Publicaties van CONTRAST Advies - Milieu
Kostprijsvergelijking tussen verschillende reinigingssystemen
in de stomerijbranche
Onderzoek in opdracht van Greenpeace Nederland
door Hans Heerings, CONTRAST Advies
Amersfoort, 19 augustus 1998
Inhoudsopgave
1. Inleiding
2. Methodiek en kostprijsberekening
3. Conclusies
Noten
Bijlage I. Uitgangspunten en vooronderstellingen
kostprijsvergelijking reinigingssytemenbr>
Bijlage
II. Onderverdeling kostprijzen
1. Inleiding
In deze studie is een berekening gemaakt van de kostprijzen
voor het professioneel reinigen van bovenkleding in vijf reinigingssystemen.
Deze systemen maken gebruik van verschillende oplosmiddelen. Het gaat om
reiniging in Per, KWL(1), Water (het zogenaamde
Nat-reinigen), vloeibaar CO2, en in het oplosmiddel Rynex.
Greenpeace Nederland gaf opdracht tot deze studie
om meer inzicht te krijgen in de financiële aspecten van een mogelijke
omschakeling van de bedrijfstak van Per-reiniging naar alternatieve reinigingssytemen
die de gezondheid en het milieu minder belasten, met name naar Nat-reiniging.
De discussie over de noodzaak van deze omschakeling vindt onder meer plaats
tegen de achtergrond van de Algemene Maatregel van Bestuur die het Ministerie
van VROM dit jaar nog bekend zal maken. Naar verwachting kan een belangrijk
deel van de bedrijven in de branche niet voldoen aan de strengere criteria
voor emissie en immissieconcentraties van Per die de AmvB zal stellen.
Parallel aan deze studie heeft de Chemiewinkel Groningen
een onderzoek uitgevoerd naar de stand van zaken in de technologische ontwikkeling
van een aantal reinigingssystemen die als alternatief voor Per-reiniging
worden gezien alsmede naar de stand van zaken met betrekking tot de gezondheids-
en milieuaspecten van die alternatieven.
In deze studie is de methodiek gevolgd die het Instituut
voor Reinigingstechnieken TNO (IR-TNO) toepaste bij de kostprijsberekening
van reiniging in Per. Waar nodig zijn de gegevens geactualiseerd.(2)
Voor het reinigen in Per, KWL en Nat-reiniging
zijn diverse systemen op de markt. Technische gegevens en verbruiksgegevens
zijn daarom ruim voor handen. Voor het reinigen in CO2 en Rynex
is dit niet het geval. Beide systemen worden momenteel in de markt geïntroduceerd
en getest, en er zijn geen betrouwbare praktijkgegevens voor handen. Er
zijn slechts gegevens van de respectievelijke fabrikanten die uitgaan van
optimale testomstandigheden. Dat geldt niet alleen voor de financiële
prestaties, maar ook voor de reinigingsprestaties.(3)(4) |
De uitkomsten van de berekening van kostprijzen voor
het reinigen met deze systemen is derhalve niet vergelijkbaar met de uitkomsten
van de berekende kostprijzen voor Per-, KWL en Nat-reiniging. De vergelijking
van de kostprijs van reiniging in CO2 en Rynex met de kostprijzen
van reiniging in Per, KWL en water moet daarom uitdrukkelijk met dit voorbehoud
worden geïnterpreteerd.
Bijlage I. geeft een overzicht
van de gehanteerde uitgangspunten en vooronderstellingen van de kostprijsvergelijking.
Bijlage II. geeft een overzicht
van de berekeningen.
2. Methodiek en kostprijsberekening
Figuur 1 geeft een samenvatting van de kostprijsberekening.
Figuur 1.
Het onregelmatige verloop van de kostprijzen wordt
veroorzaakt door de productie-machinecapaciteit verhouding. Bij een goede
of volledige capaciteitsbenutting is de kostprijs van een reinigingssyteem
het laagst.
