Ga naar de vernieuwde website van Advocaten.nl

Trouwen, geregistreerd partnerschap en samenwonen


Inleiding:  Wie zijn relatie met zijn of haar partner formeel wil regelen, heeft daarvoor sinds april 2001 drie mogelijkheden: het burgerlijk huwelijk, het geregistreerd partnerschap en een samenlevingscon tract. Al deze vormen van samenleven zijn toegankelijk voor paren van gelijk en verschillend geslacht. Daarnaast kunnen mensen natuurlijk ook samenwonen zonder officieel iets te regelen.

In deze brochure krijgt u informatie over de belangrijkste overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende samenlevingsvormen. Onderwerpen die aan bod komen zijn onder meer de voorwaarden en regels voor het aangaan van de samenlevingsvormen, de rechten en plichten, de familierechtelijke banden met kinderen, de beëindiging van de samenlevingsvorm en de rechten en plichten na beëindiging. Per onderwerp ziet u dan hoe een en ander voor de verschillende samenlevingsvormen is geregeld. We besluiten met een overzicht van de behandelde onderwerpen.

Deze brochure geeft u alleen informatie over de hoofdzaken. Voor meer gedetailleerde informatie zijn aparte brochures beschikbaar. Ook kunt u informatie krijgen bij andere instanties, zoals beroepsverenigingen van advocaten en notarissen en Bureaus Rechtshulp. Achterin de brochure vindt u een overzicht van andere brochures en nuttige adressen, voor als u meer informatie wilt of een juridisch deskundige wilt inschakelen.


inhoud

 

 

Verschillende vormen van samenleven

Zowel een man en een vrouw, als twee mannen of twee vrouwen kunnen in Nederland trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaan. Zij kunnen ook een (notarieel) samenlevingscontract sluiten. Tenslotte kunnen ze samenwonen zonder formeel iets te regelen.

Huwelijk en geregistreerd partnerschap

Het huwelijk en het geregistreerd partnerschap zijn in veel opzichten gelijkwaardig. Het zijn wettelijk geregelde samenlevingsvormen. De rechten en plichten, de voorwaarden die gelden om de verbintenis te kunnen sluiten, de wijze waarop de verbintenis tot stand komt en wordt beëindigd, dit alles ligt voor een groot deel vast in de wet. Wel zijn er verschillen als het gaat om kinderen.

 

Samenlevingscontract

Het samenlevingscontract is een overeenkomst waarin mensen afspraken maken over allerlei zaken die met het samenwonen te maken hebben. Onderwerpen waarover afspraken kunnen worden gemaakt, zijn bijvoorbeeld: de financiële bijdrage in de kosten van elkaars levensonderhoud, de verdeling van de kosten van de huishouding, het gebruik van bankrekeningen, de verdeling van de bezittingen, afspraken over alles wat met de woning te maken heeft. U kunt samen onderling een overeenkomst maken, maar u kunt daarvoor ook naar de notaris gaan. Een notarieel samenlevingscontract wordt in de praktijk wel als voorwaarde gesteld om in aanmerking te komen voor bepaalde regelingen, bijvoorbeeld partnerpensioenregelingen en secundaire arbeidsvoorwaarden.

Samenwonen

Als twee mensen samenwonen en hun relatie niet formeel vastleggen, betekent dit niet dat hun samenleving geen gevolgen heeft. Zo verbindt de overheid in wetten en regels voor de belasting of sociale zekerheid wel degelijk gevolgen aan het samenwonen.

Wie mogen met elkaar een samenlevingsvorm aangaan?

Wie mogen met elkaar trouwen, een geregistreerd partnerschap aangaan of samenwonen? De voorwaarden voor het aangaan van een huwelijk en een geregistreerd partnerschap liggen vast in de wet. Om een samenlevingscontract te kunnen afsluiten gelden veel minder voorwaarden. Voor een samenlevingscontract geldt eigenlijk als enige voorwaarde dat degenen die de overeenkomst sluiten dit volgens de wet ook mogen doen. Zij moeten in beginsel meerderjarig zijn en mogen niet onder curatele staan. Verder mag volgens de wet de overeenkomst niet in strijd met de goede zeden, de openbare orde of de wet zijn.

De voorwaarden om een huwelijk of geregistreerd partnerschap aan te gaan, zijn gelijk. We noemen hieronder de belangrijkste.

Met één persoon

In Nederland kan iemand die wil trouwen of een geregistreerd partnerschap wil sluiten, dat maar met één persoon tegelijkertijd doen. Ook mag iemand niet op hetzelfde moment getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap met een ander hebben.

Een samenlevingscontract kan wel tussen meer dan twee personen gesloten worden.

Meerderjarig

Wie wil trouwen of een geregistreerd partnerschap wil sluiten, moet 18 jaar of ouder zijn. Er zijn uitzonderingen mogelijk.

 Curatele

Iemand die onder curatele staat heeft om te mogen trouwen of een geregistreerd partnerschap aan te gaan toestemming van de curator nodig.

 

Geen bloedverwantschap

Ouders en kinderen, grootouders en kleinkinderen, broers en zusters mogen niet met elkaar trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaan. Er zijn uitzonderingen mogelijk, bijvoorbeeld als men door adoptie familie van elkaar is.

