Reisverslag Ecuador 1995

 

 

 

 

Vrijdag 12 september

 

‘s Avonds om 21:30 verzamelen op het vliegveld. Het gezelschap is zoals in de brief aangekondigd niet groot: 9 mensen. De reisbegeleider  zullen we in Quito ontmoeten. De medewerker van Sawadee die ons op Schiphol opwacht geeft ons iets voor degenen die vóór 1 april geboekt hebben: een onderwatercamera, vertelt hij. Dit blijkt later een panoramacamera te zijn. Aangezien er nog een overbleef kreeg ik ook zo’n apparaat. Naast mijn reeds aangeschafte onderwatercamera werd dit mijn derde camera. Ronald, Rini en Gre kende ik al, de rest zag ik voor het eerst. Henk en Wil waren de ouderen van het gezelschap. De reis verliep verder uitstekend.

 

 

Zaterdag 13 september

Na 15 uur vliegen de eerste kennismaking met een groot afwisselend tijdsverschil. Deze reis verliep bijna helemaal in het donker. Zelfs op de tussenlanding in Aruba was het nog donker. Pas daarna tijdens een tussenlanding in Quayaquil (Ecuador) begon het ligt te worden en omstreeks 10:30 waren we in Quito. Ruben stond ons al op te wachten. We werden naar het hotel Plaza International op de grens tussen oud- en nieuw Quito gebracht in een eigen busje. ‘s Middags zijn Ronald, Trudy en ik Quito ingegaan. Het was zaterdagmiddag, behoorlijk druk. We hebben enkele kerkjes bezocht en het plaza indepencia. Hierna zijn we teruggekeerd in de stampvolle trollybus. Hier ben ik tot mijn verbijstering beroofd. Dat kon niet waar zijn. Op de eerste dag al beroofd. Regelen geblazen, want wat was er allemaal weg: paspoort, 140 dollars cash en 700 dollars travellercheques, inentingenboekje. RAMP!!! Positieve punten zoeken dan maar: het vliegbiljet was door Ruben vlak daarvoor ingenomen, de huissleutels van Amsterdam zaten er niet in, mijn OV-jaarabonnement van Amsterdam had ik thuisgelaten, ik had kopien van paspoort en inentingenboekje, ik had volgens mij contant geld verzekerd. In het hotel bleek Ruben zeer behulpzaam: hij wist wat er moest gebeuren: bellen met American express. Dit telefoongesprek met America duurde wel een half uur, maar was toch dan geregeld. De ambassade moest ik maandag bezoeken, omdat die dan pas open was, zondag zouden we naar de politie.

Het eten ‘s avonds was in een zeer gezellig tentje met live-muziek. Het voorgerecht was zo machtig en veel dat ik al niet eens meer aan het hoofdgerecht toekwam. Daarna stelde Ruben voor een kroegje op te gaan zoeken. Aanvankelijk bleek ik een van de weinigen te zijn die daar zin in had (volgens Ruben: ‘wel wat borrels kon gebruiken’). Uiteindelijk bleken alsnog een ploeg van 5 de kroeg in te duiken. We dronken canellasso: jenever, vruchtensap en een kaneelstokje: warm!, zeer apart, goedkoop en typisch Ecuadoriaans.

Daarna gingen we naar het hotel. Hoewel ik nu zo’n 42 uur op de been was kon de slaap mij niet echt boeien. Hooguit 4 uur slaap was mijn deel. Ook zo veel meegemaakt…

 

