3.1 Epichloorhydrine (ECH)

De belangrijkste toepassing van Epichloorhydrine (ECH, 1-chloor-2,3-epoxypropaan) is in de productie van Epoxyhars. Epoxyhars zelf is een chloorvrije stof.

In Nederland wordt ECH alleen geproduceerd bij Shell Nederland Chemie (SNC) locatie Pernis.

De Epikote en Speciale Productenfabriek van Shell Nederland Chemie te Pernis is de enige fabriek in Nederland waar ECH met diphenylolpropaan worden omgezet in epoxyharsen. Natronloog fungeert daarbij als katalysator. De productiecapaciteit bedraagt 55.000 ton per jaar.

al sinds 1987 is Shell met Rijkswaterstaat in discussie over verlaging van de emissie van organochloorverbindingen (EOCL). De ECH-fabriek had tot 31 december 1994 een tijdelijke lozingsvergunning, waarmee per jaar 10.000 kilo EOCL geloosd kon worden (28 kilo per dag). Rijkswaterstaat stelde een scherpe lozingsheffing in het vooruitzicht. Na onderzoek naar verschillende opties koost Shell voor gedeeltelijke renovatie en gedeeltelijke herbouw van de fabriek, waarvan delen stammen uit 1955, plus de toevoeging van een aantal nieuwe milieuvoorzieningen. Dit plan wordt het ‘Shell pakket’ van procesgeïntegreerde maatregelen’ (SPI) genoemd. Shell voorspelde in deze optie een daling van de organochlooremissies van 28 naar 5 kilogram per dag. Milieuorganisaties, waaronder Greenpeace Nederland opteerde voor investering in een geheel nieuw chloorarm procédé. De milieuvergunning is in 1996 verleend. Daarin liggen de lozingsnormen tot 2010 vast.
Shell heeft de verwachting gewekt om in de toekomst naar een chloorvrij proces te willen overstappen. In april 1996 heeft Shell, in een overleg met milieu-organisaties en Rijkswaterstaat gezegd dat het basisonderzoek naar toekomstige procédé’s geconcentreerd zal worden op een chloorvrije route.

update: 19-3-1997