Andalucië

Andere Reisverslagen

Zondag, 5 september 1999

Vandaag gaan we naar ArcosSan Pedro kerk in Arcos de la Frontera de la Frontera. De oude kern van dit witte stadje ligt boven op de heuveltop. Wij nemen onze intrek in de Parador. De brochure heeft niets te veel beloofd. Het 16e eeuwse familiepaleis ligt op de rand van een ravijnwand. We hebben een kamer met balkon en uitzicht en kijken kilometers ver over olijfgaarden en heuvels. Zelfs vanuit het ligbad is het uitzicht adembenemend! We lopen wat door heParador van Arcos de la Fronterat oude centrum en lunchen in een eenvoudig restaurantje. De ober vertelt ons dat hij komend jaar een half jaar in Rotterdam gaat werken in een restaurant. Misschien zien we hem nog wel.

's Avonds eten we in de Parador. Ik bestel Rabo de Toro, ofwel Ossenstaart. Dat kan ik niet aanbevelen. Heel veel bot en weinig smakelijk vlees. We sluiten af met koffie en Spaanse brandy, Lepanto uit Jerez.

Maandag, 6 september 1999

We rijden naar Jérez de la Frontera. We bezoeken eerst de Alcazar. Dit is het voormalige Moorse vestingcomplex en paleis vanAlcázar van Jérez de la Frontera Jérez. Later is het vele malen verbouwd en uitgebreid door de Christelijke heersers. Het bevat ook een moskee, die weer is teruggerestaureerd, nadat ze eeuwenlang als kerk heeft dienstgedaan. Met name de tuin is zeer de moeite  waard. In de Alcazar is ook een Camera Obscura. Via spiegel en lens krijgen we een mooi uitzicht op de stad voorgeschoteld. Daarna gaan we naar de sherry kelders of Bodega van Gonzales Byass, een van de grootste van Jérez. Jérez is het centrum van de sherry streek. Het woord sherry is een Engelse verbastering van de Moorse naam voor Jérez, Xeres. Engelse wijnhandelaren vestigden zich al in de 14e eeuw in Jérez, in de zestiende eeuw gevolgd door Engelse katholieken, die in Engeland werden gediscrimineerd. Nog steeds wordt de sherry branche gedomineerd door Bodegas met Engelse oorsprong of connecties. Groot-Brittannië en Nederland nemen ruim zeventig procent van de Sherry export voor hun rekening. Gonzales Byass is de producent van Tio Pepe, een fino, ofwel droge sherry. Het dak van de Bodega wordt gesierd door een enorme windvaan met het logo van Tio Pepe. Het is de grootste windvaan ter wereld en wordt in het Guiness book of Records vermeld. We worden in een dom toeristentreintje over het terrein rondgereden en kunnen de niet meer in gebruik zijnde apparatuur bekijken. Het bereidingsproces wordt uitvoerig uit de doeken gedaan. Ook het verschil tussen de verschillende Sherry's (Fino, Ammontillado, Oloroso) wordt uitgelegd. Ook wordt hier Spaanse brandy gemaakt. Een soort cognac. Lepanto is een van de betere merken (van Gonzales Byass). Aan het eind van de rondleiding krijgen we nog een glas fino en een glas oloroso te proeven en vertoond een profesionele proever zijn inschenkkunsten.

Aan het begin van de avond nemen we, terug in Arcos, deel aan een wandeling langs de patios van Arcos. Onder leiding van een gids van de VVV, bezoeken we een groot aantal patios, waaronder ook een aantal van woonhuizen. De bewoners zijn trots op een mooie patio en tonen die maar al te graag aan toeristen. Ons groepje bestaat overigens maar uit vier mensen. 's Avonds eten we in het restaurant El Convento. Heerlijk eten. De tomatensoep blijkt niet vloeibaar te zijn en wordt met mes en vork gegeten.

Dinsdag, 7 september 1999

Dinsdag bereiken we na een speurtocht door de smalle eenrichtingsstraten van de binnenstad van Sevilla het hotel Casas de la Judería, miBarrio Santa Cruz - Sevilladden in het historische centrum van de stad. Een prachtig hotel, gevestigd in een aantal voormalige gastverblijven van een adellijke familie. De kamers liggen rond een aantal schitterende patios.

Na ons geïnstalleerd te hebben in onze kamer (hemelbed en jacuzzi!) gaan we op pad naar de kathedraal. Via de smalle straten van de Santa Cruz wijk, waarin ook ons hotel ligt komen bij de kathedraal. Dit is één van de grootste trekpleisters van Sevilla. Het is de grootste kerk ter wereld (naar inhoud) en is indrukwekkend. Met name de hoofdkapel is prachtig. De kerk is na de herovering van de stad gebouwd op de plaats waar de moskee stond. De voorhof van de moskee, Patio de Naranjas is behouden gebleven. De kerk bevat ook het graf van Columbus, althans dat zou kunnen, want over de herkomst van de beenderen in de sarcofaag bestaat geen zekerheid. Ik beklim ook de Giralda, de kerktoren. Het was eens de minaret van de moskee. De weg naar boven is ook bijzonder. 35 hellingen, breed genoeg voor twee ruiters te paard. Het uitzicht is magnifiek. De stad en de streek liggen aan je voeten.

's middags gaan we naar de Plaza de España en het Parque de María Louisa. De gebouwen rond de Plaza de España zijn gebouwd voor de Ibero-amerikaanse tentoonstelling van 1929, die door de economische crisis van dat jaar enigszins in het water viel. Langs de gevel van het gebouw zijn de Spaanse provincie hoofdsteden in tegels uitgebeeld. Het Parque Maria Louise is een aantrekkelijk schaduwrijk park, waar de toeristenkoetsjes af en aan rijden. Op weg naar het Plaza, komen we eerst lang het Hotel Alfonso XIII, Sevilla's tophotel. Het is gebouwd voor de VIP's de tentoonstelling van 1929 zouden bijwonen. Het heeft een schitterende patio. Naast het hotel ligt de Tabaksfabriek. Hier werkte Carmen, de hoofdpersoon uit de gelijknamige opera van Bizet als sigarenmaakster. Het gebouw uit ±1750 is het op één na grootste gebouw van Spanje en behoort nu tot de universiteit. Ondanks dat het al halfzeven 's avonds is, is het nog steeds loeiheet. De thermometer wijst nog 38° C aan en Sevilla doet zijn bijnaam van "braadoven" eer aan.

's Avonds verkennen we de gay scene van Sevilla die omvangrijk is. Vanavond blijven we rond de Paseo Maritimo en Calle Reyes Catolicos.Plaza de España - Sevilla

 

 

 

 

Andere Reisverslagen
terug
verder