Arie Altena
index

Hoe het kwam dat ik The Voice in the Closet vertaalde

Arie Altena

[2023 – Dit is de tekst voor mijn praatje bij de presentatie van Raymond Federmans De stem in de kast, mijn vertaling van The Voice in the Closet. Die presentatie vond plaats bij Perdu, toen nog op de Kerkstraat in Amsterdam, op zaterdag 19 december 1992. De andere sprekers waren Graa Boomsma en Eric Vos. De tekst mist een paar zinnen aan het begin. Ik heb al te opzichtige tik- en spelfouten gecorrigeerd, maar wel de spelling van toen aangehouden. Een paar keer heb ik al te omslachtige formuleringen rechtgetrokken.]


De Frans-Amerikaan Raymond Federman is bovendien onbekend, zeker hier in Nederland, maar ook in Amerika. Federman is zo'n schrijver die hoogstens bekendheid geniet in het akademische circuit, wie zijn naam al kent zal hem associëren met Beckett, avantgardisme en typografische experimenten. Kortom nou niet direkt een schrijver waar je aan denkt als het om vertalen gaat, en dan nog The Voice in the Closet: waarschijnlijk zijn lastigste tekst. Toch wordt vandaag de Nederlandse uitgave van The Voice in the Closet (de Engelse en Franse tekst zijn ook opgenomen), gepresenteerd. Hoe heeft het zo ver kunnen komen?

* Welnu, het is niet mijn schuld. Ja, ja, ik heb het vertaald, ik kwam met de tekst aanzetten, maar het is niet mijn schuld. Het ging vanzelf, buiten mij om kwam van het één het ander, het ging per ongeluk, het is mij zo overkomen. De tekst is op een bepaald moment in mijn leven gekomen en is daarin vanzelf een steeds grotere rol gaan spelen. Het lijkt wel alsof het boekje mij uitgekozen heeft, en niet andersom. Ik zal vertellen hoe dat gegaan is  – de geschiedenis van mij en The Voice in the Closet.

* Het is allemaal begonnen in 1988. Ik studeerde ALW & volgde in het tweede semester een college "postmodernisme en literaire code" bij Eric Vos (u zult hem zometeen nog horen). Waar dat precies over ging is een verhaal voor een andere keer. We analyseerden in ieder geval een aantal vermeend postmoderne teksten & vroegen ons af of er zoiets als een typisch postmoderne schrijfwijze zou bestaan (nou, neuh). Die teksten (Brautigan, Borges, Cortàzar, Auster) waren gekozen door ons, de studenten, behalve The Voice in the Closet, dat was de tekst waar Eric Vos mee aan kwam zetten. Natuurlijk verdween die tekst geruisloos uit het college omdat niemand zin had om die schijnbaar onbegrijpelijke woordenbrij van een schrijver waar niemand van gehoord had voor te bereiden (daarbij moet ik zeggen dat ik al een referaat gehouden had).

* Maar ik had de tekst wel gelezen, d.w.z. ik was er doorheen gerausd en had er niet veel van begrepen. Dat maakte niet uit, want ik was gefascineerd geraakt. Gefascineerd door hoe de woorden over de pagina rolden, hoe de ene halve zin uit de vorige voortkwam, een voortrazende stroom van taal, stemmen die elkaar onderbreken, niet ophouden met spreken, tegen elkaar tekeer gaan. En ik vond het mooi. Vooral dat ene zinnetje dat ik meteen had kunnen plaatsen: "bird blowing his brains out on alto guts squeaking lover man". Het is een verwijzing naar een plaatopname van Charlie Parker en aangezien ik van jazz en geïmproviseerde muziek hou, was dat ook een reden om door te lezen. Misschien ging het wel over jazz! Nou dat gaat het dus niet, maar daar kwam ik snel genoeg achter. (Het gaat over een jongetje dat in een kast opgesloten zit, hij is het personage in het verhaal van de schrijver die The Voice in the Closet aan het schrijven is en hij protesteert tegen zijn schrijver omdat die volgens hem het verhaal niet goed vertelt). Toch heb ik wel eens het vermoeden dat dit zinnetje één van de redenen is geweest waarom ik de tekst niet na drie pagina’s terzijde heb gelegd. 

* En ik had wel zin om de tekst verder uit te diepen. Aangezien ik toch nog een werkstuk moest schrijven, waarom dan niet over The Voice in the Closet. Wist ik veel waartoe dat zou leiden. Van het werkstuk kwam een skriptie, de skriptie leidde tot een onderzoeksvoorstel voor een AIOplaats, die ik uiteindelijk nog kreeg ook. Zo ging het, als vanzelf. Het diende zich aan. Van het één kwam het ander. Zo groeide The Voice in the Closet uit van een tekst waarop ik min of meer toevallig stuitte tot n een belangrijk onderdeel van mijn leven. 

