LICHTVERVUILING

De aarde 's nachts. Nederland is een van de meest lichtvervuilde landen


Hieronder volgen enkele artikelen over het onderwerp lichtvervuiling. Uitvoerige informatie over dit onderwerp is ook te vinden bij www.lichtvervuiling.nl en de International Dark-Sky Association IDA.


SCHONE SCHIJN

Aurora metropolis noemen actievoerders het: de lichtschijn van een grote stad. Die naam hebben ze afgekeken van aurora borealis. Dat is Latijn voor 'noorderlicht': een zwakrood of juist fletsgroen schijnsel, dat na zonsuitbarstingen aan de hemel is te zien.

"Op het eerste gezicht ziet het er prachtig uit, zegt Antonio Milani, een Italiaanse astronoom die de lichtvervuiling van steden in zijn land fotografeerde. Je ziet geelgroen licht dat afkomstig is van huisverlichting, rood licht van natriumlampen die de wegen verlichten en felblauw licht van kwiklampen van de stadsverlichting. Maar als je er beter over nadenkt, is het om te huilen. Dertig procent van al dat licht wordt nutteloos de ruimte in gestraald. Dat is dus dertig procent van de daarvoor opgewekte elektriciteit. Dus ook dertig procent van de daarvoor verstookte kolen. Een eenvoudige, goedkope reflector - en het licht zou naar beneden schijnen waar het hoort. Er is dan minder verlichting nodig. Bovendien wordt het in dorpen en steden dan weer donker en kan iedereen de sterrenhemel weer eens zien."

Sterrenkundigen en hinderlijke stadsverlichting. Ze zijn als water en vuur. Al jarenlang strijden astronomen tegen lichtvervuiling. In het begin alleen om hun sterrenwachten tegen storend licht van oprukkende bebouwing te beschermen. Maar lang niet altijd reageerden beleidsbeslissers op hun verzoeken. Vandaar dat zij toenadering zochten tot echte milieuactivisten.

Medio 1992 bijvoorbeeld, werd bij de UNESCO in Parijs een speciale bijeenkomst gehouden over het verslechterende 'milieu' waarin astronomen moeten werken. Door de UNESCO (een organisatie van de Verenigde Naties) erbij te halen, wilden de sterrenkundigen duidelijk maken dat het om een wereldwijd probleem ging. Onder meer werd er bepleit om de huidige plaatsen op aarde met een nog donkere en schone hemel te verklaren tot World Heritage Sites, een soort natuurparken.

Sinds die aandacht op de lichtvervuiling werd gevestigd, zijn er inderdaad steeds meer instanties die zich afvragen of te veel licht niet schadelijk is. Britse vogelliefhebbers, verenigd in de British Trust for Ornithology, rapporteerden dat duizenden roodborstjes uit hun ritme zijn. In plaats van te zingen tegen het krieken van de dag, houden zij nu nachtelijke serenades op plaatsen waar de duisternis is omgetoverd tot een soort stadsschemering.

In Nederland oordeelde de Raad van State dat glastuinders die hun kassen verlichten, 's nachts 'de gordijnen dicht moeten doen'. Dat was in veel gevallen al aan de zijkanten verplicht. Maar na een klacht van de Milieufederatie Limburg moet nu ook worden voorkomen dat het licht de hemel inschijnt. De Raad van State oordeelde dat 'de duisternis en het donkere landschap als waarden worden beschouwd welke bescherming behoeven.'

En wat te denken van de schijnwerpers, die in sommige landen worden aangewend om hele golfbanen 's nachts te verlichten? In Maleisië klaagden piloten al dat het zó erg is met een daar aangelegde golfbaan, dat zij vanuit de lucht niet eens meer de landingsbaan van Kuala Lumpur International Airport kunnen vinden.

Bevordert nachtelijke verlichting de veiligheid? Een veel gehoord argument is dat goede wegverlichting de verkeersveiligheid bevordert. En buitenverlichting zou goed zijn voor de misdaadpreventie. Maar volgens verkeersdeskundigen berust dat eerste op een illusie. Door de nachtelijke wegverlichting wordt er juist een verkeerd gevoel van veiligheid opgewekt. Bij meer wegverlichting wordt er ook harder en roekelozer gereden.

En misdaadpreventie? In Engeland nam de politie van West Sussex de proef op de som en schakelde na middernacht de straatverlichting uit. Volgens het politierapport verminderde het aantal inbraken en berovingen. Misdadigers, zo lijkt het, hebben juist licht nodig om hun slachtoffers uit te zoeken.

