ZOUT

Aan de basis van de Nederlandse chloorchemie staat de zoutwinning en zoutproductie. De zoutwinning en -productie in Nederland is in handen van twee bedrijven:

- Akzo Nobel produceert in Twente en Oost-Groningen bij elkaar jaarlijks 4 miljoen ton zout. Dit is veel meer dan de Nederlandse consumptie van ongeveer 1,4 miljoen ton. Tussen de 0,9 en 1 miljoen ton is bestemd voor de Nederlandse chloorproductie. De rest is voor strooizout en andere toepassingen.

Akzo Nobel business unit Salt Europe is in 1995 gestart met een grootscheepse vernieuwing van de verouderde zoutproductieinstallaties. Het totale investeringsbedrag voor de zoutfabrieken in Delfzijl, Hengelo, Stade (Duitsland) en Mariager (Denemarken) bedraagt in tien jaar tijd circa 100 miljoen gulden.

- Frima Zoutindustrie bij Harlingen is begin1996 van start gegaan met zoutwinning en -verwerking (drogen). Het bedrijf heeft een productiecapaciteit van 1,2 miljoen ton per jaar en draait momenteel op 80 procent van het vermogen en vergde een investering van meer dan f 220 miljoen. Frima is in handen van zouthandelaar en initiatiefnemer Talman, de Merchantbank Kempen & Co en een aantal participatiemaatschappijen. Het ministerie van Economische Zaken verleende een subsidie van f 11,5 miljoen.(1)

Frima produceert vrijwel geheel voor de export. Met name de Duitse chloor- en soda-industrie schakelt massaal over van (Duits) steenzout op (Duits en buitenlands) vacuümzout. Steenzout wordt in dagbouw gewonnen en bevat meer verontreinigingen dan vacuümzout, dat ondergronds wordt opgelost en vervolgens onder vacuüm wordt ingedampt. Deze methode hanteert Akzo Nobel in Oost-Gronjngen en Twente, en past Frima in Friesland toe.

Eindnoot:

1. ED 23 oktober 1996;