2.11 PVC

In Nederland produceren twee bedrijven Polyvinylchloride (PVC) uit vinylchloride (VCM). Het betreft:

- Rovin v.o.f. (een joint- venture van Shell en Akzo Nobel) op het terrein van Shell-Pemis, niet ver verwijderd van de VCM/EDC fabriek.

Deze PVC-fabriek is in 1992 door Rovin in bedrijf genomen en vroeg een investering van f 280 miljoen. In augustus 1993 werd vergunning verleend door de provincie Zuid-Holland voor uitbreiding van de capaciteit met 50.000 ton per jaar tot 300.000 ton per jaar.

Akzo exporteert het overschot van de VCM productie (totale capaciteit 520.000 ton per jaar.) naar de fabriek van Neste in het Finse Porvoo.

- de Limburgse Vinylmaatschappij (LVM). Dit bedrijf is een dochter van het Belgische concern Tessenderloo chemie. De fabriek staat op het DSM-terrein in Geleen.

In januari 1995 kondigde Tessenderlo Chemie aan de capaciteit van zijn PVC-fabrieken in Geleen en Frankrijk op te gaan voeren met eIk 25.000 ton per jaar. Deze uitbreiding was het tweede kwartaal van 1996 gereed. De twee PVC-fabrieken kunnen nu ieder 220.000 ton per jaar produceren.

Ook de capaciteit van de VCM-fabriek in het Belgische Tessenderlo werd uitgebreid: tot 580.000 ton jaar. De totale investering voor deze uitbreidingen bedroeg circa f 60 miljoen.(1)

LVM importeert VCM uit België.

In november 1996 gaf Shell te kennen de PVC productie op langere termijn te willen afstoten vanwege het relatief lage rendement. (NCI:21-11-96:p9)

PVC kent talloze toepassingen in een groot aantal PVC-verwerkende bedrijven. Deze zijn hier niet nader bekeken.

Voetnoot

1. LVM outlines PVC plans, European Chemical News. 30 januari 1995. p.25;

update: 19-3-1997