Ondanks dit soort resultaten blijven veel overheden nog te laks om maatregelen tegen de lichtvervuiling te nemen. Ook duiken er steeds nieuwe, mogelijke vervuilers op. In de Verenigde Staten stelde het bedrijf Space Marketing Inc. uit Roswell (Georgia) voor om een enorm, opblaasbaar reclamebord in een de ruimte te brengen. Als dat op 300 km hoogte rond de aarde zou cirkelen, zou dat tijdens de schemering door de zon worden verlicht. Vanaf de grond gezien zou het scherm net zo groot zijn en net zo fel schijnen als de volle maan.

Dat voorstel tot een 'reclamemaan' wekte de gezamenlijke woede op van Amerikaanse astronomen, de Amerikaanse consumentenbond en de National Audubon Society (Amerikaanse vereniging van natuurbeschermers). Na hun kritiek zag het bedrijf van zijn plannen af. "Maar de geest is uit de fles. En gevreesd moet worden dat ook andere reclamemakers op hetzelfde idee kunnen komen," zei de bekende Amerikaanse sterrenkundige, wijlen Carl Sagan. "Daarom proberen we een verbod op ruimtereclame door het Amerikaanse Congres te krijgen. En als dat is gelukt moeten we doorgaan. Bij de Verenigde Naties zulen we erop aandringen dat ook andere landen het verbod opleggen."

Pas op lichtvervuilers! Jullie krijgen het de komende jaren nog moeilijk. Nu de sterrenkundigen een pact hebben gesloten met milieuactivisten, laten ze niet meer met zich sollen als het gaat om het terugwinnen van de nachtelijke sterrenhemel. Straks dreigen zij nog met een heuze sterrenoorlog: Star Wars - the astronomers strike back!

Tekst: Carl Koppeschaar

  • Lichtvervuiling
  • Lichtvervuiling in beeld
  • Sterren stralen in Praag
  • Licht en straling als vervuilers
  • Het probleem van lichthinder


    MAG HET LICHT UIT?

    Als 's avonds de lichten worden aangedaan, ontvouwt zich een stralende landkaart over het aardoppervlak. Vanuit een laagvliegend vliegtuig is daar nooit meer dan een stukje van te zien. Maar er zijn ook satellieten die op honderden kilometers hoogte rond de aarde cirkelen. Die overzien hele werelddelen. Zij maakten een 'nachtkaart' van Europa, waarop het verschil tussen het donkere water van zeeën en meren en de fel verlichte steden en wegen op het land duidelijk zijn te zien.

    Het felst verlicht zijn de industriegebieden in Engeland en in het westen van Duitsland. Ook onze Randstad springt onmiddellijk in het oog. Frankrijk en Spanje daarentegen zijn verrassend donker. Dat komt doordat pleinen en straten daar veel minder worden verlicht. Bovendien wordt daar geen helder wit licht voor straatverlichting gebruikt, maar een zwakgloeiend geel licht. Nog een paar plekken vallen op. Midden in de Noordzee zijn een aantal heldere lichtvlekken te onderscheiden. Dat zijn geen schepen, maar booreilanden waarop gas wordt afgefakkeld. Ook worden ze door felle schijnwerpers verlicht.

    Dr.ir. Duco Schreuder, verlichtingsdeskundige en Nederlandse vertegenwoordiger van de 'Commission International de l'Eclairage' (CIE), kan weinig waardering opbrengen voor de nachtkaart. "Dat is allemaal verloren licht," bromt hij. "Maar wat erger is: er is veel voor betaald. En als het nou nog een bepaald doel diende? Nee: wat je op zo'n kaart ziet is stoorlicht dat nutteloos in de ruimte wordt uitgestraald."

    Uit een onlangs uitgevoerd Brits onderzoek blijkt dat in het Verenigd Koninkrijk zo'n 60 miljoen gulden per jaar wordt verspild door dit soort inefficiënte verlichting. Ongeveer drie procent van het licht valt namelijk niet op de wegen of straten, maar straalt omhoog en verlicht hooguit de onderkant van overvliegende vliegtuigen. Aangezien voor elektrische verlichting fossiele brandstoffen worden opgestookt, betekent dit ook een ongewenste uitstoot van kooldioxyde in de atmosfeer. Voor het Verenigd Koninkrijk wordt de extra uitstoot van dit broeikas-effect bevorderende gas geraamd op jaarlijks 750.000 ton.

    En dat is alleen nog maar een studie over het Verenigd Koninkrijk. In de Verenigde Staten, waar veel meer licht wordt verspild in de vorm van spotlights op reclameborden en immens verlichte sportstadions, loopt het verlies op tot meer dan een miljard (!) dollar per jaar. Daar gaat het om een nutteloze verbranding van 6 miljoen ton kolen of, wat op hetzelfde neerkomt, 23 miljoen vaten olie.