Buitenlandse partner(s) of partner(s) in het buitenland

Wanneer één of beide partners niet de Nederlandse nationaliteit hebben of niet in Nederland wonen, gelden de volgende regels:

Als ten minste één van de partners in Nederland woont of de Nederlandse nationaliteit heeft, wordt de vraag of de partners met elkaar mogen trouwen dan wel een geregistreerd partnerschap mogen aangaan, beoordeeld naar het Nederlandse recht. Mogen de partners volgens de Nederlandse regels met elkaar trouwen of een partnerschap aangaan, dan kunnen zij dit doen, ook al staat het recht van het land van de niet-Nederlandse partner(s) dit niet toe.

Verblijfstitel

Niet-Nederlanders die willen trouwen of een geregistreerd partnerschap willen aangaan moeten een rechtsgeldige verblijfstitel hebben. Wanneer de niet-Nederlandse partner geen verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd heeft, moet hij in de meeste gevallen een verklaring overleggen van de vreemdelingenpolitie over zijn verblijfsrechtelijke positie. Deze voorwaarde is gesteld om te voorkomen dat mensen een (schijn-)huwelijk of (schijn-)geregistreerd partnerschap aangaan om een verblijfstitel te krijgen.

Het aangaan van de samenlevingsvorm

Het geregistreerd partnerschap en het huwelijk komen tot stand bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Hoe de aangifte plaats moet vinden, de wachttijd, de getuigen, de op te maken aktes en andere formaliteiten zijn vastgelegd in de wet.

 Aan het gaan samenwonen zijn geen formaliteiten en officiële instanties verbonden. De samenwonenden kunnen wel een samenlevingscontract maken. Het samenlevingscontract is een overeenkomst waarin mensen afspraken maken over allerlei zaken die met het samenwonen te maken hebben. U kunt samen onderling een overeenkomst maken. Maar het kan verstandig zijn om over een onderwerp als samenleven een officiële overeenkomst te sluiten bij de notaris. Een notarieel samenlevingscontract kan daarnaast als voorwaarde gesteld worden om in aanmerking te komen voor bepaalde regelingen, bijvoorbeeld partnerpensioenregelingen en secundaire arbeidsvoorwaarden. Aan het opstellen van een notariële akte zijn kosten verbonden.

De belangrijkste formaliteiten bij het sluiten van een huwelijk of aangaan van een geregistreerd partnerschap zijn de volgende:

Aangifte

Twee mensen die willen trouwen of een geregistreerd partnerschap willen sluiten, gaan eerst in ‘ondertrouw’. Zij doen aangifte bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, in beginsel in de woonplaats van één van beiden. Daarbij moeten zij stukken overleggen waaruit blijkt dat zij een huwelijk kunnen sluiten. Welke stukken dit precies zijn, hangt af van de situatie. Naast een afschrift van de geboorteakte kan dit bijvoorbeeld een bewijs van beëindiging van een vorig huwelijk of geregistreerd partnerschap of een akte van toestemming zijn.

Wachttijd

Van de aangifte wordt een akte opgemaakt. De plechtigheid kan in principe op zijn vroegst plaatsvinden twee weken na de datum van de akte van aangifte. Uitzonderingen zijn in bijzondere gevallen mogelijk.

 

Getuigen

Voor een rechtsgeldig huwelijk of partnerschap is de aanwezigheid van meerderjarige getuigen verplicht: minimaal twee en maximaal vier. Hun namen en adressen moeten worden opgegeven bij de aangifte.

Ja-woord

De aanstaande echtgenoten of partners maken hun verbintenis voor de wet officieel door het afleggen van een verklaring. Die verklaring leggen zij af ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Bij het huwelijk ligt deze verklaring vast (‘ja-woord’). Bij het geregistreerd partnerschap is de vorm van deze verklaring vrij.

Huwelijks- of partnerschapsakte

Van de voltrekking wordt een akte opgemaakt. Na het afleggen van de verklaring ondertekenen de echtgenoten of partners en de getuigen de akte. Ook de ambtenaar van de burgerlijke stand ondertekent de akte.

Kosten

Aan het sluiten van een huwelijk of geregistreerd partnerschap zijn kosten verbonden. Elke gemeente biedt echter op vaste tijden in de week een mogelijkheid voor het gratis sluiten van een huwelijk of geregistreerd partnerschap. De kosten voor het laten omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk komen later aan bod.

Kerkelijk huwelijk

Pas nadat het burgerlijk huwelijk is gesloten, mag een kerkelijke inzegening of bevestiging volgen. Kerkgenootschappen kunnen zelf beslissen of zij het huwelijk willen inzegenen of bevestigen. Zij zijn hiertoe dus niet verplicht.

