noch deel had gehad. Iedere speler erkende dat Van der Meulen een groot sporter was, maar begreep toch niet wat hij te zoeken had in de selectie. Waarom was Leo Halle van Go Ahead of Adri van Male van Feyenoord niet opgesteld, vroegen ze zich af. Daar bleek meneer Lotsy achter te zitten.
Hij had persoonlijk de hand gehad in Van der Meulen's opstelling. Lotsy durfde het niet aan om bijvoorbeeld Van Male te selecteren, alhoewel het tijdschrift de Revue der Sporten hem 'de doelman van de toekomst' noemde. Lotsy vond het echter belangrijker dat Van der Meulen in staat gesteld werd om zijn vijftigste interland te mogen spelen, hetgeen een record zou zijn. In een persoonlijke brief aan Van Male vroeg Lotsy begrip om deze maatregel, en vertrouwde hem toe dat in de nabije toekomst zijn beurt nog komen zou.
Deze bijzondere eigen interpretatie van teamgeest bekortte Van Male's internationale carrière. Naar aanleiding van deze gebeurtenissen is het begrijpelijk dat de Revue der Sporten Lotsy verweet te doen aan vriendjespolitiek.
Alles bij elkaar was het probleem niet dat er een slechte doelman geselecteerd werd, maar dat de teamgeest, de concentratie verbroken werd. En aangezien Lotsy het zo druk had in het organiserende comité had hij weinig gelegenheid de brokken te lijmen.

ITALIÉ-TSJECHO-SLOWAKIJE (WK 1934)

Er zijn verschillende manieren om de spelers op scherp te zetten: op een persconferentie klagen over de slappe mentaliteit tijdens het klaverjassen of door de plaatselijke dictator even naar de kleedkamer te sturen. Dat laatste gebeurde in 1934 op het WK in Italië, toen het gastland in de finale aantrad tegen Tsjecho-Slowakije. De fascistische leider Benito Mussolini had de wereld voor de eerste keer laten zien hoe een groot sportevenement misbruikt kon worden voor politiek door strak in het zwart en met gestrekte arm elke wedstrijd te bezoeken. Zo moesten de buitenlanders inzien dat het systeem perfect was georganiseerd, wat sommige Nederlandse internationals overigens beaamden tijdens dat WK. Daar superioriteitsgevoelens en een blamerende nederlaag in een finale moeilijk samengaan besloot Il Duce even langs te wippen in de Italiaanse kleedkamer en de aanwezigen op de hoogte te brengen van het bestaan van gevangenissen in zijn land. En dat de spelers die van binnen mochten bekijken als ze zouden verliezen. De boodschap was duidelijk, maar het geluk moest wel een handje meehelpen.
Het duurde erg lang voordat één van de ploegen het goal wist te vinden en tot schrik van de vrijheidslievende Italiaanse spelers was dat goal van hun. De Tsjechen drongen verder aan, maar net als nu hadden ze weinig geluk in de afwerking. En net als nu viel de treffer volkomen onverwacht aan de andere kant en was een verlenging noodzakelijk, die uiteindelijk door de thuisploeg met 2-1 werd gewonnen. De Italiaanse voetballers hadden de beker gewonnen en, ook prettig, hun vrijheid en ledematen behouden.

DE WATERSNOODRAMPMATCH (1953)