Zondag 14 september

Deze dag had ik met Ruben afgesproken om naar de polite te gaan voor een verklaring van de overval. Ruben had zijn twijfels of het politieburo wel open was op zondag. We zijn eerst naar het oude gedeelte gegaan, waar we tevens een aantal kerkjes zijn binnengegaan. Dit was zeer boeiend: overal waren diensten aan de gang, maar konden toeristen ook in en uit lopen, waren schoonmakers bezig (in de flanken), branden vele kaarsen. Sommige kerken, die door de week nooit open waren waren nu ook open. Erg indrukwekkend. Het politieburo in oud-Quito bleek gesloten, dus gingen we naar nieuw-Quito. Trudy kwamen we ondertussen tegen, zij was bestolen van haar camera en ging dus met ons mee. Bij het politieburo verliep alles voorspoedig, dankzij de goede kennis van het Spaans van Ruben. Gelukkig waren we nog op tijd voor de excursie ‘s middags. Deze voerde langs de Virgin van Quito, de begraafplaats en mitad del Mundo. Het middelpunt van de aarde waar de evenaar loopt. Hier was het gezellig druk (niet met toeristen maar met Ecuadorianen). Er werd veel gedanst en salsa-wedstrijden gehouden. Rini en Gre konden de parkeerplaats niet meer terugvinden, zodat Wil anderhalf uur later maar het podium opliep om een oproep te doen. Rini en Gre bleken achteraf al richting hotel vertrokken te zijn. Wij reden, dat horende ook maar die kant op. ‘s Avonds zijn we buiten wezen eten op een terasje waar Neil Young ook gedraaid werd. De bediening verliep chaotisch, voorgerecht werd bijvoorbeeld na hoofdgerecht opgediend. De borden pasten allemaal niet op de tafel, maar goed het was gezellig.

 

Maandag 15 september

De groep ging zeer vroeg naar het vliegveld om naar Cuenca te vliegen. Ik moest echter eerst langs de ambassade voor een nieuw paspoort, pasfotos maken voor dat paspoort en langs de American Express voor nieuwe traveller cheques. Gelukkig ging er ‘s middags nog een tweede vlucht naar Cuenca, zodat ik niet hoefde te beginnen aan een 10 uur durende busreis door de Ecuadoriaanse hooglanden (grotendeels in het donker). ‘s Middags was ik tegen half 6 in Cuenca en kon ik nog iets van de stad zien. Ik had de indruk dat ik niet veel gemist had. Gelukkig maar. ‘s Avonds kon ik mee eten met de groep.

 

 

Dinsdag 16 september

 Deze dag was het vroeg opstaan, want we gingen naar Las Cajas. Een natuurpark op zo’n 4200 meter hoogte. Hier reden we heen met een eigen busjes. Vlak bij het park stapte ook de gids op de bus. Het park was erg indrukwekkend. Het was wat regenachtig, maar dat hoorde bij dit gebied dat honderden meertjes kende. De wandeling door het park, die we met regenjassen moesten afleggen kende schitterde natuurplaatjes met prachtige bloemen. In de berghut kregen we soep, waarna een tweede wandeling volgde om een meer. Ook hier was een schitterende natuur te bekijken. Vele foto’s zijn dan ook geschoten. ‘s Middags waren we terug in Cuenca. Met Ronald ben ik Cuenca ingetrokken en heb ik al kaarten gekocht. De jamanen, een voodoo gerelateerd geloof ter genezing en opsporing van zwaktes bij mensen  hebben we niet gezien. Aan het eind van de middag kwamen we terug in het hotel en vertelde Trudy dat ze wel jamanen had gezien. Met Rini terug naar de plek waar dat dan wel moest wezen. En inderdaad: jamanen die vele kinderen behandelden. We zijn voorzichtig begonnen te fotograferen. Gelukkig vond men het niet erg, sterker nog, we werden gevraag om ook een behandeling te ondergaan. Dit hebben we dan maar gedaan: het koste uiteindelijk zo’n 5 piek per behandeling. Een uiterst unieke ervaring welke gefilmd is. Daarna terug naar het hotel met een ervaring rijker. ‘s Avonds weer uit eten. We zagen in het hotel waar wij aten nog drie andere nederlandse reisgezelschappen: Djoser, Baobab en Afries. Terug in het hotel zat nog de Summum-ploeg als uitsmijter.

 

                      Sjamanen in Cuenca

 

 

Woensdag 17 september

Vanuit Cuencu naar Riobamba. Er volgde een lange busreis in een eigen bus. Allereerst zijn we wezen kijken bij een hoedenmaker. De mensen zaten hier allemaal voor het huis en maakten sierdingetjes voor toeristen. Binnen bij de hoedenmaker hingen er vele hoeden aan de want. Vervolgens zijn we naar een incaruïne getrokken genaamd Incapirca. Bij deze ruine kregen we gezelschap van een engelssprekende gids. Erg interessant om te zien. Uiteindelijk belanden we via Guamote in het donker bij een hotel te Riobamba.