    "Dergelijke cijfers ontbreken voor Nederland," vervolgt dr. Schreuder. "Waar ik mij nog het meest om druk maak is dat dat verspilde licht allerlei andere bezwaren met zich meebrengt. Zo wordt de duisternis, die van nature bij de nacht hoort, verstoord en verdwijnt soms helemaal. In de Randstad is het nooit meer donker! Deze 'vervuiling is vooral te zien als een lichtsluier die zich over steden, industriegebieden of broeikassen uitstrekt. Je kunt spreken over 'lichtvervuiling', maar dat vind ik een verwarrende term. Dat komt teveel overeen met 'luchtvervuiling' en daar heeft het niets mee te maken. Omdat het licht terecht komt op plaatsten waar het niet hoort, noem ik het liever 'stoorlicht'.

    "Gelukkig wordt de laatste tijd steeds meer aandacht besteedt aan dit stoorlicht. Net zo goed als lawaai en stank vormt stoorlicht namelijk een aanslag op het milieu. Ook heeft het een ongunstig effect op de volksgezondheid. Natuurliefhebbers en amateur-astronomen hebben het voortouw genomen, milieubeschermers volgden en gelukkig beginnen ook bedrijven en overheden het gevaar in te zien. Er zou een duidelijke stellingname moeten komen van de Nederlandse overheid, niet alleen wat betreft het milieubeleid, maar ook wat betreft het vergunningenbeleid van Rijk, Provincie en Gemeenten voor de aanleg en gebruik van buitenverlichting. Een ding moet namelijk niemand vergeten: stoorlicht is verspild licht. Er is energie voor gebruikt, er is geld voor betaald en het wordt weggegooid. Bestrijding van stoorlicht is dus een rechtstreeks belang voor het milieu en de economie!"

    Als ik dr. Schreuder zo hoor praten, moet ik onwillekeurig terugdenken een van mijn reizen door de VS. Op diverse plaatsen zag ik daar de gevolgen van het teveel aan stoorlicht. Natuurlijk had ik in miljoenensteden als Los Angeles en San Diego niets anders dan een lichtzee verwacht. Maar zelfs honderd kilometer verderop, in de bergen, was hun uitstraling nog als een geelgroene gloed boven de horizon te zien.

    Een sterrenwacht als Mount Palomar Observatory bijvoorbeeld, op 80 km afstand van San Diego, wordt op een verschrikkelijke wijze door het stoorlicht van die stad gehinderd. Zoals bekend herbergt Mount Palomar de 5-meter Hale telescoop, die nog steeds een van de grootste ter wereld is. De reuzentelescoop werd er in 1948 geplaatst, toen Mount Palomar nog een ideaal donkere plaats was. Sinds die tijd is de bevolking van San Diego echter vertienvoudigd, en als gevolg daarvan is de nachthemel nu twee keer helderder geworden.

    Bob Thicksten, de hoofdingenieur die mij op Mount Palomar rondleidde, vertelde dat de 5-meter telescoop nu in feite is teruggebracht tot een 3,5 meter groot instrument. Een grote telescoop die moet vechten tegen lichtoverlast is namelijk niet beter dan een kleinere telescoop op een volkomen donkere plaats. "En de situatie is nog erger dan dez getallen suggereren," zegt Thicksten. "Zoals je weet hangt het lichtverzamelend vermogen van een telescoop af van het oppervlak van de spiegel, dus met het kwadraat van de diameter. Daardoor werkt de telescoop nog maar met 39 procent van zijn haalbare kracht.

    "In het begin van de jaren tachtig wilde het stadbestuur van San Diego zelfs hun verouderde kwikdamp-lampen van de straatverlichting vervangen door hogedruk-nattriumlampen. Dat zou helemaal een ramp zijn geweest, want hogedruk-natriumlampen geven een egaal wit licht, dat het opnemen van sterspectra volledig onmogelijk maakt. We hebben toen gebid en gesmeekt of de stad niet op lagedruk-natriumlampen wilde overgaan. Die stralen alleen in oranje licht, wat we kunnen uitfilteren, en zijn bovendien veel zuiniger in energieverbruik. Verkeersveiligheidingenieurs in Nederland hadden bovendien aangetoond dat het wegoppervlak daardoor veel egaler wordt verlicht.

    "Pas nadat we een rechtszaak hadden aangespannen ging het stadbestuur er toe over om 11.000 straatlampen te veranderen in lagedruk-natriumlampen. We zijn nu even gered, maar strijden met de voortgaande bevolkingstoename toch een verloren strijd.

    Thicksten vertelt dat er wordt gespeeld met de gedachte om de hele sterrenwacht een paar honderd kilometer naar het zuiden te verplaatsen, naar de nog donkere bergen op het Mexicaanse schiereiland Baja California. Daarover zijn al voorbereidende besprekingen gaande. Het probleem voor de Amerikanen is dan echter dat Mexico na verloop van tijd de sterrenwacht in bezit wil krijgen.