Het was droevig gesteld met Oranje aan het begin van de jaren vijftig. De KNVB wilde geen betaalde voetballers opnemen, omdat de bond koste wat het kost wilde voorkomen dat in Nederland professioneel voetbal werd ingevoerd. Die Nederlandse profs op buitenlandse velden reageerden onthutst toen ze hoorden van de Watersnoodramp in 1953, waarbij ruim 1.800 doden vielen. Voormalig speler van ADO Theo Timmermans nam in Frankrijk het initiatief om een speciale wedstrijd te organiseren. De voorzitter van de Franse voetbalbond was razend enthousiast en stelde meteen voor om tegen het officiële Franse elftal te spelen, in plaats van tegen Zuid-Frankrijk.
De KNVB weigerde echter alle medewerking. Zelfs het liefdadige idee achter de wedstrijd vond ze minder belangrijk dan het stokpaardje van het amateurisme. Alleen Lo Brunt, de secretaris-penningmeester van de KNVB, kon zich vinden in het voorstel. Het was zijn idee om de steun te vragen van Prins Bernhard, de voorzitter van het Rampenfonds, waarna de Koninklijke gedwongen werd alle tegenwerkingen te staken. Er mocht gespeeld worden, maar dan wel op een donderdag en daarnaast werd verboden om in een oranje shirt te spelen. Zelfs het zingen van het Wilhelmus was verboden door de bond. In een uitverkocht huis traden Frankrijk aan, toentertijd een sterk team, en de Nederlandse profs, waarvan sommigen elkaar niet eens kenden. De thuisblijvers volgden massaal de gebeurtenissen, die in eerste instantie Frankrijk een 1-0 voorsprong opleverden. Na de rust werd onder leiding van Bram Appel het offensief geopend op het Franse doel. De gelijkmaker was van Bertus de Harder en de sensationele tweede en winnende treffer van Appel. Na negentig minuten wreef heel Europa zich de ogen uit: een ongeorganiseerd groepje Nederlandse profs had het sterke Franrkijk verslagen!
De kranten schreeuwden na afloop om de invoering van betaald voetbal in Nederland. 'Wat jammer,' schreef Het Vrije Volk, 'wat heel erg jammer dat het Nederlandse publiek dat zondag in, zondag uit naar wedstrijden moet kijken, waaraan reuk noch smaak zit, dit sublieme spel van onze profs onthouden is.' De KNVB, onder leiding van Karel Lotsy, hield de boot nog even af, maar de druk werd uiteindelijk te groot. Op 13 mei 1955 speelden voor de eerste keer betaalde voetballers mee in Oranje en speelden uitermate zwak tegen Denemarken. De grote doorbraak liet dus nog even op zich wachten.

UEFA-CUPFINALE BASTIA-PSV (1978)

Eilandbewoners zijn trots. Ze koesteren hun schapen of het verworven recht om op de linkerhelft van de snelweg te mogen rijden. Bovenal houden ze van hun geschiedenis en identiteit. Corsica is ook zo'n eiland dat niet met zich laat sollen. De ruim 240.000 inwoners maken dan wel onderdeel uit van Frankrijk, maar met veel overtuiging gebeurt dat niet.
Corscia kent twee clubs van naam: Ajaccio en Bastia. Als deze twee tegen elkaar spelen, vergeten de aanhangers even dat ze vooral iets hebben tegen niet-Corsicanen. Vol emotie, zonder een blad voor hun mond te nemen en uiterst luidruchtig steunen zij hun club door dik en dun. Een ontmoeting tussen deze twee maakt nog meer los dan een wedstrijd tussen bijvoorbeeld Bastia en een Franse club, dat door een Corsicaan eerder als een interland wordt gezien dan als een competitie- of bekerduel. John Rep, die twee jaar bij Bastia speelde, heeft dat met eigen ogen gezien.
,,Het wordt een gekkenhuis op Corsica,'' zegt hij in 1978 vlak voor de finale om de UEFA Cup tegen PSV. ,,Ik ben af en toe zelfs bang voor mijn eigen publiek. Ik ben niet zo snel bang, maar op Corsica tegen Bastia voetballen is beslist geen pretje. De mensen zijn door het dolle heen.''
Rep heeft zich niet vergist. Op dinsdagavond 25 april, aan de vooravond tegen PSV, staat in elke etalage een foto van Bastia en uitzinnige supporters scheuren ongecontroleerd door de straten. Meest opvallend echter -want bovenstaande uitingen van vreugde komen ook bij ons wel eens voor- is het leegschieten van pistolen in het plafond van een schouwburg waar de supporters clubliederen zingen.
Het zijn niet de kleinste clubs geweest die in de ronden voor de finale tegen PSV uit het UEFA-toernooi worden gegooid: Sporting Lissabon, Newcastle United, Torino, Carl-Zeiss Jena (met maar liefst 7-2) en Grasshoppers. Naast Rep strijden spelers als Larios, de inmiddels overleden Papi en de Marokkaan Krimau om elke vierkante meter Corsicaanse grond. Van enthousiasme mag dus ook wel sprake zijn.
Toch scoort Bastia niet in beide wedstrijden -toen werden de finales van de UEFA Cup nog over twee wedstrijden verdeeld- en PSV daarentegen drie keer. Niet met mooi voetbal -dat kon niet eens door het slechte weer- maar door uiterst behoudend spel. Coach Kees Rijvers heeft daarnaast de keiharde Huub Stevens gekoppeld aan Rep, die door zijn toenmalige blessuregevoeligheid de confrontatie niet aandurft en uit de wedstrijd wordt gespeeld. In Eindhoven maakt PSV het karwei af met een 3-0 zege.

