Publicaties van CONTRAST Advies - Milieu


Wat betekent het omSmILEn van Nederlandse personenauto's voor de CO2-emissie?

door Hans Heerings, CONTRAST Advies

In opdracht van Greenpeace Nederland


Amsterdam, november 1996


Inhoudsopgave

  1. Samenvatting en conclusies
  2. De CO2-emissie door het Nederlandse wegvervoer in de vooruitberekening van het RIVM en de AVV
  3. De CO2-reductiedoelstellingen van de Nederlandse regering worden niet gehaald
  4. De CO2-emissie veroorzaakt door Nederlandse personenauto's
  5. Het effect van omSmILEn op de Nederlandse CO2-emissie
  6. Noten

Bijlages:

  1. Verantwoording van de vooruitberekening
  2. Cijfermatig overzicht van de scenario's

1. Samenvatting en conclusies

Dit rapport behandelt de resultaten van een vooruitberekening door het onderzoeksbureau CONTRAST Advies van de effecten van de introductie van zuinige personenauto's op de CO2-emissie in Nederland. Als voorbeeld van een zuinige benzineauto is de SmILE gekozen.

SmILE staat voor Small, Intelligent, Light en Efficiënt. De Zwitserse ingenieurs die in opdracht van Greenpeace een auto volgens het SmILE-concept bouwden, namen de Renault Twingo als uitgangspunt. Ze ontwierpen een zuinige motor, bespaarden op gewicht en brachten de luchtweerstand naar beneden. Het resultaat was een auto die 3 liter benzine per 100 kilometer verbruikt. Het SmILE-project van Greenpeace toont aan dat het voor autoproducenten technisch mogelijk is om lichtere auto's op de markt te brengen die veel minder benzine verbruiken dan de huidige, lichte auto's.
Wat zou het effect op het brandstofverbruik, en dus op de CO2-emissie, zijn, als alle autoproducenten vanaf heden hun lichtere auto's volgens het SmILE-concept zouden aanpassen? Deze aanpassing noemen we "omSmILEn". Het gaat hierbij nadrukkelijk alleen om nieuwe auto's die in de komende jaren op de markt zullen komen.

In de vooruitberekeningen van het effect van het "omSmILEn" op de CO2-emissie is in dit rapport uitgegaan van de omvang van het huidige park van lichtere benzine auto's, tot en met 1.050 kilogram. Dat is de groep auto's die nu reeds terug kan naar een brandstofverbruik van 3 liter per 100 kilometer. Buiten de berekening bleven de zwaardere typen personenauto's, en auto's op diesel en LPG. Ook bij deze auto's kan het brandstofverbruik en de CO2-emissie sterk naar beneden. Gegeven deze beperkingen, en de huidige en toekomstige technische mogelijkheden, valt een veel grotere reductie van CO2-emissie uit het "omSmILEn" van alle personenauto's te halen. Hieruit volgt dat de vooruitberekening zoals die in dit rapport is gemaakt een conservatieve schatting behelst.1

In de vooruitberekeningen is aangenomen is dat alle personenauto's op benzine tot en met 1.050 kilogram vanaf 1 januari 1998 in een periode van 11 jaar worden vervangen door nieuwe zuinige auto's, vergelijkbaar met de SmILE. De resulterende afname van de CO2-emissie is afgezet tegen de te verwachten CO2-emissies van het Nederlandse wegverkeer en de Nederlandse personenauto's in het jaar 2010. Daarvoor is gebruik gemaakt van vooruitberekeningen van het RIVM en de AVV ten behoeve van de Vervolgnota Klimaatverandering.

Uit de vooruitberekening blijkt dat het geleidelijk "omSmILEn" van alle nieuwe lichtere typen personenauto's die rijden op benzine, in het jaar 2010 leidt tot een reductie in de CO2-emissie van 2,7 tot 3,6 miljard kilogram. Dat is een vermindering van circa 1,4 procent van de totale CO2-emissie in Nederland van 219 miljard kilogram, die het RIVM voorziet voor het jaar 2010.² Het is een vermindering van 11 tot 12 procent van de totale CO2-emissie door het Nederlandse wegverkeer in het jaar 2010. Deze bedraagt in dat jaar, met de voorziene beleidsmaatregelen volgens de prognoses van het RIVM, naar schatting 26 tot 31 miljard kilogram.
De berekende reductie als gevolg van het "omSmILEN' betekent een vermindering van 19 tot 22 procent van de totale CO2-emissie door Nederlandse personenauto's, die naar schatting van het RIVM 14 tot 16 miljard kilogram zal bedragen in het jaar 2010 (alle cijfers afgerond). Het "omSmILEn" levert daarmee een substantiële bijdrage aan de vermindering van de CO2-emissies.