    Dat het allemaal ook anders kan bewijst het verhaal van Dave Crawford, van het Kitt Peak National Observatory in Arizona. Kitt Peak ligt ook op 100 km afstand van het snelgroeiende Tucson, maar heeft veel minder last. Crawford stichtte een 'Dark Sky Office', en later ook de 'International Dark-Sky Association", en wist te bewerkstelligen dat alle lampen in Tucson werden afgeschermd en naar beneden gericht. Bovendien moet de verlichting van sportvelden tegenwoordig na middernacht worden uitgeschakeld. En inderdaad: toen ik 's nachts in Tucson rondwandelde, viel het me op hoe donker de hemel zelfs middenin de stad nog was. Keek je niet rechtstreeks naar een straatlantaarn, dan zag je boven je zelfs de Melkweg slingeren als een zwak lichtende band langs de hemel.

    Zoiets moet natuurlijk overal op aarde zijn te verwezenlijken. In ons land bestaat gelukkig de verlichting van de rijkswegen al uit lagedruk-natriumlampen. Maar binnen de bebouwde kom wordt nog een bonte mengelmoes gebruikt van veel te hinderlijk stralende kwikdamp-lampen, TL-verlichting en hogedruk-natriumlampen. Geen wonder dus dat mensen als Schreuder hiertegen in verzet komen en terug willen naar een meer nachtelijke duister. De nacht is immers een erfgoed dat net als het milieu moet worden verdedigd. Talloze kunstenaars, zoals Vincent van Gogh, werden ooit door de aanblik van de sterrenhemel geinspireerd. Nu weet menigeen niet meer hoe de Melkweg er uitziet. Met maar een klein beetje moeite kan die aanblik worden teruggewonnen. En het mooiste is dat er nog energie mee wordt bespaard ook.

    Tekst: Carl Koppeschaar

  • The New England Light Pollution Advisory Group
  • The Light Pollution Awareness Website
  • Light Pollution: The Neglected Problem
  • Light Pollution Fact Sheet
  • The night sky in the World
  • Light Pollution
  • IAU Commission 50's Working Group on "Controlling Light Pollution"
  • Light Pollution in New Jersey


    NASA Science News for November 1, 2001

    The Fading Milky Way

    Light pollution is a growing environmental problem that threatens to erase the night sky before its time.

    FULL STORY


    RECLAME OP DE MAAN

    Een prachtige, heldere avond. Aan de hemel staat een volle maan. Iedereen kijkt er even naar. Een gouden kans voor adverteerders. 'Drink dit!' 'Koop dat!' Technisch is het nu nog niet mogelijk om van de maan een enorm reclamebord te maken, maar dat zal snel veranderen.

    De seconden en minuten tikten weg. Toen verspreidde zich een gele gloed langs de hemel. Het leek alsof een kunstsschilder grillige streken over de sterren heen schilderde met een in vuur gedoopt penseel. En terwijl ik naar die penseelstreken keek, realiseerde ik mij plotseling dat iemand de grootste reclamestunt uit de geschiedenis uithaalde! Want de streken vormden letters en de letters vormden twee woorden: de naam van een bekende, alcolholvrije drank, té bekend om van mij nog meer reclame nodig te hebben.

    Hoe hadden ze het klaargespeeld? Iemand had een op de juiste wijze geprepareerde matrijs in de neus van de natriumbom aangebracht. Zo werd het ontsnappende gas tot letters gevormd. Omdat er in het vacuum van de ruimte niets was dat de letters kon verstoren, hielden ze hun vorm toen ze opstegen naar de sterren.

    Ik had op aarde weleens vliegtuigen bezig gezien met luchtschrijven. Maar dit was iets op nog veel grotere schaal. Ik bewonderde de inventiviteit van de mensen die de stunt hadden uitgehaald. De O's en de A's hadden hen enige moeite gekost. Maar de C's en de L's waren volmaakt...

    Coca Cola op de maan! Wat zou de fabrikant er niet voor over hebben om zijn bedrijfsmerk zo op de maan te krijgen dat de hele nachtzijde van de aarde het kan zien? Natuurlijk is Coca Cola niet de enige die dat zou willen. Pepsi, Heineken, Budweiser, Mars en Microsoft zouden eveneens kosten noch moeite sparen om hun logo op de maan te plaatsen.

    Zou de bekende science-fictionschrijver Arthur C. Clarke nou alweer gelijk krijgen? Clarke, die eerder het gebruik van satellieten in een geostationaire baan om de aarde voorspelde en daarmee de grondlegger werd van de huidige satellietcommunicatie, bedacht het bovenstaande plot in 1956. Zijn korte verhaal Venture to the moon verscheen eerst in een Britse krant en twee jaar later in zijn verhalenbundel The other side of the sky. Ook Greg en Franquin, de schrijver en de tekenaar van Robbedoes, gebruikten het idee van Clarke. In het Robbedoes-album Z voor Zwendel (1961) prijkt eveneens het logo van Coca Cola op de maan. Science-fiction? Fantasie in een stripverhaal? Niet meer aan de vooravond van het nieuwe millennium! Want inmiddels zijn er ruimtevaartuigen naar de maan gestuurd en bestralen we het maanoppervlak vanaf de aarde met lasers.