 

                            Kindje bij Incapirca

 

 

Donderdag 18 september

‘s Morgens reden we vroeg met de bus terug naar het zuiden, waar we een schitterend uitzicht hadden op de hoogste berg van Ecuador, de Chimborazo (6300 m hoog). Ruben vertelde dat hij nog niet eerder zo’n goed uitzicht had gehad op de Chimborazo. Vele foto’s uiteraard. Vervolgens zijn we verder getrokken totdat we in een dorpje kwamen waar het oudste kerke van Ecuador stond. Hier kon je ook in. Het uitzicht op de Chimborazo werd alleen maar mooier. Vervolgens trokken we door naar Guamote alwaar traditionele indianemarkten aan de gang waren die zeer kleurrijk waren.

 

 

                Kleurrijke indianenmarkt in Guamote

 

 

Diervriendelijk ging het er allemaal niet aan toe, dat was zeker. Marmatten werden bij trossen in zakken gegooid en schapen lagen in de brandende zon te wachten om te worden geschoren. Na de indianenmarkt zijn we verder naar het zuiden getrokken om in Huigra te wachten op het treintje, dat ons terug zou voeren naar Riobamba. Dit was een treinreis op het dak van de trein door de Andes. Aangezien het zicht bijzonder goed weer was, was dit een ervaring die zeer de moeite waard was. Het treintje reed nog om de dag, omdat de andere lokomotief het begeven had. Vele toeristen, daar boven op de trein. Toen het donker en koud werd (met overigens een schitterende sterrenhemel) zijn we afgestapt en met de bus verder gegaan naar Riobamba.

 

Vrijdag 19 september

Met de bus zijn we gereden naar de Chimborazo. Hier voerde de bus ons tot zo’n 4900 meter.  Vervolgens zijn we te voet verder gegaan en konden we kennismaken met de hoogte. De eerste klim, van hooguit 1 kilometer was erg zwaar. Hierna konden we uitrusten in de refugio, zoals dat heet. Vervolgens zijn enkelen verder geklommen tot waar de sneeuw begon een alwaar een bergmeertje te zien was. Erg indrukwekkend!

Daarna zijn we teruggegaan en was de beklimming van de Chimborazo ten einde. Enkele Noren die wij later spraken waren van plan geweest om door te klimmen naar de top. Zij zijn echter slechts 200 meter hoger geweest, omdat het daarna te gevaarlijk werd om verder te klimmen.

 

                      Hoog op de Chimborazo

 

 

 

Terug in Riobamba zagen wij een opstootje. Er bleek een stierengevecht aan de gang. Niemand bleek veel medelijden te hebben met de beesten en we konden naar hartelust kijken en fotograferen. Dit gevecht was een leuke bijkomstigheid en het was des te leuker dat we met eigen vervoer waren, zodat we net zo lang konden kijken als dat we wilden.

 

                       Stierengevecht in Riobamba

 

Aan het einde van de dag belanden we in het toerische plaatsje Baños

 

Zaterdag 20 september

Deze dag zijn Ronald en ik Baños in getrokken, over de hangbrug en naar beneden naar de watervallen. Aan gezien het zonnig en warm was besloten we even beneden te blijven. In Baños bleken vele, zeer zoete, suikerrietprodukten te worden verkocht.‘s Middags hebben we een lange bergwandeling gemaakt naar een, overal vanuit Banos zichtbaar zijnd kruis. Vervolgens zijn we doorgegaan, nog veel hoger, langs een gebied waar we de volgende dag ook zouden gaan paardrijden.  ‘s Avonds Banos in waar een happy hour-tent ontdekt werd. Hier waren glaasjes rum 75 cent (of zo iets). Dat was natuurlijk erg gezellig. Hier ontmoetten we Hielke, een Fries die gids was voor een kleine reisorganisatie. Hij sliep in een of ander hotel voor fl. 3,50 per nacht, was natuurlijk wel primitiever. Na de happy-hour tent belanden we in een gezellige salsa-diskotheek, waar meer nederlanders bleken te zitten.

 

Zondag 21 september

Deze dag werd bijna geheel in beslag genomen door paardrijden hoog in de bergen. De beesten waren zeer rustig en traag. Aanvankelijk werd aangekondigd dat het om kleine beesten zou gaan, maar het bleken zeer grote paarden te zijn. De wegen waarover de rit ging bleek griezelijk stijl. Goeiedag, als we dat geweten hadden!