De in de afgelopen vijf jaar sterk toegenomen CO2-emissie door personenauto's loopt in het jaar 2010 door het "omSmILEn" terug tot een omvang van tussen de 11,6 en 12,6 miljard kilogram, afhankelijk van het gevoerde overheidsbeleid. Dat is ruim onder het niveau van 1990 van 15,1 miljard kilogram. De CO2-emissie door het totale wegverkeer in Nederland bereikt door het "omSmILEn", in combinatie met een pakket additionele beleidsmaatregelen, in het jaar 2010 een niveau van 23,3 miljard kilogram. Dat is net onder het niveau van 1990 van 23,8 miljard kilogram.
Indien die additionele maatregelen niet worden genomen, komt de emissie na omSmILEn uit op een niveau van 27 miljard kilogram CO2 in het jaar 2010. Daarmee blijft de CO2-emissie doelstelling van de Nederlandse regering voor het wegverkeer van 20,7 miljard kilogram in het jaar 2010 in alle huidige beleidsscenario's uit het zicht. Om die doelstelling te halen zijn verdergaande aanvullende beleidsmaatregelen noodzakelijk. 

2. De CO2-emissie door het Nederlandse wegvervoer in de vooruitberekening van het RIVM en de AVV

De reducties in de CO2-emissie door het "omSmILEn" van lichte personenauto's zijn afgezet tegen vooruitberekeningen van het RIVM en de AVV.³ Deze vooruitberekeningen hebben het RIVM en de AVV gemaakt ten behoeve van het zogenoemde verkeers-doelenoverleg, gelieerd aan de Vervolgnota Klimaatverandering (VNKV) die het ministerie van VROM onlangs heeft uitgebracht.

Er zijn twee scenario's door RIVM/AVV doorgerekend, die beiden de periode 1990 - 2010 beslaan:
 
 

  1. In een zogenaamd basisscenario is rekening gehouden met het pakket van beleidsmaatregelen waarmee ook in de Nationale Milieuverkenning 3 is rekening gehouden. Dit scenario noemen we hieronder kortweg: Klimaatnota-basisscenario
  2. In een tweede scenario is rekening gehouden met een pakket additionele maatregelen dat vanaf het jaar 2000 de CO2-emissie extra moet terugdringen. Dit scenario noemen we kortweg: Klimaatnota-scenario

  3.  

     
     
     

In de scenario's is verondersteld dat door de regering voorgenomen beleidsmaatregelen ook inderdaad worden uitgevoerd. Dat is niet altijd het geval. Bovendien hebben maatregelen soms minder effect dan gehoopt. De feitelijke CO2-emissie van het Nederlandse wegverkeer steeg in de periode 1990-1995 dan ook al sterker dan in beide bovengenoemde scenario's werd verondersteld, zoals blijkt uit afbeelding 1.

[CO<sub>2</sub>-emissie wegverkeer]

In afbeelding 1 zijn het Klimaatnota-basisscenario en het Klimaatnota-scenario weergegeven. In de afbeelding zijn ook de cijfers van de werkelijke CO2-emissies, zoals berekend door het CBS, weergegeven voor de jaren 1990 tot en met 1995.
Uit de afbeelding blijkt dat in de periode 1990 tot en met 1995 de CO2-emissie veroorzaakt door het Nederlandse wegverkeer steeg van 23,8 naar 27,4 miljard kilogram. Duidelijk is verder te zien hoe vanaf het jaar 2000 de extra beleidsmaatregelen van het Klimaatnota-scenario zorgen voor een vermindering van de totale CO2-emissie van het Nederlandse wegverkeer. 