De rechten en plichten

Het huwelijk en het geregistreerd partnerschap leiden automatisch tot een aantal rechten en plichten voor de echtgenoten/partners. Deze rechten en plichten liggen voor en groot deel vast in de wet. Bij samenwonen gelden alleen de rechten en plichten ten opzichte van elkaar voor zover die zijn vastgelegd in een (notarieel) samenlevingscontract. Een samenlevingscontract regelt alleen wat de partijen zelf met elkaar afspreken. De onderhoudsplicht tegenover elkaar is een goed voorbeeld. Bij een huwelijk en een geregistreerd partnerschap geldt die automatisch. In een samenlevingscontract alleen als de partners dit hebben afgesproken en vastgelegd.

Gebruik van elkaars achternaam

Echtgenoten en geregistreerde partners mogen elkaars achternaam gebruiken, in combinatie met of zonder hun eigen achternaam. Dit geldt echter niet voor officiële stukken. Daarin moet men altijd zijn eigen naam vermelden. Partners die niet zijn gehuwd of geregistreerd gebruiken in beginsel alleen hun eigen achternaam.

Aanverwantschap

Door een huwelijk en geregistreerd partnerschap ontstaat aanverwantschap. Dat wil zeggen dat de familieleden van de ene partner ‘aangetrouwde’ familie worden van de andere partner. Aanverwanten hebben bepaalde rechten. Zij hoeven bijvoorbeeld in een rechtszaak in bepaalde gevallen niet te getuigen tegen de aanverwante echtgenoot. Door het sluiten van een samenlevingscontract ontstaat geen aanverwantschap.

Verrichten van rechtshandelingen

Echtgenoten en geregistreerde partners hebben voor het aangaan van verplichtingen of het nemen van beslissingen in een aantal gevallen toestemming van elkaar nodig. Voorbeelden zijn de verkoop van de gemeenschappelijk bewoonde woning en het sluiten van een koop op afbetaling. In een samenlevingscontract kunnen hier samen onderling afspraken over worden gemaakt. De partners bepalen zelf welke afspraken zij maken.

Rechtsgevolgen voor derden

Het huwelijk en geregistreerd partnerschap hebben niet alleen juridische gevolgen voor de partners onderling, maar ook in de verhouding tot anderen. We geven een voorbeeld: een echtgenoot of geregistreerd partner kan niet worden verplicht om in een rechtszaak te getuigen tegen de andere partner. Een samenlevingscontract heeft alleen juridische gevolgen voor de partijen die de overeenkomst sluiten. Er zijn in principe geen juridische gevolgen in de verhouding tot anderen. Maar rechterlijke uitspraken, jurisprudentie, leiden er overigens wel toe dat samenwonenden in dit opzicht steeds meer gelijk worden gesteld aan gehuwden en geregistreerde partners.

Het notarieel samenlevingscontract kan daarnaast door anderen als bewijs van samenleving worden geaccepteerd, bijvoorbeeld door een pensioenfonds.

Onderhoudsplicht

Echtgenoten en geregistreerde partners hebben een onderhoudsplicht ten opzichte van elkaar. Zij zijn verplicht om, binnen hun mogelijkheden, in elkaars levensonderhoud te voorzien. Zij dragen in beginsel ook samen de kosten van de huishouding. In een overeenkomst van huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden kunnen zij over de kosten van de huishouding andere afspraken maken.

Partners die een samenlevingscontract sluiten, kunnen zelf bepalen wat zij afspreken over de onderhoudsplicht en kosten van de huishouding.

Vermogen en bezittingen

In een huwelijk en geregistreerd partnerschap zijn in beginsel alle bezittingen en schulden gemeenschappelijk. Wie dit niet wil, moet daarvoor bij de notaris een andere regeling treffen. Die regeling kennen we ook wel als huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden. Voor niet-gehuwde en niet-geregistreerde partners is de situatie precies andersom. In beginsel zijn het vermogen en de bezittingen niet gemeenschappelijk. Door een samenlevingscontract kan wel een vorm van gemeenschappelijkheid ontstaan. Maar dit kan ook als de partners bijvoorbeeld samen een huis kopen.

Erfenis

Op het gebied van het erfrecht geldt voor gehuwde en geregistreerde partners: de partners zijn elkaars wettelijke erfgenaam. Samenwonenden zijn geen wettelijke erfgenamen van elkaar. Als niet-gehuwden of niet-geregistreerde partners van elkaar willen erven, moeten zij een testament laten maken bij de notaris. In een samenlevingscontract kunnen zij wel, met een zogenaamd verblijvingsbeding, regelen dat de langstlevende recht heeft op de gezamenlijke eigendommen.

Pensioen

Iedereen die deelneemt in een pensioenregeling, bouwt rechten op voor een ouderdomspensioen. In veel pensioenregelingen worden daarnaast ook rechten voor een nabestaandenpensioen opgebouwd. Het nabestaandenpensioen is een uitkering die de ene echtgenoot/ geregistreerde partner kan krijgen als de andere echtgenoot/geregistreerde partner (die het ouderdomspensioen heeft opgebouwd) overlijdt. Veel pensioenfondsen kennen voor niet- gehuwde of niet-geregistreerde partners een vorm van partnerpensioen. Als deze partners daarover afspraken willen maken, kunnen zij dit in het samenlevingscontract vastleggen. De meeste pensioenfondsen vragen wel om een notarieel samenlevingscontract.

