Home I'M LOST! History path Back Next

Wetenschappelijke revolutie

Klassieke mechanica

Scientific revolution
Na de Copernicaanse omwenteling was het duidelijk dat wetenschappelijke theorieën niet aanvaard kunnen worden zonder ze rigoureus te testen. De communicatie tussen wetenschapsbeoefenaars nam toe en spoorde aan tot nieuwe ontdekkingen. Waarneming en experiment werden daarbij belangrijker gevonden dan geloof in een autoriteit.

1540 - 1603 William Gilbert was zo'n vernieuwende geleerde, met zijn empirisch onderzoek van magnetische en elektrische verschijnselen.
1564 - 1642 Galileo Galilei wordt door velen beschouwd als de vader van de moderne natuurkunde, wegens zijn bereidheid om oude opvattingen te vervangen door nieuwe theorieën, op wetenschappelijke wijze afgeleid. Hij is beroemd om zijn waarnemingen met de telescoop en het wereldbeeld dat daaruit volgde. Zijn werk op het gebied van de mechanica bereidde de weg voor Newton.
1546 - 1601

1571 - 1630
Tycho Brahe's nauwkeurige hemelwaarneming leverde aan Johannes Kepler de gegevens voor zijn theorie van de elliptische planeetbeweging die het copernicaanse stelsel kon funderen. Bovendien gaf Kepler een kwalitatieve beschrijving van de gravitatiekracht.
1642 - 1727 Isaac Newton vond de wetten van de mechanica (nu: 'klassieke mechanica') die de beweging van objecten wiskundig beschrijft.
1773 - 1829 Thomas Young stelde de golftheorie van het licht op, en beschreef de interferentie van licht.
1791 - 1867 Michael Faraday ontdekte het principe van de elektromotor, en gaf de aanzet tot het begrijpen van de elektromagnetische inductie, die bewijst dat er verband is tussen elektriciteit en magnetisme. Hij ontdekte ook de elektrolyse, en beschreef de wet van behoud van energie.
1799 - 1878 Joseph Henry onderzocht tegelijk met Faraday de elektromagnetische inductie. Hij construeerde de eerste motor, en zijn werk aan elektromagneten leidde direct tot de ontwikkeling van de telegraaf.
1831 - 1879 James Clerk Maxwell deed belangrijk onderzoek op drie gebieden: kleuren zien, molecuultheorie en theorie van elektromagnetisme. Hij legde de basis voor het idee dat licht een elektromagnetische golf is die zich voortplant in het vacuüm.
1874 George Stoney ontwikkelt een theorie van het elektron, en geeft een schatting van de massa ervan.
1895 Wilhelm Röntgen ontdekt de X-stralen.
1896 Henri Becquerel ontdekt de radioactiviteit.
1898 Marie en Pierre Curie scheiden radioactieve elementen af uit erts.
1898 Joseph John Thomson meet lading en massa van het elektron. In 1903 geeft hij zijn 'krentenbol-model' voor het atoom: een bol waarin de positieve lading homogeen verdeeld is, met negatieve elektronen als een soort krenten er in.
Main Timeline Back Next