BRAZILIÉ-HONGARIJE (WK 1954)

Op het WK van 1954 in Zwitserland speelden Hongarije en Brazilië in de kwartfinale. Het Hongarije van Puskas was grote favoriet. In de eerste twee wedstrijden had het 17 doelpunten voor, waaronder acht tegen West-Duitsland. In die wedstrijd echter liep Ferenc Puskas een blessure op en bleef zodoende langs de kant. Brazilië had vier jaar eerder op het WK in eigen land de finale verloren van Uruguay, waar geen enkele Braziliaan rekening mee had gehouden. Die hadden dus wat goed te maken. Voor de eerste keer speelde Brazilië in de kanariegele shirts met de groene kraag. In de laatste minuten liep de wedstrijd volkomen uit de hand, toen drie spelers werden heengezonden. Nog niet met een rode kaart trouwens, want die bestond nog niet. Maar daarmee was het feest nog niet over. Dat Hongarije toen overigens al met 4-2 had gewonnen was bijzaak.
We lezen mee met David Yallop in 'De voetbalmaffia': 'Toen de oorlog op het veld na het laatste fluitsignaal was gestopt, ging hij door de langs de zijlijn en in de kleedkamers. De Hongaarse coach Gustav Sebes kreeg een vuistslag in zijn gezicht en de geblesseerde ster Ferenc Puskas liep te zwaaien met een fles, waarmee hij volgens vele toeschouwers de Braziliaanse aanvoerder Pinheiro in het gezicht raakte. De meerderheid van beide ploegen, de politie, fotografen en leden van de Hongaarse en Braziliaanse delegaties waren. Het Braziliaanse elftal viel de Hongaarse kleedkamer binnen.' En de wereldvoetbalbond FIFA, die dit alles van dichtbij had gezien? Die reageerde zeker woedend en deelde zware straffen uit? Welnee, niets van dat al. Vriendelijk werden de twee bonden aangeschreven om hun spelers een straf te geven, maar daaraan werd geen gehoor geven. "Nou ja, dan maar niet," concludeerde de FIFA en er gebeurde niets.
De Engelse scheidsrechter Arthur Ellis had het geluk deze wedstrijd te fluiten: "Ik dacht dat het de mooiste wedstrijd zou worden die ik ooit zou beleven. Ik vond het heerlijk. Maar mijn verwachting bleek volstrekt misplaatst. Het was schandelijk."

ORANJE IN DE JAREN ZESTIG

In de jaren zestig werd de basis gelegd voor het Oranje dat twee maal de WK-finale zou bereiken. Vooral Ajax en Feyenoord deden internationale ervaringen op bij Europa Cup-wedstrijden. Toen zich ook nog een generatie aandiende met mensen als Cruijff, Keizer, Van Hanegem en Israël vielen de internationale successen opeens als rijpe appelen uit de boom. Het tijdperk van de full-profs markeerde de internationale opmars.
Daarvoor werden incidentele hoogtepunten meegemaakt. Met doelman Eddy Pieters Graafland en in het veld onder andere Faas Wilkes en Coen Moelijn werd op 4 oktober 1959 België vernederd met 9-1. Deze wedstrijd, waarbij het na zes minuten al 3-0 was, is bekend geworden als de 'Feye-moord' omdat er in de Kuip werd gespeeld. De vreugde hier duurde maar kort want nog geen drie weken later verloor Oranje in Duitsland met 7-0. Weer twee weken later was Noorwegen weer de grote verliezer, toen Nederland met 7-1 won.
Wisselvalligheid heet dat.