3. De CO2-reductiedoelstellingen van de Nederlandse regering worden niet gehaald

Uit afbeelding 1 blijkt bovendien dat de reductiedoelstellingen voor CO2-emissie veroorzaakt door het Nederlandse wegverkeer voor het jaar 2010 niet worden gehaald met het voorgenomen beleid. De Nederlandse regering heeft zich namelijk in het Nationaal MilieubeleidsPlan-plus (NMP+) ten doel gesteld om de CO2-emissie van het Nederlandse wegverkeer in het jaar 2000 te stabiliseren op het niveau van 1996, en daarna nog eens terug te dringen met 10 procent. Die vermindering moet in het jaar 2010 zijn gerealiseerd. Vanaf dat jaar mag het Nederlandse wegverkeer jaarlijks dus niet meer dan 20,7 miljard kilogram CO2 uitstoten.
Het Klimaatnota-basisscenario komt in het jaar 2010 uit op een CO2-emissie van 30,6 miljard kilogram. Met een pakket additionele maatregelen vanaf het jaar 2000 komt het Klimaatnota-scenario in 2010 uit op 26,1 miljard kilogram in 2010. Dat is 5,4 tot 9,9 miljard kilogram hoger dan de 20,7 miljard kilogram die de Nederlandse regering in het NMP+ als doelstelling voor de CO2-emissie door het wegverkeer in het jaar 2010 heeft vastgesteld! 

4. De CO2-emissie veroorzaakt door Nederlandse personenauto's

[CO<sub>2</sub>-emissie personenauto's]

Afbeelding 2 laat zien hoeveel CO2-emissie veroorzaakt wordt door personenauto's in Nederland. Ook hier is weer gebruik gemaakt van de vooruitberekening van het RIVM en de AVV (Klimaatnota-basisscenario en Klimaatnota-scenario).
Net als in afbeelding 1 blijkt uit de CBS-cijfers in afbeelding 2 dat er tussen 1990 en 1995 een grote toename heeft plaatsgevonden van de CO2-emissie door personenauto's. Deze emissies stegen in vijf jaar van 15,1 miljard naar 17,2 miljard.
Afbeelding 2 laat verder zien dat het alleen in het Klimaatnota-scenario, dus met de additionele beleidsmaatregelen, lukt om de CO2-emissie van personenauto's onder het niveau van 1990 te krijgen.

Uit de afbeeldingen 1 en 2 kan ook geconcludeerd worden dat bij de huidige snelle groei van de CO2-emissie door het wegverkeer, uitstel van maatregelen de kans steeds verder verkleint om de NMP+ -doelstelling te halen. 

5. Het effect van "omSmILEn" op de Nederlandse CO2-emissie

Een manier om een drastische reductie van de CO2-emissie door het wegverkeer te bereiken is het bouwen van lichtere auto's met efficiëntere motoren. Greenpeace heeft met de realisering van het SmILE-concept aangetoond dat het technisch uitstekend mogelijk is om een benzineauto te bouwen die 1 op 30 rijdt. Het brandstofverbruik van de SmILE is daarmee half zo groot als dat van de Renault Twingo, die als uitgangsmodel voor de bouw van de SmILE werd gebruikt. Elke liter benzine minder levert een reductie van de CO2-emissie op van circa 2,4 kilogram.

In principe kan van elk type auto een SmILE-versie worden gebouwd. Omdat het nu al technisch mogelijk is voor de minder zware personenauto's, is in de vooruitberekening in dit rapport gekeken naar het effect van het "omSmILEn" van alle benzineauto's in Nederland tot en met 1.050 kilogram. Met andere woorden: de vooruitberekening laat zien wat het effect is op de CO2-emissie indien autoproducenten hun lichtere modellen vanaf 1998 slechts aanbieden met een zuinige motor en een gereduceerd gewicht, vergelijkbaar met de SmILE.
Tabel 1: Gangbare personenauto's op benzine, tot en met 1.050 kilogram (leeggewicht)
Van de autotypen met een asterix (*) bestaan ook uitvoeringen zwaarder dan 1.050 kilogram
Merk Type
Alfa Romeo

Audi

Austin

Citroen

Daewoo

Daihatsu

Fiat

Ford

Honda

Hyundai

Lada

Lancia

Mazda

MG

Mitsubishi

Nissan

Opel

Peugot

Renault

Rover

Seat

Skoda

Subaru

Suzuki

Toyota

Volkswagen

Volvo

Alfasud sprint 1.7; Alfa 33*.

80 1.6 en 1.8.

Mini 1000; Metro; Maestro; Montego*.

AX; Saxo; ZX*; BX*.

Nexia.

Cuore; Charade; Valera; Applause.

Cinquecento; Panda; Uno; Punto; Tipo*; Bravo 1.4 en 1.6; Regatta; Tempra*; Barchetta.

