Home | Woordenweb


Over Latijn

Latium en Rome

De Romeinen spraken de taal van het oude Latium. Na het verval van hun rijk ontwikkelde deze taal zich, via het volkslatijn en het middeleeuws latijn, tot de boeken- en brieventaal van geleerden uit verschillende landen.*)
Simon Stevin schreef in het Nederlands, en verrijkte onze taal met nieuwe woorden, zoals "wiskunde". Vanaf 1600 werd volgens zijn programma aan de universiteit in Leiden wiskunde voor vakmensen in het Nederlands gegeven.
Maar tot in de 19e eeuw hoorden veel Europese studenten hun professor in het Latijn oreren°). En tot in de 20e eeuw was het de taal van de RK-kerk. Vandaar dat zoveel van onze woorden er uit voortkwamen.

Italiaans, Spaans, Portugees en Frans ontstonden uit die "klassieke" taal. Frans was lange tijd een "wereld"-taal.
En het Engels heeft al in de 11e eeuw (Willem de Veroveraar) veel van het Frans overgenomen.

Op zijn beurt had het Latijn veel woorden aan het Grieks ontleend.


*)  Zie Wikipedia - Latijn en Neolatijn;  Vicipædia - Lingua Neolatina.
°)  Dat de studenten het niet altijd begrepen, blijkt uit een anekdote over een professor die vroeg of iemand een gordijn dicht wilde doen: niemand stond op, iedereen schreef het op.


Letters

Geen j, k, w, y.
De c werd uitgesproken als k, ae- als ai- (Caesar werd keizer), qu- als kw-.
Opm: de lange e krijgt hier voor de duidelijkheid een accent: é.


Woorden

Geen lidwoorden: "de", "het", en "een" komen niet voor de naam van een ding. Wel verandert de uitgang van zo'n woord om aan te geven: "van", "aan", of "door" dat ding.
Bv: caput - een/het hoofd , capitis - van een/het hoofd.

Er is veel te ontdekken, bv:

  • "straat" komt uit het Latijn: sternere - uitspreiden (stratum - geplaveid),
  • "computer" heeft dezelfde oorsprong als "kantoor" ( < F: comptoir < L: computare).


Werkwoorden

Van één werkwoord kunnen meer woorden afgeleid zijn. Het laatste stukje (de uitgang) geeft steeds aan wie, en wanneer die "werkt":

Latijn betekenis Nederlands
agere te werk gaan, doen ageren
ago ik doe -
egi ik heb gedaan -
actum gedaan actie
acta gedaan (meervoud) -
agens doende -
agentes ,, (meervoud) agenten
agendum wat gedaan moet worden -
agenda ,, (mv) agenda

Handig om te weten van Latijnse werkwoorden:

  • -um - iets is "bewerkt", meervoud: -a,
  • -ens - iets of iemand is "werkend", meervoud: -entes,
  • -endum - iets moet "bewerkt", meervoud: -enda.

Bv: "efficiënt" (van efficiens) betekent iets anders dan "effectief" (van effectum). Beide komen van efficere - uitwerken.


Voorvoegsels

Een voorvoegsel verandert vaak de vorm van het werkwoord: "efficere" komt van facere, en "redigere" van agere.

Veel woorden zijn gemaakt met voorzetsels. Het is handig om die te kennen.
NB: meestal is er meer dan één betekenis.

ab vanaf absoluut
ad naartoe adapter
ante voor antecedenten
circum- rondom circumflex
cum met commissie
contra tegen contragewicht
de af, ont- definitie
dis- uiteen discreet
ex uit exact
extra buiten extrapoleren
in in, on- infectie
inter tussen interesse
intro naar binnen introvert
ob tegen object
per dwars door perceptie
post na postscriptum
prae vooraan prestatie
pro vooruit produkt
re- terug reünie
sub onder supplement
super boven supervisie
trans overheen translatie


Zie verder: Wikibooks - Latijn.



Home | Woordenweb | Index Latijn