Familierechtelijke banden met kinderen

De samenlevingsvormen verschillen in de gevolgen als het gaat om de geboorte van een kind. Op dit punt zijn er belangrijke verschillen tussen het huwelijk van man en vrouw aan de ene kant en het huwelijk van twee vrouwen of twee mannen, een geregistreerd partnerschap en samenwonen aan de andere kant.

Als een vrouw en een man met elkaar trouwen en in dit huwelijk wordt een kind geboren, dan zijn zij van rechtswege de ouders van het kind. De vrouw uit wie het kind wordt geboren, is de moeder. En de echtgenoot van de moeder wordt door de wet beschouwd als de vader. Door het huwelijk ontstaan tussen de echtgenoten en het kind alle familierechtelijke banden. Met alle rechten en plichten van dien. Het bestaan van familierechtelijke banden tussen ouder en kind heeft gevolgen voor onder meer de achternaam van het kind, het gezag, het omgangsrecht, de nationaliteit en het erfrecht.

Bij alle andere samenlevingsvormen dan het huwelijk tussen een man en een vrouw ontstaan door de geboorte van een kind alleen familierechtelijke betrekkingen tussen moeder en kind. Familierechtelijke betrekkingen van het kind met de partner van de moeder kunnen er komen door erkenning en adoptie.

Hoofdregels

 

 Erkenning van het kind

Buiten het huwelijk van een man en een vrouw geldt dat de man die het kind erkent de vader van het kind is. De man kan het kind al erkennen voordat het wordt geboren. De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt dan een akte van erkenning op. Erkenning kan ook plaatsvinden bij de notaris met een notariële akte. Vindt erkenning niet voor de geboorte plaats, dan kan de man het kind bij de geboorte-aangifte erkennen, of op een later moment. Ook dit gebeurt meestal bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Bovenstaande geldt ook als een man en een vrouw een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan. Zij zijn dan immers niet getrouwd.

Voor een rechtsgeldige erkenning gelden een aantal voorwaarden:

Deze brochure geeft alleen informatie op hoofdlijnen. Meer informatie over erkenning vindt u in de brochure ‘Afstamming. Wie zijn de juridische ouders van het kind’.

 

Ouderlijk gezag en gezamenlijk gezag

Ouderlijk gezag is het gezag over een kind dat wordt uitgeoefend door twee ouders of door één ouder. Gezamenlijk gezag is het gezag over een kind dat wordt uitgeoefend door een ouder en een niet-ouder samen. Dit kan bijvoorbeeld de vriend of vriendin van de ouder zijn die het kind samen met de ouder verzorgt en opvoedt.

Iemand die het gezag over een minderjarige heeft is verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van het kind en is ook de wettelijke vertegenwoordiger van het kind. Tot 1 januari 2002 hadden alleen gehuwde ouders automatisch samen het ouderlijk gezag over de kinderen die tijdens het huwelijk geboren waren. Voor andere samenlevingsvormen gold dit niet. Daar was altijd een procedure bij de (kanton-)rechter voor nodig. Op 1 januari 2002 is dit voor een aantal gevallen veranderd. Ook ouders die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, verkrijgen sindsdien automatisch samen het ouderlijk gezag over de kinderen (die vanaf deze datum geboren worden). Voorwaarde is wel dat de mannelijke partner het kind heeft erkend. Ook gehuwde of geregistreerde vrouwenparen hebben automatisch het gezamenlijk gezag over kinderen die geboren worden tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap. Voorwaarde hiervoor is wel dat er geen andere ouder is.

 

 Gezag gehuwde ouders/ouders met geregistreerd partnerschap

Ouders die getrouwd zijn, hebben samen het ouderlijk gezag over het kind. Op 1 januari 2002 is een wetswijziging van kracht geworden, waardoor ook ouders die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, automatisch vanaf de geboorte gezag over hun kinderen uitoefenen. Voorwaarde is wel dat de mannelijke partner het kind heeft erkend. Pas dan is hij in juridische zin, ouder van het kind.

 

Gezag ongehuwde ouders/ouders zonder geregistreerd partnerschap

Een ongehuwde meerderjarige moeder krijgt automatisch het ouderlijk gezag over haar kind. Zij heeft dit direct vanaf de geboorte van het kind. De vader verkrijgt niet automatisch het ouderlijk gezag. Als de ouders samen het ouderlijk gezag willen uitoefenen en de vader het kind heeft erkend, dan kunnen zij hiervoor een verzoek indienen bij de griffie van de rechtbank. Dit is een relatief eenvoudige procedure. De griffie van de rechtbank heeft hiervoor een formulier. Samen met een aantal "bewijsstukken" moet dit formulier ingevuld worden ingeleverd. De griffier kijkt of aan alle voorwaarden is voldaan. Keurt hij het verzoek goed, dan maakt hij een aantekening in het gezagsregister.