    "Denk maar aan de lasers waarmee observatoria de afstand tussen de aarde en de maan vastleggen," schrijven de initiatiefnemers van het Pink Floyd Laser Moonshot. Zij willen een laserlichtshow op de maan laten plaatsvinden kort na Nieuwe Maan op 25 december 2000. "Het proces, dat bekend staat als laser ranging, maakt gebruik van reflectoren die door de bemanningen van de Apollo's 11, 14 en 15 op de maan zijn achtergelaten. Het weerkaatste licht wordt op aarde opgevangen, en uit het tijdsverschil tussen verzonden en ontvangen signaal kan niet alleen de afstand aarde-maan tot op de centimeter nauwkeurig worden berekend, maar (als je het vanuit meer sterrenwachten tegelijkertijd doet) ook het uit elkaar drijven van de aardse continenten. Tien jaar geleden stelde dr. David Suzuki in het Canadese televisieprogramma The nature of things nog dat lasers te zwak waren om aan een lichtshow op de maan te denken. De laserbundels zouden te veel uiteen waaieren in de aardse dampkring. Maar volgens Bob Brouse, vice-president van het Canadese bedrijf United Holographic Services, zijn er anno 1999 al lasers waarmee het Moonshot kan beginnen."

    Duur geintje

    "Ik weet niet wie er achter het concept voor het Pink Floyd Laser Moonshot schuilgaan. Maar zeker is: ze hebben de klok horen luiden, maar ze hebben geen idee waar de klepel hangt," schampert de Britse natuurkundige Ian Bannister. "Je kunt inderdaad lasers maken waarmee je vanaf de aarde metingen kunt doen. Maar die zijn veel te zwak om de maan te beschijnen. De maan heeft een zeer gering lichtweerkaatsend vermogen. Je hebt dus een gigantische laser nodig. Stel dat je slechts 0,1 procent van het maanoppervlak met een lichtsterkte van slechts 1 procent van de zonnestraling zou willen verlichten. Dan heb je een laser nodig met een vermogen van 100 gigawatt, ofwel het vermogen van honderd fikse elektriciteitscentrales. Ik betwijfel of zelfs Bill Gates dat zou kunnen betalen! Misschien dat het over twintig jaar kan, maar zeker niet nu."

    Verlichting vanuit de ruimte dan, met zonlicht weerkaatsende spiegels? Twee Londense reclamemakers, Gary Betts en Malcolm Green, kwamen in 1997 met het idee om bedrijfslogo's op de maan te projecteren door middel van spiegels. Zowel de NASA als het Royal Greenwich Observatory zouden de haalbaarheid van hun idee hebben bevestigd.

    "Ruimtespiegels zouden inderdaad goedkoper zijn dan lasers," vervolgt Bannister. "Vooral als je lichtgewicht-structuren gebruikt die zich pas in de ruimte ontvouwen. Zo experimenteerde de NASA in 1996 al met IAE, het Inflatable Antenna Experiment. Weliswaar had de opgeblazen schotelantenne een doorsnede van slechts 14 meter, maar in principe behoren structuren van 300 meter of meer tot de mogelijkheden. In ieder geval zal in de komende jaren ge‰xperimenteerd worden met een op te blazen zonneschild voor de Next Generation Space Telescope (NGST), een zonnezeil voor een ruimteverkenner, en een opblaasbare antenne voor de in 2008 te lanceren satelliet ARISE (Advanced Radio Interferometry between Space and Earth). Toch heb je ook met ruimtespiegels te maken met de geringe lichtweerkaatsing door de maan. De Amerikaanse schrijver Robert Heinlein had het daar al in 1949 over in zijn roman The man who sold the moon. Heinlein speculeerde over het aanbrengen van lichtabsorberende stoffen op het maanoppervlak. De Britse uitvinder Daedalus (pseudonym van dr. David Jones) rekende het na en kwam in 1993 met lichtweerkaatstende stoffen om het licht op de maan twintigvoudig te versterken. Daedalus stelde voor spierwit magnesiumoxide- poeder over het maanoppervlak te verspreiden. Dat kan vrij eenvoudig door magnesium te verbranden in een raketmotor die naar het maanoppervlak is gericht."