 

Maandag 22 september

Met de bus gingen we naar het oosten van Ecuador, naar de jungle. Dit was dus ook dalen, tot warmere en vochtigere gebieden. Onderweg stoppen we nog bij een zeer lange hangbrug. Hier hebben we nog een eind geklommen, tot waar de hangbrug zou beginnen. Hier was een bijzonder heftige waterval die ook wel de badkuip van de duivel werd genoemd. Men dacht dat als je daar in zou vallen je het niet zou overleven, daar kon ik me wel wat bij voorstellen. Onderweg hebben we heerlijk gegeten voor zo’n Fl 7,50 (drie gangen menu). In Mishouali maakten we kennis met Pepe, onze gids in de jungle. Terug in het hotel bleek de stroom het niet te doen. Het werd dus vertoeven in het donker. Gelukkig kwamen ze van het hotel al met kaarzen aangesneld, zodat het ‘s avonds toch nog gezellig was en we kaarten konden schrijven onder de aandacht van een belangstellende aap! We zaten nu aan de rand van de jungle. Het werd menens.

 

Dinsdag 23 september

Deze morgen regende het extreem hard! We besloten het vertrek wat uit te stellen. Gelukkig duurde het niet al te lang en konden we alsnog vertrekken. Bij het water stonden de boten klaar om ons naar het kampement te varen. Dit waren indrukwekkende hutjes, waar een indianenfamilie woonde en waar we zouden gaan slapen matjes, hard op de grond. ‘s Middags hebben we een lange wandeling door de jungle gemaakt die ons door diepe riviertjes voerde. Daar moest de spijkerbroek dan wel bij uit! Het was ondertussen zeer vochtig en warm, zodat het zweten geblazen was. De wandeling duurde zo’n 4 uur. ‘s Avonds kwamen de tarantulas naar beneden om te jagen, deze mochten we over onze armen laten lopen (van de gids). Daarna konden we buiten genieten van het schouwspel van de vuurvliegjes met een rummetje. Dit was indrukwekkender dan dat ik ooit had vermoed!

 

Woensdag 24 september

Deze dag volgde opnieuw een wandeling door de jungle. Dit keer waren Wil en Gre ook mee. We zagen deze keer een zeer giftig gifkikkertje en een aardworm van een meter lang. Deze aardworm deed denken aan een slang, maar was in feite niets meer dan een uit de kluiten gewassen regenworm. ‘s Middags leerde Pepe ons pijltjesschieten op de manier zoals de indianen dat vroeger met echte gifpijltjes deden: door een zeer zware lange pijp. Daarna zijn we wezen goudzoeken hetgeen ook al geen licht karweitje as. Ten slotte, zijn we er nog met de boot op uitgetrokken om toekans te zien. Op gegeven moment was er absolute stilte en uiteindelijk waren daar de toekans.

 

 

Donderdag 25 september

Deze dag hebben we het kamp verlaten na afscheid te hebben genomen van de indianen. We legden aan op een plek waar een lange wandeling naar boven was gepland. Tijdens deze wandeling zagen we vele vlinders. Tenslotte haden we een uitzicht over een groot deel van de jungle. Terug beneden zijn een aantal wezen zwemmen in de rivier, waar vele stroomversnellingen waren en waar volgens de gids piranha’s zwommen. Dit maakte het allemaal natuurlijk wel wat spannend.  Tenslotte voeren we terug naar Mishouali aan de rand van de jungle. ‘s Avonds zijn we nog wezen biljarten en rum drinken. De disko viel wat tegen.

 

 

Vrijdag 26 september

Deze dagen verlieten we de jungle weer om koers te zetten naar Otavalo. Bij het plaatsje Papallacta stopten we om te eten en om te zwemmen. Hier bleken hete zwavelbaden aanwezig te zijn, die heet waren op natuurlijke wijze: van de vulkaan. Je kon er soms amper in vertoeven zo heet. Bij Otavalo hielden we halt bij Lake Poncho, waar we konden genieten van een erg mooie zonsondergang. Het hotel waar we in sliepen zag er erg mooi uit. Het werd gerund door een nederlandse: Mieke, zij was getrouwd met een Ecuadoriaan

 

Zaterdag 27 september

Zaterdag zijn Ronald en ik naar de beroemde Otavalomarkten gegaan. In dit plaatsje konden vele souvenirs worden gekocht. Dit hebben we dan ook gedaan: ik twee panfluiten, een t-shirt en een riem.

