Module 4
Introduktie
In deze module maak je kennis met akkoorden. Je leert wat akkoorden zijn, hoe je ze kunt spelen en hoe je akkoorden kunt gebruiken om melodieën te begeleiden.

Uitleg
Akkoorden zijn samenklanken van meerdere tonen. In de loop der eeuwen hebben we een bepaalde "smaak" ontwikkeld voor akkoorden: sommige vinden we wel mooi, en andere minder, of zelfs niet. In deze module ga ik daar niet moeilijk over doen. Ik ga je er niet van proberen te overtuigen dat "andere" akkoorden ook mooi kunnen zijn (wat wel zo is). Ik ga je in deze module op een heel praktische manier uitleggen hoe "gewone" akkoorden funktioneren in "gewone" muziek.
De akkoorden die in deze module een rol spelen, zijn als volgt opgebouwd. Ze bestaan altijd uit drie witte toetsen, en je moet steeds één witte toets overslaan. Akkoorden worden benoemd naar de onderste (meest linkse) toets en worden in partituren genoteerd met een hoofdletter. Een paar plaatjes ter verduidelijking:

Dit is het C-akkoord:

 
 

En zo speel je het F-akkoord:

 
 

Je kunt op deze manier op elke witte toets een akkoord spelen. Als je dat doet en heel goed naar de klank luistert, zou het je kunnen opvallen dat niet alle akkoorden hetzelfde karakter hebben. Sommige akkoorden klinken wat anders. In een volgende module zal ik hier nader op ingaan. Nu is het voldoende te weten dat er in de meeste muziekstijlen gebruik wordt gemaakt van twee soorten akkoorden, namelijk majeur en mineur akkoorden. Het exacte verschil tussen deze twee soorten akkoorden zal ik je later uitleggen. In dit stadium van de cursus hoef je alleen te weten dat majeur akkoorden worden aangegeven m.b.v. een hoofdletter, terwijl mineurakkoorden worden genoteerd m.b.v. een hoofdletter met een "m" erachter. Maar zelfs hier hoef je je nog niet echt druk over te maken: ik zal in deze module alleen gebruik maken van majeur en mineur akkoorden die je met witte toetsen kunt spelen. In de parktijk van deze module maakt het dus nog niet uit of je een majeur of mineur akkoord moet spelen.  Je hoeft dan ook alleen maar de juiste "greep" te pakken (steeds één witte toets overslaan). Maar om geen "onjuiste" partituren te verspreiden, zal ik toch de "m" bij de mineur akkoorden vermelden.
Hieronder zie je een overzicht van alle akkoorden die in deze module een rol kunnen spelen:

C           c     e    g
Dm       d      f    a
Em        e     g    b
F           f      a    c
G          g     b    d
Am       a     c    e
Bm       b    d     f

Dezelfde informatie zie je hieronder afgebeeld in plaatjes:
Het C akkoord:

 

Het Dm akkoord:

 

Het Em akkoord:

 

Het F akkoord:

 

Het G akkoord:

 

Het Am akkoord:

 

Het B0 akkoord:

 

Het akkoord op de b klinkt heel anders dan alle andere akkoorden. Het krijgt dan ook een eigen achtervoegsel, namelijk een "nul". Je zult het in de praktijk waarschijnlijk niet vaak tegenkomen.
In de praktijk kun je akkoorden gebruiken om melodieën te begeleiden. Je speelt de akkoorden dan in je linkerhand. Van alle vingerzettingen die je kunt gebruiken, kan ik er twee aanraden. Gebruik òf   5  - 3 - 1  òf 4 -  2 - 1. Het is niet zo dat de ene vingerzetting beter is dan de andere. Met  5  - 3 - 1 hebben sommige mensen een beter overzicht over de toetsen die ze moeten spelen, terwijl voor anderen 4 -  2 - 1 prettiger aanvoelt. Maak je keus, en hou je daar voorlopig aan. Voor het geval dat het je niet uitmaakt, is mijn advies: probeer te wennen aan   4 -  2 - 1. Aan het gebruik van alle andere vingerzettingen kleven op termijn nogal wat bezwaren, en ik raad ze dan ook met klem af.

Oefeningen

Muziekstukken
 
Oh, when the Saints
PDF
MID
TXT
What shall we do with the
 drunken sailor
PDF
MID
TXT
Michael row'd the boat
 ashore
PDF
MID
TXT
I like the mountains
PDF
MID
TXT
Super Trooper
PDF
MID
TXT
De Wasserette Blues
PDF
MID
TXT
De Drumstel-Rock
PDF
MID
TXT
The Pink Panther
PDF
MID
TXT
Barcarolle
PDF
MID
TXT
Argentina
PDF
MID
TXT
Scarborough Fair
PDF
MID
TXT

 
VORIGE MODULE
HOME
VOLGENDE MODULE