* Met het vertalen ging het ongeveer hetzelfde. (Het schijnt dat The Voice in the Closet  zijn lezers aanzet tot kreatieve produktie). Het eerste wat je met een tekst als deze doet, tenminste het eerste wat ik deed, was proberen interpunctie, strepen zetten, pijltjes, aan te brengen, aangeven wie wat zegt, in een poging wat orde te scheppen in de schijnbare chaos. Direkt daarop probeerde ik kleine stukjes te vertalen, soms in een poging een passage beter te begrijpen, maar meestal omdat ik me afvroeg of iets ook vertaalbaar zou zijn, zo'n mooie vloeiende passage, of die chaos van elkaar onderbrekende stemmen. Die zinnen vertalen was wel een uitdaging en ik kreeg er de smaak van te pakken.

* Meestal blijft het bij pogingen, maar ditmaal maakte ik een complete vertaling van de eerste anderhalve pagina, liet dat aan vrienden zien, werd aangespoord er verder mee te gaan. De uitgeverij van Perdu kreeg er lucht van en raakte geïnteresseerd, en zo ging het balletje rollen. Of ik niet wilde proberen of ik het "echt" kon vertalen. Natuurlijk. Alleen had ik dat nog nooit gedaan. Ik begon gewoon, of liever gezegd, ik ging door, maar nu serieus. Ik wilde wel eerst uitzoeken of het wel kon & of ik het wel kon, nou, het ging wel & belangrijkste (voor mij), ik vond het vreselijk leuk. Er werd een vertaalredaktie geformeerd. Ik kwam er achter dat er een Duitse vertaling bestond, las die & dacht toen definitief: dit kan ik ook.

* Zo op het eerste gezicht ziet  The Voice in the Closet er vrij onvertaalbaar uit. Nou valt dat reuze mee, maar dat wil niet zeggen dat er geen problemen in zaten. Zeker voor een onervaren vertaler als ik (alleen op de universiteit wat vertaalcolleges moeten volgen, en zo voor mezelf zitten vertalen). De klankovereenkomsten waar Federman mee speelt bijvoorbeeld, of de onduidelijke syntaxis (waardoor ik snel geneigd was om de Engelse woordvolgorde aan te houden – soms ben je daartoe bijna gedwongen om de ene zin in de andere te laten overlopen). Een groot probleem is ook dat de meest gebruikte werkwoordsvorm in zowel de Engelse als de Franse tekst het tegenwoordig deelwoord is. De tekst hangt a.h.w. op de tegenwoordige deelwoorden & net die gebruik je in het Nederlands weinig. De Duitse vertaler was er ook uitgekomen, dus waarom ik niet?

* Toen ik eenmaal zeker wist dat ik met een redelijke vertaling voor de dag zou kunnen komen nam Perdu kontakt op met Federman. Vervolgens schreef ik hem een brief waarin ik hem een aantal dingen vroeg. Het meest klemmende probleem was: welke tekst moest ik vertalen? Dat lijkt een rare vraag, zeker om te stellen wanneer je al bezig bent met vertalen. Maar er is zowel een Engelse als een Franse tekst, beide zijn geschreven door Federman (dat was niet zo'n probleem: mijn Frans is toch te slecht), maar er bestaan ook meerdere licht van elkaar verschillende Engelse versies van de tekst. Normaliter kies je als vertaler voor de definitieve tekst. Federman bleek een voorstander te zijn voor een creatievere vertaling. Liever een pure Nederlandse versie dan een letterlijke vertaling van het Engels. Hij spoorde me aan om vrij te lenen uit het Frans en de andere versies, en in een volgende brief schreef hij zelfs "feel free to improvise". Ik denk dat ik me heel wat minder improvisatie veroorloofd heb dan Federman misschien wel had willen zien. Ik geloof dat ik betrekkelijk dicht bij het origineel ben gebleven.

* Eigenlijk voel ik nooit de aandrang om een schrijver een brief te schrijven of te bellen om hem/haar iets te vragen over een boek. Ik zoek het liever zelf uit. Zo gauw ik een boek lees is dat mijn boek geworden. Maar toen Federman een tijdje geleden in Berlijn was ben ik hem toch op gaan zoeken.

* Hij was in Berlijn i.v.m. de premiere van een ballet gebaseerd op The Voice in the Closet. Nu is er iets raars aan de hand met de roem van Federman. In vrijwel de hele wereld is hij een onbekende schrijver. Behalve in Duitsland. Al zijn boeken zijn er vertaald, hij komt er lezingen geven, hij wordt er gezien als een vooraanstaand vertegenwoordiger van het Amerikaanse postmodernisme en als een zeer origineel schrijver. Om dat te illustreren: de eerste oplage van dit boek, Double or Nothing, heeft 20 jaar lang in de VS op de planken liggen verstoffen voordat het uitverkocht was (3000 exemplaren). De Duitse vertaling moest binnen het jaar herdrukt worden.

* Oorspronkelijk was het trouwens het plan om dit boek in die tijd uit te brengen, Federman zou dan overkomen uit Berlijn om ook hier een lezing te houden. Helaas ging dat uiteindelijk niet door (volle agenda’s en zo).