Text Box:  Text Box:

 

Ronald een balsehouten papagaai en een riem. Tijdens het eten in een restaurantje was het erg rustig. Er was een bandje aan het repeteren: erg leuk. ‘s Avonds zijn we met z’n allen naar Ibarra getrokken omdat hier feesten aan de gang zouden zijn. Dit was er ook wel, maar het was toch minder leuk dan we aanvankelijk dachten: zo waren er geen optochten te zien, enkel muziek. We besloten vroeg maar weer naar Otavalo terug te keren om nog wat mee te krijgen van het feest in het hotel van Mieke. Dit was inderdaad een stuk gezelliger. Er werd veel gedanst.

 

Zondag 28 september

Deze ochtend bleek het personeel duidelijk nog te leiden onder het zware feest van gisteravond. De bediening was dan ook, zoals verwacht wat trager. Hierna konden we kiezen wat we deden: om een vulkaanmeer lopen alwaar de condor op grote hoogte leeft, een wandeling van zo’n 4 uur, of een tocht maken met Napoleon (onze chauffeur) langs ambachten: instrumentenmakerij, weverij hoedenmakerij e.d.

Ronald, Rini en ik kozen samen met Ruben voor de eerste variant. De rest leek de 4 uur durende wandeling te zwaar te vinden. Achteraf hadden ze hier volgens mij spijt van, want de wandeling was echt schitterend. Tijdens deze wandeling kwamen we de afriesh-ploeg weer tegen. Helaas geen condor, maar goed. De wandeling koste lang niet zoveel tijd als de vooraf ingeschatte 4 tot 5 uur, maar was in minder dan 3 uur gedaan. Terug kwamen we in een restaurantje alwaar wederom gedanst werd. ’s Middags was het wachten op de was, die lang niet schoon bleek, jammer, daar was bij Mieke het laatste woord nog niet over gezegd. In de loop van de middag zijn we terug gegaan naar Quito. De eerste twee week van de vakantie zaten er op. Dit was de laatste avond met Rini en Gre. Zij zouden de volgende morgen vertrekken naar de Galapagos-eilanden. Deze avond hebben we goed gegeten bij de chinees, weer met z’n allen, zoals we dat tot nu toe bijna altijd hadden gedaan.

 

Maandag 29 september

Deze morgen waren Rini en Gre reeds vroeg vertrokken. Wij werden opgehaald door Arie, die met zijn bedrijfje, de biking dutchman, goede zaken deed. Even buiten Quito kregen we mountain bikes overhandigd en beschermende kleding, waarna we allemaal konden gaan fietsen. Een afdaling van 39 km, eitje. Hierna mochten we een stuk gaan klimmen. Dit was zwaarder dan gedacht en mijn respect voor de bolletjestrui is dan ook behoorlijk groter geworden. Hierna zorgde Arie voor de luinch: brood met salade, erg lekker. Vervolgens, en dat hadden we even niet gedacht stond er nog een tweede fietstocht in de planning. Deze verliep moeizaam over keien en voerde ons naar het plaatsje Mindo. Dit plaatsje lag vroeger in de jungle en dat was aan de paalwoningen dan ook wel te zien. Op het eindpunt zette een zwerm riviervliegjes de aanval in op mijn benen. Heavy! ‘s Middags een wandeling door Mindo en een bezoek langs een orchideentuin.

 

Dinsdag 30 september

Deze dag stond een lange reis op het programma met het openbaar vervoer. Op zich was dit wel weer een belevenis op zich. In de een a laatste bus kreeg ik van de conducteur een plaats toegewezen, waarvoor een kindje moest gaan staan. Ai, niks voor mij. Uiteindelijk kwamen we in Atacames aan, waar we met fietstaxis naar het hotel werden gebracht en waar de baco op ons stond te wachten.

 

Woensdag 1 oktober

De enkele dagen rust die hier te wachten stonden waren niet helemaal aan mij besteed. Bovendie moest mijn baard er maar weer eens af. Ook Ruben wou naar de kapper en wist er een. We zijn met z’n tweeen op de bus gestapt en vertrokken naar het beruchte plaatsje Esmeraldas, een uurtje met de bus (retour Fl. 1,00)

In Esmeraldas sloeg Ruben aan het fotograferen van mensen. Aan het einde van de dag had hij zo’n 60 portretfoto’s gemaakt. Allemaal gevraagd. Een leuk dagje was het zeker. Op de terugreis moesten we om aangezien een complete olieraffinaderij in vuur en vlam stond, wauw wat een vuurzee. Nationale ramp, dat was het. ‘s Avonds bezochten we de cocktailbar van Nagiba, een erg aardig meisje dat cocktails kon maken als geen ander.