 

Gezamenlijk gezag ouder en niet-ouder, van rechtswege

Een ouder kan samen met een niet-ouder het gezamenlijk gezag over kinderen uitoefenen. Op 1 januari 2002 is een wetswijziging van kracht geworden waardoor in bepaalde gevallen de ouder en zijn of haar partner (die niet zelfde ouder van het kind is), automatisch samen het gezag over een kind verkrijgen. Dus zonder dat daarvoor een beslissing van de rechter nodig is. Dit noemen we gezamenlijk gezag van rechtswege. Er gelden wel belangrijke voorwaarden. De voorwaarden zijn dat het kind tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap van de ouder met de niet-ouder is geboren en dat er geen andere ouder is. Het gaat hierbij vooral om de volgende situaties: De moeder is gehuwd of is een geregistreerd partnerschap aangegaan met een vrouw. Tijdens het huwelijk of het geregistreerde partnerschap wordt een kind geboren dat volgens de wet geen vader heeft. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer de moeder het kind krijgt door anonieme donorinseminatie. N.B. Voor de gevallen waarbij een derde partij (ouder) betrokken is, is altijd een beslissing van de rechter over het gezamenlijk gezag nodig. Er komen door het uitoefenen van het gezamenlijk gezag geen familierechtelijke banden tot stand tussen het kind en de partner van de moeder. De partner van de moeder is niet de juridische ouder van het kind. Familierechtelijke banden kunnen ontstaan door adoptie.

 

Gezamenlijk gezag ouder en niet-ouder, door de rechter toegekend

Als een niet-ouder een nauwe persoonlijke band heeft met het kind, kunnen de ouder en de niet-ouder aan de rechter vragen om aan hen het gezamenlijk gezag toe te kennen. Hiervoor hebben zij altijd een advocaat nodig. Een beslissing over het gezag kan ingrijpende gevolgen hebben, zeker wanneer er een andere ouder is. De rechter gaat bij het nemen van die beslissing dan ook zorgvuldig te werk en kijkt naar het belang van het kind.

Wijst de rechter het gezamenlijk gezag toe, dan heeft de niet-ouder dezelfde gezagsrechten en plichten als de ouder. Hij of zij is dan samen met de ouder in alle opzichten verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van het kind. Het uitoefenen van het gezag door de niet-ouder is niet hetzelfde als het hebben van het juridische ouderschap. Er komen door het uitoefenen van het gezamenlijk gezag geen familierechtelijke banden tot stand tussen het kind en de niet-ouder. Het kind is bijvoorbeeld niet automatisch erfgenaam van de niet-ouder. Daar is een testament voor nodig.

 

Geen gezag, wel onderhoudsplicht

Een niet-ouder die gehuwd is of een geregistreerd partnerschap is aangegaan met de ouder van een kind, heeft altijd een onderhoudsplicht tegenover dit kind als het kind deel uitmaakt van het gezin. Dit geldt dus ook voor de gevallen waarin de niet-ouder niet samen met de ouder het gezag over het kind heeft. Meer informatie over gezag vindt u in de brochure ‘Gezag, omgang en informatie’.

 

Adoptie

Sinds 1 april 2001 kunnen zowel paren van gelijk en verschillend geslacht als alleenstaanden een kind adopteren dat zijn gewone verblijfplaats in Nederland heeft. Of de paren getrouwd zijn, geregistreerde partners zijn of samenwonen is niet van belang. Door adoptie wordt degene die adopteert in juridisch opzicht de ouder van het kind. Alle juridische familiebanden met de oorspronkelijke ouder of ouders worden dan doorgesneden. Adoptie is dus een ingrijpende stap en er gelden dan ook strenge voorwaarden. Adoptie is een procedure bij de rechtbank. Meer informatie over adoptie vindt u in de brochure ‘Adoptie van een kind in Nederland’.

Voor adoptie van een kind uit het buitenland gelden andere regels en voorwaarden. Adoptie van een kind uit het buitenland is mogelijk voor gehuwde paren van verschillend geslacht. Daarnaast kan ook één persoon een adoptieverzoek indienen, ongeacht of deze persoon nu gehuwd, geregistreerd partner, alleenstaand of samenwonend is. Meer informatie over adoptie van een kind uit het buitenland vindt u in de brochure ‘U wilt een kind uit het buitenland adopteren’.

 

De achternaam van het kind

Gehuwde ouders kunnen - bij de geboorte van het eerste kind - kiezen welke achternaam het kind krijgt, die van de vader of van de moeder. Maken zij geen keuze, dan krijgt het kind de naam van de vader. De gemaakte keuze geldt ook voor alle volgende kinderen die in het gezin geboren worden. Ook bij de adoptie van het eerste kind kunnen de ouders kiezen.

Als de ouders niet gehuwd zijn, krijgt het kind automatisch de achternaam van de moeder. Als de vader het kind erkent, kunnen de ouders kiezen voor de achternaam van de moeder of de vader. Deze keuze vindt plaats bij de erkenning. De erkenning van het kind kan ook plaats vinden voor de geboorte van het kind. De naamskeuze vindt dan op dat moment plaats.

Als een ouder en een niet-ouder (ongeacht de samenlevingsvorm) het gezamenlijke gezag uitoefenen, kunnen zij de rechter vragen om de achternaam van het kind te wijzigen in die van de ouder of de niet-ouder.