SCHALKE '04 IN DE JAREN 30

Het Duitse Schalke 04 is onaantastbaar in het tijdperk-Hitler. Het Schalke met halfspeler Ernst Kuzorra, zijn zwager Fritz Szepan, linksbuiten Adolf Urben en de international Rudi Gelleschen. Wat te denken van het seizoen 1936-1937 met overwinningen van 10-0, 12-1 en 17-0? Op 18 juni 1939 wordt in de kampioensfinale Admira Wien -Oostenrijk wordt in 1938 bij Duitsland gevoegd- met 9-0 verslagen! Geen wonder dat coach Bumbas Schmidt de club verlaat met de woorden: ,,Ik kan jullie niets meer leren.''
Omdat Schalke zo'n sterke en onverslaanbare eenheid is geworden, besluiten de nazi's zelfs om de club in 1938 de titel te onthouden. Het gedrag van de scheidsrechter tijdens de titelstrijd is zo opvallend, dat het ook nu nog argwaan zou opwekken. Na de wedstrijd verklaart Reichssportleiter Hans von Tschammer und Osten de lange reeks arbitrale dwalingen, die Schalke van de titel afhouden: ,,Een andere ploeg moest eens winnen, omdat het erg saai werd. De anderen durven geen finale meer te spelen, omdat ze weten dat ze verslagen voelen.''
Schalke speelt in deze jaren niet alleen opvallend goed, maar volgens de overlevering hebben twee sterspelers zich ook in positieve zin uitgelaten over Hitler. Er moet echter serieus getwijfeld worden aan het waarheidsgehalte van die vermeende uitspraken in een periode van verdovende propaganda. Anders zou Schalke waarschijnlijk niets in de weg zijn gelegd in 1938 door de hoogste autoriteiten. Dat de zegereeks plaatsheeft in het Hitler-tijdperk is misschien wrang, maar zo kan het nu eenmaal gaan. Wie in Nederland neemt het bijvoorbeeld ADO Den Haag of de Volewijckers nog kwalijk dat ze kampioen werden tijdens de bezettingsjaren?

JUVENTUS-LIVERPOOL (HEIZELDRAMA)

Op 29 mei 1985 wordt in het Brusselse Heizelstadion de finale gespeeld van de Europa Cup 1 tussen Liverpool en Juventus. Het moest een droomfinale worden, maar het wordt een voetbalramp. Vóór aanvang van de wedstrijd bestormen Engelse hooligans Blok Z, dat gevuld is met Italiaanse vaders, moeders en kinderen. Er ontstaat paniek en iedereen zoekt wanhopig naar een uitweg. Mede door falende Belgische agenten, die overijverig inslaan op mensen die over het hek klimmen om uit de hel te ontsnappen danwel met gekruiste armen voor de buik toekijken naar de chaos, vallen 39 doden. ,,Had in Blok Z maar de harde kern van Juventus gezeten,'' verzuchten de autoriteiten achteraf, ,,want die zouden niet zo in paniek zijn geraakt.''
Juventus wint uiteindelijk met 1-0, mede omdat de spelers geen weet hadden van de gebeurtenissen, maar niemand is blij met de bloedbeker. Alhoewel het de eerste Cup met de Grote Oren voor Juventus is, rouwt Turijn en is Juventus door de ramp zo'n tien jaar lang sportief en mentaal uitgerangeerd.
Topspeler Michel Platini, die verantwoordelijk is voor de winnende treffer, beëindigt kort daarna zijn spelerscarrière, omdat hij de gruwelijke ervaringen niet kan verwerken.