 

 

 

 

 

Text Box:  Text Box:

 

                          Happy Hour                                                                                   Nagiba trekt toeristen

 

 

Donderdag 2 oktober

Een dagje van wandelen en luieren in de hangmatten, moest ook niet veel langer duren Een lange wandeling met Ronald over het strand was verkeerd getimed. Op het verste punt begon het enorm te regenen!

 

Vrijdag 3 oktober

Deze dag begon de terugreis naar Quito per luxe bus. Zo tegen half drie waren we in Quito, waar ik bij de ambassade mijn nieuwe paspoort kon afhalen. ‘s Avonds zijn we nog op de Amazonas wezen winkels kijken.

Rini en Gre waren weer teruggekeerd van de Galapagos eilanden en waren zeer enthousiast. Ze waren ook zeer te spreken over de luxe boot. De gids viel wat tegen.

 

Zaterdag 4 oktober

Het zou voor ons dan ook eindelijk gaan gebeuren: de reis naar de Galapagos eilanden. De reis verliep via Guayaquil in zo’n 2,5 uur. Op de Galapagos eilanden was het een stuk heter dan in Quito. We maakten kennis met persoon nummer acht van de groep Østein Riis, jawel een noorse student, 22 jaar slechts. Hij had 5 weken spaanse les gevolgd in Quito en hield nu vakantie. We werden opgewacht door onze gids Walter die ons naar hun bootje voerde. Help wat een klein bootje! Een primitief weekje stond ons te wachten, dat was zeker. We maakten kennis met de rest van de 5-koppige bemanning)

 

Van Isla Baltra voeren we een klein stukje: naar Las Bachas. Hier hadden enkele andere bootjes zich ook verzameld. We maakten een kleine wandeling langs sally lightfoot krabben, flamingos, blauwvoet Jan van Genten, zeeschildpadden en zeeleeuwen. Daarna konden we naar hartelust snorkelen om vervolgens weer terug te varen naar isla Baltra, waar al meerdere bootjes aangemeerd lagen

 

Zondag 5 oktober

De volgende morgen vertrokken we vroeg naar Islas Plaza (foto’s 9.1 t/m 9.22)

Een mooie wandeling waar zeer veel landleguanen te zien waren en zeeleeuwen en zeemeeuwen. Voor mij een van de indrukwekkendste eilanden, omdat de beesten allemaal zo dicht bij elkaar leefden.

 

‘s Middags voeren we door naar Santa Fé (foto’s 9.23 - 9.33)

Dit was een heftig reisje, waarbij Trudy en Henk goed zeeziek waren. De rest had het er ook aardig moeilijk mee. Op Santa Fé was iedereen vlug weer opgeknapt en konden we naar snorkelen, voor het eerst met de zeeleeuwen. Hierna volgde een wandeling naar boven langs cactussen en leguanen. We zagen warempel een slang. Galapagos slang, erg bijzonder.

 

                 Zeeleeuwen op de Galapagos

 

Maandag 6 oktober

‘s Morgens voeren we in het donker om 4:30 reeds naar Puerto Ayora (foto’s 9.34 t/m 10.26), zodat we daar waren toen het licht werd. Het bleek dat liggend varen helemaal zo gek nog niet was. Het lukte zelfs nog om ook te slapen. Op deze dag maakten we eerst een wandeling naar het Charles Darwin instituut, waar we vele schildpadden zagen, waaronder lonesome George, de enige in zijn soort op de hele wereld. ‘s Middags vertrokken we naar het midden van het eiland (de highlands) voor een wandeling door de bossen langs vulkaankraters, waar we vele vinken zagen en een uil. Daarna bezochten we nog de ingang van een 2 km lange lavatunnel.

 

Dinsdag 7 oktober

De reis begon om half drie ‘s morgens en voer naar Conway Bay (foto 10.27 t/m 11.4).