Deze brochure geeft alleen op hoofdlijnen informatie. Meer informatie over achternamen vindt u in de brochures ‘De keuze van de achternaam’ en ‘Naamswijziging’.

 

 Omzetting van geregistreerd partnerschap en huwelijk

Een geregistreerd partnerschap kan worden omgezet in een huwelijk.

De ambtenaar van de burgerlijke stand moet hiervoor een akte van omzetting opmaken. De akte van omzetting wordt opgenomen in het register van huwelijken. Door de omzetting eindigt het geregistreerd partnerschap en is het huwelijk een feit. Andersom kan een huwelijk op dezelfde wijze worden omgezet in een geregistreerd partnerschap. De akte van omzetting wordt dan opgenomen in het register van geregistreerde partnerschappen. De omzetting kan alleen plaatsvinden in de eigen woonplaats.

De kosten van de omzetting zijn afhankelijk van de te overleggen stukken en de mate waarin de partners aan de omzetting een ceremonieel karakter wensen te geven. Dit kan per gemeente verschillen.

 

Gevolgen omzetting

Een omzetting heeft in principe geen gevolgen voor de bestaande situatie. Stel, twee mensen hebben een geregistreerd partnerschap, zij voeden samen een kind op èn zij hebben samen het gezag over dit kind. Als zij hun partnerschap nu laten omzetten in een huwelijk verandert daar niets aan. Of stel dat zij hun partnerschap zijn aangegaan in gemeenschap van goederen. Ook hier verandert een omzetting dan niets aan. In internationale situaties -buitenlandse partner(s) of partner(s) in het buitenland- kan dit laatste echter anders zijn.

 

Buitenlandse partner(s) of partner(s) in het buitenland

Wanneer één of beide partners niet de Nederlandse nationaliteit heeft of niet in Nederland woont, gelden bij een omzetting de regels en voorwaarden zoals beschreven in het hoofdstuk ‘Voorwaarden’. Daarnaast gelden voor de omzetting dezelfde regels en voorwaarden zoals hierboven gegeven.

Ook een huwelijk of geregistreerd partnerschap dat in het buitenland is aangegaan, kan omgezet worden. Dit huwelijk of geregistreerd partnerschap moet dan wel in Nederland worden erkend.

 

Huwelijksvermogensrecht

Wanneer één of beide partners niet de Nederlandse nationaliteit hebben of niet in Nederland wonen kan de omzetting met zich meebrengen dat een ander rechtsstelsel van toepassing wordt op de vermogensrechtelijke betrekkingen van de partners dan tevoren. Zo kan een gemeenschap van goederen ontstaan, terwijl de vermogens van de partners tevoren gescheiden waren, of omgekeerd. De verandering kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor de aansprakelijkheid voor schulden en voor de manier waarop het vermogen (bezittingen en schulden) wordt verdeeld na scheiding of overlijden.

Het is daarom van belang dat u een notaris raadpleegt voordat de omzetting plaats vindt. Hij zal u kunnen adviseren over de vraag of het wenselijk is huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden te maken en of een bepaald recht als toepasselijk is aan te wijzen. Meer informatie vindt u in de brochure ‘Huwelijksvermogensrecht en het Haags Verdrag’.

 

Het beëindigen van de verbintenis

Aan de beëindiging van een huwelijk of geregistreerd partnerschap komt altijd een officiële instantie te pas: de rechter en/of de burgerlijke stand. In een samenlevingscontract kunnen de partners zelf regelen hoe en wanneer het contract ophoudt te bestaan.

Aan het huwelijk komt een einde doordat de rechter de scheiding uitspreekt en de echtscheidingsbeschikking ingeschreven wordt in het huwelijksregister van de plaats waar het huwelijk heeft plaatsgevonden. Het huwelijk kent de scheiding van tafel en bed, het geregistreerd partnerschap niet.

Een geregistreerd partnerschap kan bij wederzijds goedvinden ook buiten de rechter om eindigen. Dit wederzijds goedvinden moet dan wel aantoonbaar en goed geregeld zijn. De partners moeten daarom een overeenkomst opstellen bij een advocaat of notaris, waarin zij bevestigen dat zij het partnerschap willen beëindigen en waarin goede afspraken worden gemaakt over de verdeling van bezittingen, alimentatie, enz. Deze overeenkomst moet worden ingeschreven in het register bij de burgerlijke stand. Pas dan is het geregistreerd partnerschap beëindigd.

In een samenlevingscontract kunnende partners zelf bepalen wanneer de relatie en het contract als beëindigd moeten worden beschouwd. Om dit goed te regelen, kan in het contract ook worden opgenomen wat er moet gebeuren als er verschillen van mening over deze kwestie zijn.

 

De rechten en plichten na beëindiging

Als een huwelijk of geregistreerd partnerschap eindigt, blijvende partners een aantal rechten en plichten ten opzichte van elkaar houden. De onderhoudsplicht en de verdeling van de pensioenrechten zijn belangrijke voorbeelden. De financieel draagkrachtige echtgenoot/partner heeft een onderhoudsplicht ten opzichte van de andere echtgenoot/partner. Er is wat dat betreft geen verschil tussen huwelijk en geregistreerd partnerschap.

