Elk land zijn eigen internetje



Commentaar in De Groene Amsterdammer van 7 februari 1996



Het gaat niet over kinderporno, niet over seksueel geweld, niet over geweld. Het gaat over seks. En over abortus. Met de aanname van de nieuwe Telecom-wetten in het Amerikaanse Congres is het voortaan verboden om via het Internet materiaal de Verenigde Staten binnen te halen of te brengen dat zich laat omschrijven als 'obscene, lewd, lascivious, or filthy' - obsceen, ontuchtig, wulps of smerig. Dat geldt naar de letter van de Communications Decency Act ook voor 'drugs, medicijnen, apparaten of andere zaken die kunnen worden gebruikt om een abortus op te wekken', evenals informatie over waar, hoe en bij wie zulke zaken te verkrijgen zijn. Een en ander op straffe van maximaal tienduizend dollar of tien jaar gevangenisstraf.
Dat zou betekenen dat niet alleen blote plaatjes op het Internet verboden zijn, maar ook publikaties van adressenlijsten van abortusklinieken. Volgens pro choice-activisten op het Internet is paniek vooralsnog echter onnodig: de abortusparagraaf is een overgenomen oude omschrijving uit een wet over wat je wel en niet per post en telefoon mocht doen. Sinds in 1973 door het Hogergerechtshof is bepaald dat abortus legaal is in alle Amerikaanse staten, heeft die paragraaf geen werkingskracht meer. Pas als het Hogergerechtshof zich ooit anders uitspreekt, kan de abortusparagraaf alsnog in werking gaan.

Blijft over al het obscene en wulpse. Als president Clinton deze week zijn handtekening zet onder de wet, wordt het Internet van het meest vrije en ongereguleerde medium tot het meest gecensureerde. Wat gewoon mag in boeken en films, mag niet op het Internet. En het gaat gaat niet alleen om porno, maar ook om boeken als The Cather in the Rye en Ullysses - alles waar de zogeheten seven dirty words in voorkomen: shit, piss, fuck, cock, cocksucker, motherfucker, tits. Dit alles ter bescherming van het moreel van de Amerikaanse jeugd. Hoe men zo'n wet denkt uit te voeren - en wat de internationale consequenties zijn - zal pas na vele rechtszaken duidelijk worden. Digitale-burgerbewegingen willen de wet om te beginnen door de
rechter aan de Amerikaanse grondwet laten toetsen.

Er voltrekt zich momenteel een bizarre digitale balkanisering op het Internet. Terwijl Amerika alle seks van het Net probeert te weren, zorgen enge nazi-groeperingen en bijvoorbeeld de Nederlandse CP86 dat hun spullen op Amerikaanse Internet-computers staan. Want als het gaat om racisme, is Amerika juist weer wat ruimdenkender dan Europa. Deutsche Telekom, de grootste Internet-aanbieder in Duitsland, heeft onlangs dan ook de toegang tot een Amerikaanse Internet-site afgesloten voor haar abonnees, omdat daar nazi-propaganda te vinden was. Al het andere materiaal op die site (onder andere financiële informatie, maar ook de kerstman online) is daarmee ontoegankelijk geworden voor een miljoen Duitse gebruikers.
En zo heeft elk land wel iets wat ze hun digitale burgers willen onthouden: in China, Saudi-Arabië, Iran en Singapore is kritiek op de regering verboden, in Frankrijk maakt men zich zorgen over Le grand secret, het verboden boek over Mitterrands kanker dat onlangs opdook op het Internet.
Als er niet snel internationale afspraken komen over de vrijheid
van informatie op het Internet, heeft dadelijk elk land zijn eigen
gecensureerde Internetje. En dan kunnen we het wereldwijde Internet
wel opdoeken.