Fiesta; Escort*; Orion*; Sierra*.

Civic*; Integra; Concerto 1.5; Accord*.

Pony; Exel; Stellar 1600.

1200; 2104 t/m 2107; Samara.

Delta 1.3 en 1.6.

121; 323*; MX 5.

MGF 1.8.

Colt; Lacer 1.3 en 1.5.

Micra; Sunny*; Almera 1.4; 100 NX 1.6.

Corsa; Kadett; Astra 1.4* en 1.6*; Vectra 1.6; Tigra.

106; 205; 306 1.4, 1.6* en 1.8*; 309; 405 1.4, 1.6* en 1.9*.

Express; Twingo; Clio; 9; 11; 19 1.4 t/m 1.8; Megane 1.4 en 1.6; 21 1.7*.

Mini; 111; 114; 213.

Marbella; Ibiza; Cordoba 1.4 t/m 1.8; Malaga; Toledo*.

105; 120; 130; 136 R; Favorit; Forman; Felicia.

Mini Jumbo; Vivio; Justy; 1.6 'L'; 1.8 'L'*.

Alto; Swift; Baleno; Capuccinno Turbo; X-90 1.6 INJ; Samurai 1.3; Vitara 1.6*.

Starlet; Corolla 1.3 en 1.6*; Carina 1.6*; Paseo; Celica 1.6*; 

Polo; Golf 1.3 t/m 1.8*; Jetta 1.3 t/m 1.8*; Vento 1.4 t/m 1.8*.

340; 440; 460; 480.

Tabel 1 geeft een overzicht van de meest gangbare personenautomodellen op benzine tot en met 1.050 kilogram, die daarmee in aanmerking komen om in een "SmILE-versie" op de markt te komen. Overigens zitten er bij deze lijst nogal wat modellen die niet meer geproduceerd worden, en zijn vervangen door nieuwere modellen.

Van deze autotypen reed volgens het CBS in 1995 in Nederland een wagenpark van 3,7 miljoen auto's rond. Die legden samen 45 miljard kilometer af en verbruikten 3,3 miljard liter benzine. Daarmee waren ze verantwoordelijk voor de emissie van 7,9 miljard kilogram CO2, zoals blijkt uit tabel 2.
Tabel 2: Enkele kenmerken van het Nederlandse autopark
Actieve autopark op 1 augustus 1995 Nederlandse autopark Waarvan rijdt op benzine Waarvan minder weegt dan 1.050 kg
Aantal (miljoen) 5,6 4,6 3,7
Voertuigkilometers (miljard) 90,0 63,0 45,0
CO2-emissie (mld kg) 17,2 12,1 7,9

Bron: CBS

De vooruitberekening in dit rapport gaat er van uit dat alle autobezitters die in 1995 in bovenstaande lichtere typen auto's reden, vanaf 1 januari 1998 bij de aanschaf van een gloednieuwe auto een even zuinige benzineauto kopen als de SmILE van Greenpeace. Dit is het zogenaamde "omSmILEn". Er is verder van uit gegaan dat de autobezitters geleidelijk - over een periode van 11 jaar - zullen "omSmILEn". Het cijfer 11 is gekozen omdat de gemiddelde leeftijd van een personenauto als hij op de sloop terecht komt momenteel 11 jaar is.4

 Ten slotte is er bij de berekening van het omSmILE-effect rekening mee gehouden dat de beleidsmaatregelen in de twee Klimaatnota-scenario's op zichzelf al leiden tot overschakeling op zuiniger personenauto's, en dus tot vermindering van de CO2-emissie per gereden autokilometer (namelijk 20 respectievelijk 25 procent reductie in het jaar 2010).5 6

[OmSMiLe-effect op CO<sub>2</sub>-emissie]

Afbeelding 3 laat de effecten van het "omSmILEn" zien ten opzichte van de Klimaatnota-scenario's. Ten opzichte van het Klimaatnota-scenario levert het "omSmILEn" een reductie op van de CO2-emissie in het jaar 2010 van 2,7 miljard kilogram CO2. Ten opzichte van het Klimaatnota-basisscenario levert het "omSmILEn" een reductie op van 3,6 miljard kilogram CO2. In procenten uitgedrukt levert het "omSmILEn" 10,5 respectievelijk 11,8 procent minder CO2-emissie door het Nederlandse wegverkeer op in het jaar 2010.