    Ster-reclame

    Wanneer kunnen reclamemakers de maan het best gebruiken als lichtend reclamebord in de ruimte? "Als ik het allemaal beluister, gaat het door al die nog te ontwikkelen ruimtevaarttechnieken een lieve duit kosten," reageert Ed de la Rie, initator van het Nederlandse Lichthinder Platform. "Reclame op de maan zal dus hooguit een paar seconden tot een paar minuten achtereen kunnen duren. Wat dat betreft hebben de reclamemakers al een prachtige mogelijkheid laten liggen. Ook tijdens een totale zonsverduistering is het Nieuwe Maan en is het maanoppervlak zo donker dat je er met lasers of ruimtespiegels een logo op kunt schijnen. Tijdens de afgelopen totale zonsverduistering van 11 augustus keken tientallen miljoenen mensen in Europa en Azi‰ naar de hemel en volgden naar schatting nog eens een miljard mensen over de gehele wereld het gebeuren op tv. Als Heineken toen eens had toegeslagen? Maar hij krijgt een herkansing. Want op 21 augustus 2017 vindt een bijna identieke totale zonsverduistering plaats. Die trekt dwars door de Verenigde Staten en is nu al voorspeld als de media-hype van de 21ste eeuw. Moet jij opletten of er dan niet in de krans van de zonnecorona een bier- of frisdrankreclame komt te staan!"

    David Crawford, oprichter van de International Dark-Sky Association (IDA) en evenals De la Rie actievoerder tegen ongewenste verlichting van de hemel, reageert geschrokken. "Ik hoor nu voor het eerst over die plannen om reclame op de maan te maken. Maar inderdaad: vroeg of laat gaat zoiets gebeuren. De IDA is natuurlijk falikant tegen deze vorm van reclame. De nachtelijke hemel behoort tot het erfgoed van de hele mensheid en mag niet worden aangetast! Ik zal de secretaris van de Internationale Astronomische Unie en andere instanties onmiddellijk brieven sturen om hier actie tegen te ondernemen!"

    Astronomen kunnen hun borst nog nat maken. Want als een idee eenmaal is ontstaan, zal het ook ooit worden gerealiseerd. 2017 lijkt wat dat betreft re‰el als het gaat om technische haalbaarheid.

    "Wil je een nog spectaculairder vorm van reclame voor de toekomst weten?" vraagt Annemarie van Ewyck, schrijfster en vertaalster van science-fictionboeken. "Dan moet je Hé, wat doen de sterren raar! van Frederic Brown eens lezen. Daarin is sprake van een machine die door middel van straalbreking sterren op een andere plaats aan de hemel zet. In het verhaal gebeurt dat met de 468 helderste sterren. Als ze opnieuw aan de hemel zijn gerangschikt, kan iedereen het in de sterren lezen: Gebruik zeep van Snively!"

    Tekst: Carl Koppeschaar

    LITERATUUR

    Feedback, New Scientist, 22 november 1997
    Alexander V. Byalko: Powdered moonshine; Nature, 21 oktober 1993
    Michael A. Dornheim: Inflatable Structures Taking to Flight; Aviation Week & Space Technology, 25 januari 1999


  • Znamya falls to Earth

    RUSSEN MAKEN EINDE AAN DE NACHT

    "We noemen het hier tretie svetilo, ofwel het "derde licht". Naast zon en maan bestaat er nu een derde lichtbron in de ruimte. En hoewel iedereen ons nu beschuldigt van ongewenste verlichting van bovenaf, is het idee toch al heel oud. In 1923 schreef de Duitse ruimtevaartpionier Herman Oberth erover in zijn boek Die Rakete zu den Planetenraumen (Per raket naar de interplanetaire ruimte). Oberth voorzag een gigantische ruimtespiegel, die nog groter zou worden dan het oppervlak van de Benelux. Het gevaarte zou door een leger ruimtemonteurs hoog boven de aarde worden opgebouwd en bestaan uit duizenden afzonderlijk richtbare facetten. Het licht dat wij 4 f ebruari op de aarde richtten, was afkomstig van een slechts 25 meter groot prototype. Volgend jaar proberen we het met een drie keer zo groot model. Als ook díe proef slaagt, gaan we aan de slag met spiegelketens in cirkelvormige banen om de aarde. In elke keten komen dan twaalf spiegels met elk een diameter van 200 meter."

    Aan het woord is professor Vladimir S. Syromiatnikov, algemeen directeur van het Russische Space Regatta Consortium (SRC). Syromiatnikov, die al meer dan veertig jaar betrokken is bij de Russische ruimtevaart, wordt bijna lyrisch als hij het heeft over het bijlichten van de nacht door middel van ruimtespiegels.

    "Het is een pracht oplossing voor iedereen die in het hoge noorden woont," meent hij. "Heeft u weleens een winter in Siberië of het noorden van Canada of Scandinavië meegemaakt? Iedereen lijdt daar onder de lange wintermaanden. Slechts een paar uur per dag schijnt er een flets en laagstaand zonnetje. Het overgrote deel van het etmaal is alles verzonken in het nachtelijke zwart."