De kostprijs voor reiniging in KWL is over de hele
linie het hoogst en van reiniging in CO2 het laagst. Daarbij
moet uitdrukkelijk worden aangetekend dat de berekening van de kostprijs
van reiniging in CO2 uit is gegaan van optimale testomstandigheden
en door de fabrikanten opgegeven technische specificaties. Mogelijk vallen
die in de praktijk slechter uit. Bij de berekening van cijfers voor reiniging
in Rynex is uitgegaan van de 'drop-in' toepassing van dit middel in een
Per-machine, waarbij geen additionele reinigingsversterkers (wasmiddelen)
zijn gebruikt. Indien uit praktijktesten blijkt dat 'drop-in' toepassing
en weglaten van reinigingsversterkers onmogelijk zijn dan valt de kostprijs
hoger uit dan weergegeven in figuur 1.
Figuur 2 laat de onbetrouwbare cijfers voor de kostprijs
van reiniging in CO2 en reinigen in Rynex buiten beschouwing
en toont meer in detail het verloop van de kostprijs in verhouding tot
de geproduceerde hoeveelheid kleding.
Figuur 2.
De kostprijs voor reiniging in KWL is over de hele
linie hoger dan die voor reiniging in Per en die van Nat-reiniging.
De kostprijzen van Nat-reiniging zijn afwisselen
lager en hoger dan die voor reiniging in Per. Alleen daar waar de gereinigde
hoeveelheid kleding in Per optimaal is afgestemd op de beschikbare machinecapaciteit
is de kostprijs van reiniging in Per lager dan de kostprijs van Nat-reiniging.
3. Conclusies
Een kostprijsvergelijking tussen enerzijds reiniging
in Per, KWL en water en anderzijds in CO2 en Rynex is niet betrouwbaar
omdat voor de laatste twee onvoldoende betrouwbare gegevens voor handen
zijn. Voor Rynex en CO2 moet dus een voorbehoud worden gemaakt
daar praktijkgegevens nog ontbreken. Over het geheel genomen zijn de kostprijsverschillen
tussen de alternatieven gering.
Indien reiniging in CO2 geen technische
moeilijkheden kent (knopen) en overeenkomstig de door de fabrikant gegeven
testspecificaties functioneert dan is de kostprijs van dit reinigingssysteem
de laagste van de berekende kostprijzen in de range van 700 tot 1500 kilogram
gereinigde kleding per week.
Bij de berekening van kostprijs voor reiniging in
Rynex is uitgegaan van de 'drop-in' toepassing van dit middel in een Per-machine,
waarbij geen additionele reinigingsversterkers (wasmiddelen) zijn gebruikt.
De kostprijs valt vrijwel samen met die van Per. Indien uit praktijktesten
blijkt dat 'drop-in' toepassing en weglaten van reinigingsversterkers onmogelijk
zijn dan valt de kostprijs hoger uit.
De kostprijs van reiniging in KWL is over de hele
linie hoger dan die voor reiniging in Per en Nat-reiniging.
De kostprijs van Nat-reiniging en Per ontlopen elkaar
gemiddeld genomen nauwelijks. Bij variërende productie zijn de kostprijzen
van Nat-reiniging afwisselend lager en hoger dan die voor reiniging in
Per, maar ontlopen elkaar echter niet veel. Nat-reiniging als alternatief
voor Per geeft dus financieel geen meerkosten. Bovendien is het financiële
risico van investeren in Nat-reiniging lager door de lagere investeringskosten.
Bijlage I. Uitgangspunten en
vooronderstellingen kostprijsvergelijking reinigingssytemen
Algemeen
-
Bij de kostprijsberekeningen zijn zoveel
mogelijk de gegevens gebruikt en de methodiek gevolgd van het Instituut
voor Reinigingstechnieken TNO(5). In de afgelopen
jaren heeft IR-TNO diverse kostprijs opstellingen gemaakt. Daar waar van
de rekenwijze van IR TNO is afgeweken of gegevens zijn geactualiseerd is
dat expliciet aangegeven.
-
Uitgangspunt van de vergelijking is een
productie per week van 800 kilogram gereinigde kleding bij een maximale
bedrijfstijd van 50 uur per week. Dit komt overeen met de gemiddelde productie
van een gangbare warme winkel. Vervolgens is berekend welke invloed
een lagere productie en een hogere productie heeft op de kostprijs per
kilogram (minimaal 600 en maximaal 1600 kg/week). Bij een hogere productie
zijn, afhankelijk van de capaciteit, investeringen nodig in extra apparatuur.