Uit afbeelding 3 blijkt bovendien dat ook het omSmILE-effect niet genoeg reductie oplevert om de NMP+-doelstelling (reductie van de CO2-emissie tot een niveau van 20,7 miljard kilogram in het jaar 2010) te halen. Bedacht moet echter worden dat "omSmILEn" in dit scenario geen effect heeft op de CO2-emissie door de zwaardere benzineauto's, de auto's op diesel en LPG, en het goederenvervoer over de weg.
 
 

[OmSMiLe-effect op CO<sub>2</sub>-emissie personenauto's]

Afbeelding 4 toont het omSmILE-effect op de CO2-emissie van het Nederlandse personenautoverkeer. Ten opzichte van het Klimaatnota-scenario daalt de CO2-emissie in het jaar 2010 met 2,7 miljard kilogram CO2 tot een niveau van 11,6 miljoen kilogram. Dat is een reductie tot beneden het niveau van 1990. Ten opzichte van het Klimaatnota-basisscenario levert het "omSmILEn" een reductie van 3,6 miljard kilogram CO2 en daalt de emissie tot een niveau van 12,6 miljard kilogram (eveneens een substantiële daling ten opzichte van 1990). In procenten uitgedrukt is dat 19 respectievelijk 22,3 procent minder CO2-emissie door Nederlandse personenauto's in het jaar 2010.

Noten

  1. Binnen de Europese Unie is momenteel een vrijwillige norm voor brandstofverbruik door personenauto's in discussie. Deze norm gaat uit van 5 liter brandstof per 100 kilometer en zou in het jaar 2005 moeten ingaan. Greenpeace is van mening dat een veel verdergaande vermindering van brandstofverbruik mogelijk en wenselijk is, en verlangt daarom van de Europese Commissie vanaf het jaar 2005 dwingende voorschriften voor maximaal 3 liter brandstofverbruik door personenauto's.
  2. RIVM NMV-1993 ER-scenario.
  3. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, en de Adviesdienst Verkeer en Vervoer. De vooruitberekeningen zijn verantwoord in het rapport getiteld: De verkeersscenario's in de vervolgnota klimaatverandering. G.P. van Wee, J. van der Waard. juni 1996.
  4. Auto's in Nederland. Cijfers over gebruik, kosten en effecten. CBS. Oktober 1996. P. 99.
  5. Verkeer en vervoer in de Nationale milieuverkenning 3 en de SVV-verkenning 1993. G.P. van Wee en anderen. RIVM / AVV. December 1993. p. 46.
  6. De verkeersscenario's in de vervolgnota klimaatverandering. G.P. van Wee, J. Van der Waard. RIVM. Juni 1996. p. 37.
  7. Daarin zijn overigens door het RIVM correcties aangebracht: "in verband met (1) recente wijzigingen in inzichten in demografische ontwikkelingen en ontwikkelingen van de ruwe olieprijs, (2) beleidswijzigingen en (3) het feit dat rekening is gehouden met enkele 'tegenvallers' in de beleidsuitvoering." De verkeersscenario's in de vervolgnota klimaatverandering. G.P. van Wee, J. Van der Waard. RIVM. Juni 1996. p. 11.
  8. Telefoongesprek met dhr. Wee.
  9. Ook de CBS-gegevens zijn schattingen op basis van aannames en omrekeningsfactoren.
  10. Auto's in Nederland. Cijfers over gebruik, kosten en effecten. CBS. Oktober 1996. P. 99.
  11. Auto's in Nederland. Cijfers over gebruik, kostenen effecten. CBS. Oktober 1996. p 98.
  12. Verkeer en vervoer in de Nationale milieuverkenning 3 en de SVV-verkenning 1993. G.P. van Wee en anderen. RIVM / AVV. December 1993. p. 46.
  13. De verkeersscenario's in de vervolgnota klimaatverandering. G.P. van Wee, J. Van der Waard.

Dit rapport is in november 1996 geschreven in opdracht van Greenpeace Nederland.


Voor vragen en opmerkingen over deze publicatie, of voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek met CONTRAST Advies, kunt u contact opnemen met:

CONTRAST Advies - Milieu
Sint Ansfridusstraat 39
3817 BE Amersfoort
Tel: 033-4652806
Fax: 033-4659711


Terug naar de thuispagina van CONTRAST Advies - Milieu


© CONTRAST Advies 1997 - Laatste wijziging van deze pagina: 15 november 1997