Als een samenlevingscontract wordt beëindigd, hebben de partners alleen nog rechten en plichten ten opzichte van elkaar als dit in het contract is vastgelegd. De rechten en plichten die zijn vastgelegd in een samenlevingscontract duren in beginsel zo lang als de overeenkomst duurt. Het is mogelijk om af te spreken dat er ook daarna nog rechten en plichten ten opzichte van elkaar blijven bestaan. Er kunnen bijvoorbeeld afspraken gemaakt worden over de verdeling van gemeenschappelijke bezittingen, wie er in het huis mag blijven wonen na de scheiding, of er gedurende een bepaalde periode alimentatie voor de ex-partner zal worden betaald. Bij samenwonen is er dus alleen sprake van partneralimentatie voor zover de partners dat in het samenlevingscontract hebben vastgelegd.

 

 Kinderen

Voor de rechten en plichten tegenover de kinderen, waaronder de kosten van het levensonderhoud, is niet de samenlevingsvorm van de ouders bepalend, maar het feit of er biologische of familierechtelijke banden met het kind bestaan, of dat er sprake is van gezamenlijk gezag over het kind. Ook bij enkel biologisch ouderschap bestaat er een alimentatieplicht (dit geldt overigens niet voor donoren).

Een scheiding verandert de familierechtelijke betrekkingen tussen ouder(s) en kind niet. Ouders blijven na de scheiding samen verantwoordelijk voor het kind. In principe oefenen zij ook na de scheiding samen het gezag uit. De wet gaat ervan uit dat de ouders zoveel mogelijk samen het gezag blijven uitoefenen na de scheiding. Als zij dat niet willen, moet de rechter gevraagd worden om één van beide ouders met het gezag te belasten. Daarnaast wordt vaak een omgangsregeling vastgesteld voor de minderjarige kinderen en de ouder bij wie zij niet wonen. Beide ouders moeten voor hun kinderen, naar rato van hun financiële draagkracht, de kosten van verzorging en opvoeding betalen. Over de kinderalimentatie kunnen zij samen afspraken maken. Maken zij geen afspraken, dan kan de rechter gevraagd worden om het bedrag vast te stellen dat de ene ouder aan de andere voor de kinderen moet betalen.

Onderhoudsplicht van niet-ouder

Wanneer een ouder en een niet-ouder het gezamenlijk gezag over een kind uitoefenen en dit gezamenlijk gezag houdt bij de scheiding op te bestaan, dan blijft de ouder die het gezag behoudt onderhoudsplichtig totdat het kind 18 of 21 jaar is. Ook de niet-ouder die niet langer het gezag heeft, heeft nog een onderhoudsplicht. De onderhoudsplicht duurt net zo lang als het gezamenlijk gezag heeft geduurd. Als het gezamenlijk gezag bijvoorbeeld 5 jaar heeft geduurd, duurt de onderhoudsplicht na het beëindigen van het gezag nog 5 jaar voort.

Was er geen sprake van gezag van de niet-ouder, dan houdt voor hem of haar de onderhoudsplicht op als het huwelijk of geregistreerd partnerschap eindigt. Meer informatie over scheiden vindt u in de brochures 'U gaat scheiden' en 'Alimentatie'.(link)

Pensioen

Voor het ouderdomspensioen geldt: de rechten die zijn opgebouwd tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap, moeten bij een scheiding worden verdeeld. De verdeling van de pensioenrechten vindt plaats volgens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Deze wet geldt niet voor samenwonenden. Meer informatie vindt u in de brochure 'Verdeling van ouderdomspensioen bij scheiding'. link

 

Acceptatie in het buitenland

Nederland loopt met de openstelling van het huwelijk voor paren van gelijk geslacht internationaal voorop. Er zijn wel landen in Europa die het geregistreerd partnerschap kennen. Maar wat betreft het huwelijk neemt ons land tot op heden een unieke positie in. Dit betekent wel dat gehuwde paren van gelijk geslacht en geregistreerde partners er rekening mee moeten houden dat hun huwelijk/partnerschap en de gevolgen daarvan in het buitenland niet overal worden geaccepteerd.

 

 Juridisch advies

Niet alleen praktisch en sociaal, maar ook in juridisch opzicht kunnen zich problemen voordoen. Bij een kort verblijf in het buitenland zoals een vakantie zal het vooral om praktische en sociale problemen gaan. Maar bij een langer verblijf of een emigratie kunne zich op belangrijke gebieden juridische problemen voordoen, bijvoorbeeld op het gebied van erfrecht. Wanneer het huwelijk of partnerschap in het buitenland niet wordt erkend, hoeft dat overigens nog niet te betekenen dat er geen enkel gevolg aan wordt toegekend. Zo is het denkbaar dat bijvoorbeeld de vermogensrechtelijke relatie tussen beide echtgenoten/partners in het buitenland wel wordt erkend.

Het is belangrijk om tijdig, hier in Nederland of in het land waar men verblijft, deskundig juridisch advies in te winnen. Het kan bijvoorbeeld noodzakelijk zijn om de vermogensrechtelijke relatie nader te regelen of om een testament te maken. Het Nederlandse consulaat ter plaatse zal veelal kunnen aangeven tot wie en welke instantie men zich in het buitenland kan wenden..