-
Bij alle reinigingssytemen is rekening
gehouden met de aanwezigheid van een additionele standaard nat-reinigingsmachine,
behalve bij de kostprijsberekening van het nat-reinigingssyteem. Verder
bestaat de configuratie uit 2 universeelpersen plus Low Boy, één
voorwerkcabine, één detacheertafel en één stoompop.
Alleen bij het Nat-reinigen is deze configuratie gewijzigd: zie daarvoor
de additionele veronderstellingen bij het nat-reinigen.
-
De kostprijsberekening gaat uit van een
gelijke waskwaliteit tussen de systemen. Dat wil zeggen dat de textielreiniger
precies weet welke kleding wel en niet met zijn reinigingssyteem kan worden
gereinigd. Daarom is bij geen van de systemen een extra post voor schadeclaims
of verzekeringen tegen schadeclaims opgenomen. Evenals bij het model van
IR-TNO is geen rekening gehouden met de kosten van detacheermiddelen.
-
De tarieven voor elektriciteit en water
zijn volgens opgave van het energie- en waterbedrijf.
-
De kostprijs van stoom (per kilogram)
is exclusief afschrijvingskosten van de installatie.
Additionele vooronderstellingen Per-reiniging
-
Bij de kostprijsberekening voor Per-reiniging
heeft de P 25 van de firma Böwe model gestaan. Prijs ƒ 119.800,-.
Deze machine heeft volgens opgave een capaciteit van 23-25 kilogram kleding.
-
In afwijking van de berekeningen van IR-TNO
zijn de energiekosten (elektriciteit en stoom) opgesplitst naar:
-
reinigingsmachine (volgens opgave van
de machinefabrikant)
-
overige energiekosten voor opmaak, verlichting
ventilatie etc. (berekend)
Daarbij zijn de overige energiekosten
berekend op basis van de uitkomsten van onderzoek naar energiegebruik in
de branche(6). Deze uitkomsten toonden een
verdeling tussen a. en b. bij het elektriciteitsverbruik van 60 respectievelijk
40 procent, en bij het stoomverbruik van 25 respectievelijk 75 procent.
Additionele vooronderstellingen bij
KWL reiniging
-
Bij de kostprijsberekening voor KWL-reiniging
heeft de K 25 (met destilleerketel) van de firma Böwe model gestaan.
Prijs ƒ 158.500 (inclusief destillatie eenheid). Deze machine heeft volgens
opgave een capaciteit van 23-25 kilogram kleding.
-
Deze machine is ook leverbaar zonder destillatie-eenheid
(en in plaats daarvan een poederloos filter) tegen een prijs van ƒ 125.500.
Bijna alle in Nederland geleverde KWL-reinigingsmachines van Böwe
zijn echter geleverd met destillatie-eenheid omdat de afnemers bij de goedkopere
uitvoering vrezen voor bacteriegroei en geur-verontreiniging aan de kleding.
-
De bewerkingstijd die samenhangt met het
detacheren van textiel dat in koolwaterstoffen wordt gereinigd is 20 tot
40 procent meer dan voor Per-reiniging. De overige bewerkingstijden (voorsorteren,
controle na reiniging, na sorteren en opmaak) zijn gelijk.(7)
Additionele vooronderstellingen bij
Nat-reiniging
-
Bij de kostprijsberekening van Nat-reiniging
heeft het Aquatex systeem model gestaan. De configuratie is gewijzigd ten
opzicht van de configuratie zoals die is gehanteerd bij de andere reinigingssystemen.