    Van de herst tot aan de lente, vertelt Syromiatnikov, heerst in het hoge noorden Seasonal Affective Disorder. De beginletters daarvan komen niet voor niets overeen met het Engelse woord voor 'treurig' (sad): het gaat om een verstoring van de gemoedstoestand als gevolg van het donkere jaargetijde. Volgens Syromiatnikov gaat SAD veel verder dan wat wij hier afdoen als 'winterdepressie'. In Rusland uit het zich in verregaand alcoholisme, zware depressies en zelfmoorden. Het licht van de ruimtespiegels zou daarop helend werken.

    Daarnaast denkt Syromiatnikov ook aan technologische toepassingen. De spiegels kunnen worden ingezet als noodverlichting, bijvoorbeeld bij stroomuitval of als extra verlichting bij hulpwerkzaamheden in rampgebieden. Ook de continu werkende olieindustrie in het donkere noordpoolgebied zou met het licht haar voordeel kunnen doen.

    "Wat dat laatste betreft: milieubewegingen vrezen dat het poolijs erdoor zal smelten. Maar dat is echt onzin," benadrukt Syromiatnikov. "Het gaat om licht dat tien tot honderdmaal helderder is dan de volle maan. Dat is nog altijd vier- tot veertigduizend zo zwak als zonlicht. Het is sterk genoeg om er de krant bij te lezen. Maar je moet niet denken er bruin van te worden. Daarvoor heeft het onvoldoende calorische waarde."

    Tien tot hondermaal helderder dan de volle maan? En dat door spiegels die bestaan uit flinterdunne doek van kunststof, waarop een dun laagje aluminium is aangebracht?

    "Zowel Znamya-2, op 4 februari 1993 uitgeklapt op een Progress-bevoorradingsschip voor de Mir, als de afgelopen maand ontplooide Znamya-2.5 lieten zien hoe sterk het doek de zon weerkaatst," vervolgt Syromiatnikov. "De acht doeken van Znamya-2 waren niet volledig uitgerold zodat die spiegel 'maar' zo helder scheen als de volle maan. Omdat het boven grote delen van Europa toen zwaar bewolkt was en de spiegel ook niet kon worden gericht, zagen maar weinigen de lichtbundel overtrekken. Znamya-2.5 werd daarentegen wél gericht en was vanuit een hoop grote steden te zien. De helderheidsschattingen liepen uiteen van vijf tot tienmaal het licht van de volle maan."

    Dat een spiegel van slechts 25 meter diameter vijf tot tien maal helderder schijnt dan de volle maan (diameter 3476 kilometer) laat zich als volgt verklaren. Ten eerste is de maan niet - zoals de spiegelsatelliet - 300 kilometer van ons verwijderd, maar tussen de 356.400 en 406.700 kilometer. Ten tweede is de albedo (mate van lichtreflectie) van de maan slechts 6,7 procent, terwijl de spiegel maar liefst 96 procent van het licht weerkaatst. Daarnaast reflecteert het maanoppervlak het zonlicht naar alle kanten in de ruimte, terwijl de ruimtespiegel het licht bundelt. De spiegel veroorzaakt maar een vijf tot zeven kilometer grote lichtvlek, terwijl de maan niet alleen een heel halfrond verlicht, maar ook nog verder de ruimte in straalt.

    "Wat mij opvalt is dat het Space Regatta Consortium dit project zonder enig steun van de overheid van de grond houdt," reageert Jim Oberg, een vroegere NASA-ingenieur die gespecialiseerd is in het Russische ruimtevaartprogramma. "En dat terwijl de economische crisis in Rusland bijna iedere ruimtevaartactiviteit lam legt! Het hele Znamya-project dateert al uit 1988, toen de Amerikaan Klauss Heiss voor 1992 een 'interplanetaire zeilwedstrijd' tussen de aarde en Mars uitschreef. De aanleiding was het 500-jarig jubileum van de ontdekking van Amerika door Columbus en het motto was dan ook 'Columbus 500'. De zeilrace zou moeten plaatsvinden met reusachtige, door het zonlicht voortgestuwde zeilen. Licht oefent immers een kleine, maar constante druk uit. De Russen richtten voor Columbus 500 het Space Regatta Consortium op. Op Znamya-2 stond ook het vignet van Columbus 500.

    Terwijl alle andere deelnemers in de ontwerpfase bleven steken, ging het SRC samen met Rocket Space Corporation Energia (RSC Energia) door met het ontwerpen van zonnezeilen. Naast de toepassing als ruimtespiegel hopen beide firma's ook te komen tot een eerste, ruimtelijke zeilvlucht tussen 2003 en 2005."

