Anne-Maries Bloemlezing

[index]
back to the index

Ik droomde...

Ik droomde dat ik met haar in een duinpan lag
en eerst haar handen begroef en toen haar voeten
En toen ik haar geboeid en weerloos zag
begroef ik ook mezelf om haar weer te ontmoeten

De duinpan werd dieper dan de schoot der zee
en het zand liep op tot hoge golven
Ik dacht dat ze verdronk en ik dook mee
en stervend hervond ik me diep ingedolven

en leunend aan haar als het verdronken wier,
als tooi om haar borsten, zeedierwelpen,
en in haar oksels, wiergrotten, en dan ook hier --
haar dijen zijn uiteengeweken zeeschelpen.

Anna Blaman