Baltische Mantelmeeuwen Larus fuscus in Drenthe

Op en bij het zandgat Hoogeveen in Drenthe zijn in september en oktober 1999 tot nu toe 3 waarnemingen (4 vogels) gedaan van adulte Baltische Mantelmeeuwen die bij de CDNA ingediend zijn of worden. Slechts één vogel kon gefotografeerd worden. De waarnemingsdata zijn 11 september, 30 september en 9 oktober. De oplettende vogelaar mist het geval van 13 september, maar die vogel vertoont een aantal kenmerken die subadulte intermedius vooralsnog niet geheel uitsluit. De vogel van 30 september is korte tijd door twee waarnemers gezien, staand op een akker net ten westen van het zandgat bij Hoogeveen.

Van de overige twee gevallen wordt op deze pagina een impressie gegeven. Van het tweede geval van twee vogels heb ik mijn eigen impressie van de vogel en de bij het indienen gebruikte beschrijving gevoegd.

 

Adulte Baltische Mantelmeeuw Larus fuscus, gefotografeerd door Theo Bakker in Finland op 2 augustus van dit jaar.

Deze vogel toont een nogal plomp voorkomen voor een vogel die te boek staat als lang en sternachtig. Dit laatste slaat mogelijkerwijs alleen op vrouwtjes en wellicht kleine mannetjes. Blijkbaar kunnen sommige mannetjes nog behoorlijk fors overkomen.

 

 


* 11 september 1999

 

Baltische Mantelmeeuw. Hoogeveen, 11 september 1999. Let op het hagelwitte en nette voorkomen. Opmerkelijk is dat de vogel niet eens langvleugelig overkomt. Voorkomen en staat van het verenkleed, alsmede de gave en ongesleten handpennen die geen rui vertoonden (dit alles niet te zien op deze foto's) wijzen echter toch op Baltische Mantelmeeuw. Omdat de vogel vrijwel even groot is als de er naast staande KM, is de vogel waarschijnlijk een mannetje.

 

 

 

De eerste foto is een uitvergroting van deze.

De foto is genomen met zonlicht…

 

 

 

 

 

 

…en deze bij bewolking waarbij de vogel er nog meer uitsprong.

 

 

 

 

 

 


* 9 oktober 1999

 

Baltische Mantelmeeuw. Hoogeveen, 11 oktober 1999. Impressie van één van de twee overigens identieke vogels.

 

 

 

 

Waarneming

Twee vogels werden rond 18.20 gevonden op de zandafgraving bij het gehucht Nijstad ten zuidwesten van Hoogeveen in de provincie Drenthe. De vogels bevonden zich in een groep van ca 2500 Zilvermeeuwen (ZM) Larus argentatus, ca 150 Kleine Mantelmeeuwen L. graellsii, één adulte Grote Mantelmeeuw L. marinus, twee adulte Pontische Meeuwen L. cachinnans en twee 1e winter Geelpootmeeuwen L. michahellis. De vogels waren voor die tijd zeker niet aanwezig. Beide vogels vielen op door hun kleine en langgerekte voorkomen, kleine en hoekige kop, hagelwitte en ongestreepte kop en onderdelen en egaal, d.w.z. effen donkere bovendelen, donkerder dan daar aanwezige graellsii.

Beide vogels zijn uitsluitend zwemmend waargenomen. De vogels zwommen in eerste instantie ver uit elkaar, een exemplaar midden in de groep en een exemplaar ver aan de linkerkant. Nadat de groep opgevlogen en weer geland was, zaten de vogels bij elkaar aan de buitenrand aan mijn kant. Beide vogels waren vrijwel identiek in voorkomen en grootte.

Door het koude weer en de matige westenwind waren de waarneemomstandigheden (als de zon niet scheen) ideaal; helder zicht, waardoor met name de kleuren en kleurtinten zeer goed te zien waren. De vogels zijn tot donker waargenomen.

Grootte en bouw

Erg kleine en slanke maar langgerekte meeuwtjes. Beide vogels vrijwel even groot en beide kleiner en fijner gebouwd dan elke KM daar aanwezig. Relatief kleine, hoekige kop met de eerste hoek voor het oog en de top van de kruin ver erachter. De laatste vormde gelijk de hoek naar de nek. Snavel klein en dun en herinnerend aan Stormmeeuw L. canus. Lichaam slank en bijna buitenproportioneel lang als gevolg van de lange handpennen. In een alerte houding hadden beide vogels bijna geen uitstekende borst. Duidelijk hoger op het water drijvend dan KM en ZM.

Verenkleed

Kop en onderdelen hagelwit zonder enige slijtage of vlekken zichtbaar. Bovendelen egaal grijszwart met zeer weinig maar nog wel zichtbaar contrast met de zwarte handpennen. Bij beide vogels geen tintverschil zichtbaar tussen mantel, dekveren en tertials. Geen witte scapularhoek zichtbaar. Tertials met een zeer smalle gesleten witte rand. Handpennen dof zwart met op de eerste pen zichtbaar voorbij de tertials een zeer klein wit puntje. Kleine witte spiegel zichtbaar op de P10.

Naakte delen

Snavel geel met een rode gonysvlek. Oog van beide vogels met rode rand en helder witgele iris, bijna wit ogend. Oog hierdoor groot overkomend.

Rui

Bij beide vogels was geen actieve rui zichtbaar op kop, mantel of dekveren. Eén van de vogels flapte even met de vleugels en hield ze ca 1 seconde beide omhoog, waarbij op één vleugel een nieuwe diepzwarte P1 zichtbaar was met een opvallende witte top, die witter afstak tegen de armpentoppen. De overige handpennen waren duidelijk doffer zwart en hadden, afgezien van P10, geen zichtbare witte toppen maar ook geen duidelijk waarneembare slijtage. De vogel miste geen hand- of armpennen. Door de houding was de andere vleugel niet zichtbaar.

Determinatie

Afgaande op grootte, bouw, zwart-witte "gave" voorkomen en kopvorm was het mij duidelijk dat dit geen KM konden zijn. Toen een van de vogels zijn vleugels oprichtte en de nieuwe P1 toonde was voor mij de determinatie als BM rond.

 

Adulte Baltische Mantelmeeuw Larus fuscus, Finland, augustus 1999 (Theo Bakker).

 

 

 

 

 

 

 


Terug naar de gull-index

Terug naar de hoofdpagina