    Robert Brucato, onderdirecteur van de beroemde Mount Palomar sterrenwacht in de Verenigde Staten, beziet de Russische vorderingen met heel andere ogen. "Dat zonnezeilen vind ik prachtig, maar die ruimtespiegels vormen de grootst mogelijke vorm van lichtvervuiling," briest hij. "Stel je nou toch voor dat die mallemolen van om de aarde draaiende spiegels er echt komt. Dan kun je de sterrenkunde wel opdoeken! Jarenlang wacht je als astronoom bijvoorbeeld op waarnemingstijd met een grote telescoop. Als je die eindelijk krijgt toegewezen ben je uren bezig om het zwakke licht te verzamelen van het object dat je wilt bestuderen. Dan, als je bijna klaar bent, schiet er een flits van zo'n spiegel door je beeld en vernietigt je gegevens. Want denk maar niet dat het licht van de spiegels tot Siberië beperkt blijft. Daarvoor is hun baansnelheid - meer dan vijfentwintigduizen kilometer per uur - veel te groot. Ook van zeer ver zullen we ze in onze telescopen zien opflitsen en dat betekent dat we onze dure sterrenwachten wel kunnen sluiten."

    De IDA, of International Dark-Sky Association, protesteert ook in de heftigste bewoordingen tegen verdere proeven met ruimtespiegels. "Jarenlang zijn we aan het vechten voor het behoud van de nacht en het daarvoor verminderen van lichtreclame, lichtmasten, schijnwerpers op gebouwen en verkeerd afgestelde straatverlichting, en dan kunnen we nu als Don Quichottes gaan vechten tegen ronddraaiende ruimtespiegels," verzucht dr. David Crawford, de oprichter van IDA. "Aan het eind van de jaren tachtig verijdelden we nog het plan van een Franse kunstenaar om een zonlicht weerkaatstende 'lichtring' in de ruimte te brengen ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Eiffeltoren in 1989. Dank zij alle protesten zag de Europese ruimtevaartorganisatie ESA uiteindelijk af van een lancering. Het gevaar bestaat ook dat door die ruimtespiegels het hek eenmaal van de dam is en anderen weer zullen komen met bill boards, ofwel lichtreclame in de ruimte."

    De IDA heeft inmiddels afdelingen of sympathisanten in alle landen, zoals in Nederland de Lichthinder Informatie Site Associatie (LISA). Oprichter Ed de la Rie hamert erop dat het nachtelijk duister een erfgoed is van de natuur om ons heen.

    "Ik vraag me bijvoorbeeld af wat de beren gaan doen die in winterslaap zijn. Zullen zij door het licht ontwaken en vervolgens omkomen van de honger? Zal de vegetatie gaan uitlopen om vervolgens te bevriezen? En zullen de mensen die daar wonen nou écht gelukkiger worden? Uit onderzoek blijkt dat het lichamelijk en psychisch functioneren van de mens juist vermindert door geen gevolgen te geven aan de natuurlijke afwisseling van licht en donker. Slaapproblemen, die ook leiden tot depressiviteit, komen meer voor in verlichte gebieden.

    "En voel je je veiliger met meer licht? Ook hier zie je dat een stad als Haarlem zijn straten, pleinen en gebouwen in een overdaad van licht zet. Dat zou het uitgaansleven moeten bevorderen, de verkeersveiligheid verbeteren en het aantal inbraken verminderen. Welnu, dat is echt onzin. Van de wegen in België is bekend dat daar juist 's nachts, bij felle verlichting, de helft van alle ongelukken gebeuren. Verlichting kan ook criminelen aantrekken. Het gevoel van veiligheid wordt door het licht versterkt. Dat wel. Maar als je het navraagt blijkt de overheid geen enkel bewijs voor een vermindering van de criminaliteit te hebben."

    De Russische ruimtespiegels blijken dus heel wat tongen los te maken. En of het in de toekomst alleen gaat om extra verlichting moetten we ook afwachten. Herman Oberth voorzag indertijd namelijk ook minder vreedzame toepassingen van zijn idee: "Men mag de strategische mogelijkheden natuurlijk niet over het hoofd zien. Men zou bijvoorbeeld munitiefabrieken en opslagplaatsen in de lucht kunnen laten springen, schade in steden en op het land aanrichten, marcherende en rijdende troepen verschroeien. Het gezegde 'We zullen hem het vuur na aan de schenen leggen' zou door de ruimtespiegel een nieuwe betekenis krijgen."

    Tekst: Carl Koppeschaar

    Literatuur

    Gerhard Wisnewski: Jetzt soll die Sonne ach nachts scheinen; PM, november 1998.
    Piet Smolders: Russen doen aanval op de nacht; Eos, november 1998.
    Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en waterbouwkunde: Zicht op licht, lichthinder aangepakt; Delft, november 1998.
    Bond Beter Leefmilieu - Vlaanderen vzw: Verlichten zonder hinder, lichtverontreiniging aangepakt; Lieve Grauls, Brussel, april 1996.

    Links

  • Fuzz-Zen: Znamya-2.5 Website
  • International Dark-Sky Association



    Terug naar ASTRONET's home page