* Tot mijn schrik had ik Federman eigenlijk niks meer te vragen over de vertaling. Nu maakte dat niet veel uit: hij praat wel en aan één stuk door, over zijn boeken, over jazz, over andere literatuur, maakt continu plannen, enzovoorts. Ik vond hem in die zin typisch Amerikaans, al heeft hij nog altijd een Frans accent.

* Terug van mijn stormachtig bezoek aan koud en nat Berlijn legde ik de laatste hand aan de vertaling. Ik veranderde natuurlijk op het laatste moment nog van alles. de teksten gingen naar de ontwerpster & het bleek dat het vormgeven van de tekst – het moeten natuurlijk uitgevulde vierkanten of rechthoeken zijn – nog lastiger was dan ik had gedacht. Uiteindelijk kwam het boek er dus.

* Zo ging het, als vanzelf, per ongeluk groeide het projektje Federman uit tot een heuse vertaling. Het is me overkomen, het is niet míjn schuld.

* Maar natuurlijk is het wel mijn schuld. Ik heb doorgelezen, ik ben gefascineerd geraakt, ik ben verder gegaan met het boekje. Maar soms heb ik wel eens het gevoel alsof het allemaal buiten mij omgegaan is. Dat het boekje mij heeft uitgekozen. Waarom las ik door? Ik had ook kunnen stoppen, de tekst verveeld terzijde kunnen leggen. Ik had geen werkstuk, geen skriptie over The Voice in the Closet kunnen schrijven (ik had me kunnen storten op de cyberpunk) . Ik had geen vertaling kunnen maken.

* Toch heb ik doorgelezen. Misschien kwam het wel door dat ene zinnetje "bird blowing his brains out". Maar ik ben ook altijd al gek geweest op teksten die op het eerste gezicht onbegrijpelijk zijn. Zulke teksten beloven iets, ze zijn een uitdaging, ik wil weten wat er aan de hand is.

* Zo stootte ik toen ik zestien of zeventien was op de naam Franz Mon (dat was nota bene in een roman van Joyce & Co.) Zowaar bleek de openbare bibliotheek van Almelo een exemplaar te bezitten van Herzzero, dat zo te zien al jaren niet aangeraakt was. Het is een boek in twee kolommen, Duits zonder hoofdletters. Volgens het bibliotheekkaartje is het een "experimentele roman over taal en het scheppingsproces van taal". Ik heb het indertijd gelezen, dat wil zeggen: ik ben to pagina 50 gekomen, maar ik vond het wel mooi. Twee jaar geleden kwam ik het stom toevallig tegen tussen de stapel afgeschreven boeken. Voor 1 piek. Alsof het op me lag te wachten (ik kom nog twee of drie keer per jaar in die bibliotheek). Het kaartje waar op staat dat ik het op 23 december 1983 in moest leveren zat er nog in.

* Misschien ben ik zo'n lezer die in eerste instantie genoegen neemt met een minimum aan begrijpelijkheid, die het leuk vindt om een tijdje op de oppervlakte van de taal te zitten, die het leuk vindt om tijdens het lezen in verwarring gebracht te worden. Dat zal het wel zijn. Met zulke teksten ga ik verder.

* The Voice in the Closet is zo'n tekst. Niet direkt te vatten, je kunt je laten meevoeren door de woorden op de pagina. Het is ook een tekst om in verstrikt te raken en waarop je een hele tijd kunt teren. Naarmate je er meer van begrijpt begin je steeds meer verbanden te zien, krijgen de afzonderlijke zinnetjes of woorden steeds meer betekenis. Totdat je op een bepaald moment denkt dat je de tekst helemaal door hebt, dat je alles begrijpt en dat alle stukjes samen één coherent geheel vormen, en dan kan het gebeuren dat de tekst je toch weer ontsnapt, door de vingers glipt. Het is een tekst waar je na twintig keer lezen nog iets nieuws in kunt ontdekken.

* De tekst is omdat ik er zo lang mee bezig ben geweest een centrum in mijn leeservaring geworden. Er zitten in The Voice in the Closet veel verwijzingen naar Beckett, maar ik hoor echo's van Federman als ik Beckett lees. En laatst toen ik ‘In een tong vallen’ van Jacq Vogelaar las zat ik ineens rechtop bij de volgende zin “(CIT)” – [2023, helaas heb ik die zin niet opgeschreven]. Alsof het rechtstreeks uit De stem in de kast kwam. Alleen mocht ik willen dat mijn vertaling zo liep als deze zin van Vogelaar.

* En als iemand mij nu vraagt of ik het nog altijd een mooie tekst vindt, nu ik hem zo vaak gelezen heb, nu ik er zo lang mee bezig geweest ben voordat ik eindelijk die vertaling af had, dan moet ik zeggen dat ik het nog altijd een mooie tekst vindt. Maar ik ga volgende week wel met iets anders bezig.

This is the text for my talk at the presentation of my translation of Raymond Federmans The Voice in the Closet at Perdu in Amsterdam, on 19 December 1992.

some rights reserved
Arie Altena
index