Tijdens deze wandeling, die tot hoog in de bergen voerde passeerden we enkele meertjes, waar ook flamingos zaten. Nog hoger zagen we nog enkele leguanen. Terug bij de boot konden we snorkelen. Het water was hier niet alleen helderder, er waren ook veel meer en grotere vissen. Ronald was zo enthousiast dat ie z’n hele rolletje volschoot (“mooier wordt het niet”). Ik besloot te wachten op de waterschildpadden, de pinguins en de zeeleeuwen, later maar.

 

Van Conway Bay voeren we naar Chinese Hat (foto 11.5-11.29). De vulkaan die hier stond had de vorm van een sombrero. Dit bezoek was onder andere het alternatief voor het bezoek aan Española, waar we vanwege ons kleine bootje maar niet heen zijn gegaan. Dit alternatief deed niet echt onder voor Española: we zwommen wel een kwartier mee met een onderwaterschildpad welke moeilijk bleek bij te houden. Toen we weer terug bij de boot waren zwommen er plotseling pinguins bij de boot. Het water dus maar weer in voor een foto. Nu gingen we varen naar de overkant, waar een zeer aggressieve mannetjes zeeleeuw ons opwachtte. Uitkijken dus.  Hier lagen verder vele babyzeeleeuwtjes en waren Jan van Genten en pelikanen te zien. Na een wandeling hier keerden we terug naar de overkant en voeren nog even langs een plek waar de pinguins zouden gaan staan. Hun aantal bleek tegen te vallen. We voeren dus maar weer terug naar de boot, waar een schitterende zonsondergang de revue passeerde.

 

                                 Jan van Gent

 

 

Woensdag 8 oktober

‘s Morgens voeren we met de boot naar Rabida (foto 11.30-12.6). Hier maakten we eerst een wandelingetje over een strand met rood zand, waar een een paar flamingos en havikken zagen. Daarna voerde de wandeling een tweede wandeling een stuk omhoog waar enkele blauwvoet Jan van genten de weg versperden.

 

‘s Middags volgde een grote (rustige) oversteek naar Puerto Egas (James Bay). Tijdens deze oversteek konden we dolijnen en hamerhaaien zien. (foto 12.7 - 12.28). Op James Island bevond zich nog het restant van een zoutmijnhuisje. Hier was vroeger een zoutwinning geweest. Op dit eiland leeft een soort van zeeleeuwen die het meest heeft van de zeehond (ronde kop, ronde ogen).

 

                 Zeeleeuw a la zeehond

 

We zagen een golf stuwing (soms door golfbeweging stroomt water in een gat, om er later met veel kracht weer uit te spuiten) welke in een grotere variant bestaat op Española. Verderop waren rotsen te zien met zeer vele zwarte zeeleguanen.

 

 

Donderdag 9 oktober

Op deze ochtend zijn we als het licht wordt op het beroemde pinacle rock op Isla Bartholome (foto 12.29-13.23). Hier waren vele boten. Allereerst volgde een wandeling die over een aangelegde trap (speciaal voor toeristen) naar boven voert. Hier was een mooi Galapagos-uitzicht te zien. Vervolgens zijn we wezen snorkelen. Het was wel even uitkijken voor de zeeegels. We snorkelde over een rotsachtig gebied waar ook weer zeeleeuwen om ons heen zwommen. ‘s Middags hebben we gewandeld over zwarte lava-vlaktes waar al weer de eerste tekenen van leven te zien waren. ‘s Avonds volgde een mooiere zonsondergang dan ooit tevoren.

 

Vrijdag 10 oktober

Deze ochtend begon op Seymour island (foto 13.24-14.17) waar zeer veel blauwvoet Jan van genten en fregatvogels te zien waren. Hierna ging het hard. Spoedig stonden we weer op het vliegveld op isla Baltra. Het was nog niet druk en de souvenirsstands waren nog niet open. Dat gebeurde even later en al spoedig werd het druk. Enkelen kochten nog een Galapagos-kalender. ‘s Avonds hadden we nog wat tijd in Quito om rum te kopen.

 

Zaterdag 11 oktober

Het vliegtuig had vertraging. Doordat een vliegtuig met bandenpech op de landingsbaan stond moest het eerst weer terugvliegen naar Guayaquil om bij te tanken.

 

Zondag 12 oktober

Om 6.00 waren we toch weer op tijd in Amsterdam. De achterstand was aardig ingelopen. Yvonne wachte mij daar op.