 

Overzicht van behandelde onderwerpen

In deze brochure zijn de verschillen en overeenkomsten van de samenlevingsvormen huwelijk, geregistreerd partnerschap en (notarieel) samenlevingscontract op een rij gezet.

In onderstaand schema vindt u een overzicht van de belangrijkste onderwerpen die, in het kort, behandeld zijn.

 

 

De voorwaarden voor het aangaan van een samenlevingsvorm

 
Wie mag met wie trouwen?  
Wie mag met wie een geregistreerd partnerschap aangaan?  
Wie mag met wie een samenlevingscontract afsluiten?  
Buitenlandse partner(s) of partner(s) in het buitenland  
Het aangaan van de samenlevingsvorm  
De procedure bij het huwelijk
(aangifte, wachttijd, getuigen, ja-woord, akte)
 
De procedure bij het geregistreerd partnerschap (aangifte, wachttijd, getuigen, ja-woord, akte)  
Het (notarieel) samenlevingscontract  
De kosten  
Kerkelijk huwelijk  
De rechten en plichten  
Gebruik van elkaars achternaam  
Aanverwantschap  
Verrichten van rechtshandelingen  
Rechtsgevolgen voor derden  
Onderhoudsplicht partner  
Vermogen en bezittingen  
Huwelijkse voorwaarden 1 partnerschapsvoorwaarden  
Partner erfgenaam  
Kind erfgenaam  
Afspraken in het (notarieel) samenlevingscontract  
Familierechtelijke banden met kinderen  
Gehuwde ouders  
Ongehuwde ouders  
Erkenning van kind door vader  
Gezag over kind door  
Gehuwde ouders, ouders met geregistreerd partnerschap  
Ongehuwde ouders, ouders zonder geregistreerd partnerschap  
Ouder en niet-ouder van rechtswege  
Ouder en niet-ouder, door de rechter toegekend  
Adoptie  
Van kind in Nederland  
Van kind uit buitenland  
Achternaam van kind  
Naamskeuze door gehuwde ouders  
Naamskeuze door niet gehuwde ouders  
Omzetting geregistreerd partnerschap en huwelijk  
Procedure  
Kosten  
Gevolgen van omzetting  
Buitenlandse partner(s) of partner(s) in het buitenland  
Gevolgen voor buitenlandse partner(s) of partner(s) in het buitenland  
Wijze van beëindigen  
Van huwelijk  
Van geregistreerd partnerschap  
Van samenlevingscontract  
Rechten en plichten na beëindiging  
Partneralimentatie  
Kinderalimentatie  
Gezag over kinderen  
Verdeling pensioen  
Acceptatie van samenlevingsvormen in het buitenland  
Juridisch advies  

 

Rechtsbijstand

Bij een aantal onderwerpen uit deze brochure kunt u juridische hulp nodig hebben. Het kan gaan om ingewikkelde problemen en procedures. In andere gevallen is de inschakeling van een advocaat eenvoudigweg verplicht. Onder het kopje ‘Adressen’ vindt u de vestigingsplaatsen van rechtbanken, Bureaus Rechtshulp en de Raad voor de kinderbescherming.

 

Kosten

Een gerechtelijke procedure, bijvoorbeeld een scheidingsprocedure, kost geld. Afhankelijk van uw inkomen kunt u in aanmerking komen voor een ‘toevoeging’. Dit betekent dat de overheid een deel van de kosten voor rechtsbijstand voor haar rekening neemt. U betaalt wel altijd een eigen bijdrage. Naast de kosten voor uw advocaat moet u ook een bijdrage betalen in de kosten van de rechtspraak. Dit is het griffierecht.

Meer informatie over de kosten een gerechtelijke procedure en over door de overheid gefinancierde rechtsbijstand vindt u in de brochures ‘U wilt rechtsbijstand, ‘Verklaring omtrent inkomen en vermogen’ en ‘Griffierecht’. link

Hebt u vragen of wilt u meer informatie

Voor algemene informatie en het aanvragen van brochures, kunt u contact opnemen met de telefonische informatielijn van de gezamenlijke ministeries:

Postbus 51 Infolijn
Telefoon 0800 - 8051 (gratis)
Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 21.00 uur.
Internet: http://www.postbus51.nl
E-mail: vragen@postbus51.nl
U kunt ook contact opnemen met:
Ministerie van Justitie
Directie Voorlichting, Afdeling in- en externe communicatie
Postbus 20301
2500 EH Den Haag
Telefoon 070 - 370 6850
Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 15.00 uur
Internet: http://www.justitie.nl
E-mail: voorlichting@minjus.nl

Belangrijke adressen
Voor meer informatie kunt u ook terecht bij:

Andere brochures

In deze brochure hebt u informatie gekregen over de verschillende samenlevingsvormen. Hieronder krijgt u een overzicht van brochures die over de verschillende onderwerpen verkrijgbaar zijn: links

Aan de inhoud van deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend.

  


 

e-mail: info@advocare.nl
terug naar de foldermolen