Als reinigingsmachine is gekozen voor de Aquatex 30-50 (Ipso 234). Deze
heeft een capaciteit van 23 kilogram. Als droogmedium voor colberts ed.
wordt niet gebruik gemaakt van de Aquatex droogkast maar van een zogenaamde
multifinisher (droogpop / vormende droger), deze doet ook dienst als stoompop,
waardoor de aparte stoompop vervalt. In plaats van 2 universeelpersen +
Low Boy komen 2 koudstrijktafels en een topper.(8)
-
De capaciteit van één multifinisher
bedraagt 11 kledingstukken per uur. Bij een bedrijfstijd van 48 uur per
week betekent dit een capaciteit van 528 kledingstukken per multifinisher
per week. Bij een productie van 1200 stuks kleding per week (800 kg.) -
waarvan tussen de 40 en 45 procent (43% gemiddeld) colberts ed. - is een
capaciteit nodig van de multifinisher van 516 stuks. Er is dus precies
1 multifinisher nodig om deze productie te halen. Bij hogere productie
is een tweede multifinisher nodig. De eventuele overcapaciteit kan worden
ingezet voor bijvoorbeeld de droging van overhemden (= extra omzet).
-
Omdat het bij Aquatex Nat-reinigen gaat
om een transfer-systeem (van wasser naar droger en droogpop) is de bruto
cyclustijd van de reinigingsmachine gelijk aan de netto cyclustijd plus
de tijd nodig om te laden en te ontladen. Met deze transfertijd is rekening
gehouden door bij het drogen op de droogpop een geringe hoeveelheid arbeidstijd
te rekenen: 60 kg kleding (colberts ed.) per uur.
-
De opmaaktijd bij Nat-reinigen is langer
dan bij andere systemen. Ook het drogen vraagt extra bewerkingstijd ook
al zijn de multifinishers (droogpoppen) efficiënter dan een droogkast.
-
Het stoomverbruik bij de nabewerking ligt
lager dan bij de andere systemen doordat gebruik wordt gemaakt van koudstijktafels
in plaats van universeelpersen (geschat op 90% t.o.v. Per). Omgekeerd ligt
daardoor het elektriciteitsverbruik iets hoger (geschat op 110% t.o.v.
Per-reiniging). De multifinisher heeft hetzelfde stoomverbruik als de conventionele
stoompop.
-
Het machineonderhoud ligt lager dan bij
andere systemen (bijvoorbeeld Per).
Additionele vooronderstellingen bij
CO2-reiniging
-
Bij de kostprijsberekening voor CO2-reiniging
heeft de MiCARE-420 van de firma MiCELL Technologies Inc. Model gestaan.
Prijs ƒ 300.000. Deze machine heeft volgens opgave een capaciteit van 21
kilogram kleding. Het betreft een machine waarvan er nu een zestal testexemplaren
bestaan. Eind 1998 wordt het systeem in de VS op de markt gebracht. De
machine recycelt het CO2 door middel van destillatie. Er treedt
een gering verlies van CO2 op.
-
Detacheren is niet nodig omdat het proces
op kamertemperatuur plaatsvindt (tussen de 12,7 en 18,3 graden Celsius)
en er daarom geen gevaar bestaat van het vastzetten van vlekken zoals bij
reinigen in Per en KWL dat op hogere temperaturen gebeurt.(9)
Door de lagere temperatuur is ook het energiegebruik lager dan bijvoorbeeld
reiniging in Per. Er wordt bovendien geen koelwater gebruikt.
-
Voor de reiniging in vloeibaar CO2
zijn speciale reinigingsversterkers (detergenten) ontwikkeld. Aangenomen
is dat de prijs hiervan hoger ligt dan bij bijvoorbeeld de reinigingsversterkers
gebruikt in Per. Het MiCARE systeem recycelt de reinigingsversterkers.
Bij de kostprijsberekening is een verlies per cyclus geschat op 20 procent.
-
Het MiCARE systeem heeft een beperkte
hoeveelheid residu. Aan de afvoer daarvan zijn geen speciale eisen gesteld.
De kosten van de afvoer van het residu zijn geschat op 10 procent van de
afvoerkosten bij Per-reiniging.
-
Omdat het CO2-proces de kleding
minder kreukt is de opmaak minder arbeidsintensief.(10)
Bij de berekening is uitgegaan van een schatting van 30 kg kleding per
uur (in vergelijking met 22,2 kg kleding bij opmaak van kleding die is
gereinigd in Per). Ook het stoomverbruik bij de opmaak is naar verhouding
lager geschat.
-
Het stoomverbruik van de reinigingsmachine
is per kg kleding hetzelfde als bij reiniging in Per (0,778 kg).(11)
Additionele veronderstellingen bij
Rynex
-
Rynex is een zogenaamd "drop in"-middel.