PROMOTIEAVONTUUR ZWARTEMEER (1964)

Voetbalvereniging Zwartemeer uit Klazienaveen (Drente) beleefde een roerige dag op 10 juni 1964 met de ontmoeting in eigen huis tegen Alkmaar, een duel voor de promotiecompetitie voor de eerste klasse betaald voetbal. Wie deze mini-competitie zou winnen zou dus promoveren. De favoriete Noord-Hollanders verloren deze wedstrijd verrassend onder toeziend oog van 12.000 toeschouwers -zoveel mensen woonden niet eens in het dorp- met 3-1.
Het ging echter mis met de volgende wedstrijd in Nijmegen tegen Roda JC, met onder andere Barry Hughes in het team. Deze Hughes had in die tijd een baantje bij Leo Horn, die toevalligerwijs ook als scheidsrechter was aangesteld. Volgens de Drenten werkten die twee ook op het veld opvallend goed samen. ,,Alhoewel dat misschien alleen in onze herinnering zo doorleeft,'' nuanceerde clublid Roelof Vos, die er in Nijmegen bij was. Een gelijkspel was voldoende voor Zwartemeer, maar het werd 2-0 voor de Limburgers. Horn zou in de ogen van de Drenten enkele dubieuze beslissingen nemen, die Zwartemeer de kop hadden gekost. In Klazienaveen vallen ze nog steeds stil als je hierover begint, dus doe dat maar niet.

ADO-DWS (1938)

Er is een tijd geweest dat er in Amsterdam meer toonaangevende clubs waren. Eén daarvan was DWS, dat voortkwam uit de volkse Spaarndammerbuurt. Een vooroorlogse sportief hoogtepunt was op 6 maart 1938, toen DWS in Den Haag afdelingskampioen werd door een 0-2 zege op ADO. Na afloop in de kleedkamers vroeg een DWS-bestuurslid om drie hoera's voor de Hagenezen, wat vragende gezichten veroorzaakte. Het bestuurslid lichtte toe: "Wij vinden het buitengewoon prettig dat ADO zo heel hard voor de overwinning gevochten heeft, zodat nu niemand zal kunnen zeggen dat het kampioenschap onze jongens cadeau gegeven is."
Bij terugkomst in de Spaarndammerbuurt stond de hele wijk op zijn kop, aldus oud-voorzitter M.J Jansen in een jubileumboek. 'Ieder huis scheen overbevolkt, de mensen puilden er letterlijk uit. Er heerste een stemming alsof ieder persoonlijk een kampioenschap had behaald en bij de rondgang door de buurt werden de auto's door een hossende menigte omstuwd.'
DWS mocht meestrijden om de nationale titel in de kampioenscompetitie en de wijk keek al vooruit naar het sportief onderwerpen van Nederland. Een andere typische volksclub uit een arbeiderswijk, Feyenoord, beleefde helaas net zijn hoogtijdagen en werd moeiteloos kampioen. De gelukswensen van wethouder De Miranda ten spijt.

FEYENOORD-ARSENAL (1938)

Het jaar 1938 was voor Feyenoord het absolute hoogtepunt van de vooroorlogse periode. Het werd afdelingskampioen en behaalde de landstitel. Ook won het voor de vijfde maal de Zilveren Bal, een traditioneel toernooi dat Sparta jaarlijks organiseerde als opwarmer van het nieuwe seizoen.
De grootste winst werd uiteindelijk geboekt op het Engelse Arsenal. Deze 'beste clubploeg van de wereld' reisde op 8 mei 1938 af naar de nog jonge Kuip, om voor de tweede keer binnen een jaar vriendschappelijk aan te treden tegen hun gastheren.
De eerste ontmoeting werd onder het toeziend oog van 53.052 toeschouwers op 6 juni 1937 door de Engelsen gewonnen met 3-0. Tijdens de tweede ontmoeting wisten de bezoekers, nu waren het er 51.790, niet wat ze zagen. Feyenoord won namelijk door een treffer van Manus Vrauwdeunt met 1-0 van de 'Gunners'.
Als de verhalen kloppen, was het gejuich kilometers ver te horen. Deze overwinning was zodoende bijzonder belangrijk voor de club en is qua impact vermoedelijk te vergelijken met de historische overwinning op AC Milan in 1969 - het jaar waarin de Europa Cup 1 werd gewonnen. Ook toen was het enthousiasme zo groot dat alles en iedereen stond te schudden op zijn grondvesten. Of, om andere lezers tevreden te stellen, met de beroemde mistwedstrijd van Ajax tegen Liverpool in 1966.