Volgens de leverancier is geschikt voor gebruikt in bestaande (Per-)reinigingsmachines.
Die dienen daartoe wel te worden omgebouwd hetgeen tussen de ƒ 10.000,-
en ƒ 12.000,- aan investeringskosten met zich meebrengt (vacuüm-unit
en waterafscheider).(12) Bij de kostprijsberekening
is daarom uitgegaan van een bestaande Per-machine (Böwe P25) en is
een bedrag van ƒ 11.000,- voor ombouwkosten gehanteerd.
-
Rynex kan ook worden toegepast in een
nieuwe reinigingsmachine. Indien de toepassing van Rynex aanslaat in de
markt dan mag verwacht worden dat de machinefabrikanten hun machines zullen
kunnen leveren zonder meerkosten.
-
Rynex is een oplosmiddel en wasmiddel
in één. Er is dus geen reinigingsversterker nodig..
-
Wassen in Rynex kost evenveel elektriciteit
als in Per en verbruikt iets minder stoom(13)
(geschat is 10% minder).
-
Er zijn geen speciale eisen gesteld aan
de afvoer van het residu. De kosten van de afvoer van het residu zijn geschat
op 10 procent van de afvoerkosten bij Per-reiniging.
Bijlage II.
Noten
1. Kohlwasserstof Lösemittel
2. Kostprijs reinigen
bovenkleding. Ing. J.H. van den Berg. IR-TNO consult no. 110. maart 1997.
3. Bij reinigen in
CO2 zijn tijdens de ontwikkelfase problemen met knopen gemeld.
Het is onbekend of deze ook optreden in het hier beschouwde MiCare systeem.
Daar is bij de kostprijsberekening niet van uitgegaan. Indien dat toch
het geval is leidt dit tot een verhoging van de kostprijs (arbeidskosten
voor het verwijderen en weer aanzetten van knopen).
4. Het is onduidelijk
of Rynex als drop-in middel kan functioneren of dat uit de testen zal blijken
dat er een speciale Rynex-machine voor nodig is. Verder is onduidelijk
of het middel zonder toevoeging van reinigingsversterker het gewenste resultaat
kan halen.
5. IR-Consult no.
110. Kostprijs Reinigen bovenkleding. Door. Ing. J.H. van den Berg. Instituut
voor reinigingstechnieken TNO. Maart 1997.
6. Energiebesparing
in het textielreinigingsbedrijf. Ing. J.H. van den Berg, Ing. W.A.J.L den
Otter, Drs. B.P.A. Schippers. IR-TNO. December 1993. p. 10.
7. Satec BOR-lid geworden.Textielbeheer
nr.6. december 1996. p.27
8. Sinds enkele maanden
heeft JLA, de Britse leverancier van het Aquatex systeem, de nieuwe multifinisher
in zijn pakket opgenomen.
9. A Green Clean.
New detergents dissolve obstacles to pollutionfree solvents. Corinna Wu.
ScienceNewsOnline. 16 Augustus 1997. p. 4.
10. Capital Idea
may just Clean Up the Dry Clening Industry. Debra Morgan. WRAL5 Online.
23 februari 1998. p.2.
11. E-mail correspondentie
Global Technology dd. 29-5-1998: DryWash. p. 1.
12. Volgens opgave
van de firma Zeekant in Purmerend, het eerste bedrijf in Nederland dat
met Rynex experimenteert. Inmiddels zijn de proefnemingen stopgezet.
13. Volgens opgave
van de firma Zeekant in Purmerend.
Dit onderzoek is in augustus
1998 uitgevoerd voor Greenpeace Nederland.
Voor vragen en opmerkingen
over deze publicatie, of voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek met
CONTRAST Advies, kunt u contact opnemen met:
CONTRAST Advies - Milieu
Sint Ansfridusstraat 39
3817 BE Amersfoort
Tel: 033-4652806
Fax: 033-4659711
Terug naar de thuispagina
van CONTRAST Advies - Milieu
© CONTRAST Advies 1998
- Laatste wijziging van deze pagina: 10 juni 1999