Krant: De Vreemdelingen-wet 2000

de nieuwe orde, oktober 1998

Techniek en politiek, een gevaarlijk verbond?, oktober 1998

De verdedigingslinies van Europa, oktober 1998

Georganiseerde mensensmokkel of georganiseerde instroom (mei 1998)

Mensensmokkel: het bedreigde continent (mei 1998)

De muur weer wat hoger (december 1997)

Harmonisatie van de asielpolitiek op Europese schaal (1997)

Het verwijderingscentrum Ter Apel in het kader van het Nederlandse vreemdelingenbeleid (eind 1995)

Vergelijking tussen een gewoon AZC met het AZC dat in Ter Apel gepland is (eind 1995)

Uitwerking herziene Vreemdelingenwet (maart 1994)

Commentaar op Herziene Vreemdelingenwet van 1 januari 1994 (december 1993)



Georganiseerde mensensmokkel of georganiseerde instroom?

'Bende smokkelde kinderen uit India via Nederland naar VS', 'Justitie is opnieuw een grootschalige mensensmokkel op het spoor', 'Vliegende brigade zoekt sporen van mensensmokkel', 'De binnenvaart op de Rijn en Waal wordt intensief gebruikt voor georganiseerde mensensmokkel en transport van illegalen uit Oost-Europa'. De krantekoppen draaien er niet om heen, mensensmokkel lijkt een toenemend probleem in Nederland.

Het wordt ernstig opgevat. De parlementaire enquêtecommissie van Traa bestempelde de aard en omvang van mensensmokkel als een ernstige vorm van georganiseerde criminaliteit. In nota's van het openbaar ministerie wordt de opbrengst van mensensmokkel zelfs hoger ingeschat dan die van drugshandel. De vervlochtenheid van beide vormen van criminaliteit vormt volgens dezelfde rapporten een ernstig probleem.
En georganiseerde criminaliteit moet georganiseerd aangepakt worden. Een nieuwe wet, een speciale landelijke officier van justitie, een plan van aanpak, een coördinerende afdeling bij de CRI, de Marechaussee, natuurlijk de IND en last but not least, de BVD.
Maar vormt 'mensensmokkel' nu wel zo'n groot probleem? Is zo'n grootse aanpak wel echt nodig? Is mensensmokkel niet weer een item waarmee vluchtelingen gecriminaliseerd worden? Dreigt mensensmokkel niet een speeltuin geworden voor opsporingsdiensten om hun voortbestaan en uitbreiding te garanderen?
Mensensmokkel bestaat al sinds er grenzen zijn. Het principe is simpel en eenvoudig. Je wilt een land uit, een ander in, misschien nog wel door een derde of vierde land ook. De grenzen worden goed bewaakt, steeds beter, je hebt wat op je kerfstok, geen papieren en je kent de taal niet. Met hulp van vrienden of bekenden lukt het dan iets te regelen. Meestal met vluchtelingen die al op de plek van bestemming zijn geland. Ging het in de Tweede Wereldoorlog ook niet zo met Nederlandse vluchtelingen?
Tot niet zo lang geleden werd er dan ook gesproken over 'reisagenten'. Frits Florin (ex-Vluchtelingenwerk) legde in 1996 in Justitiële Verkenningen (1) over mensensmokkel uit dat door het aanscherpen van de (buiten)grenzen en de controle op documenten er een zekere specialisatie van de reisagenten wordt verwacht. Niet iedereen fabriceert zomaar een visumstempel bijvoorbeeld. Dat er dus een beroep moet worden gedaan op 'professionals' is niet vreemd, zeker niet in de ogen van een vluchteling die te vrezen heeft voor z'n leven.
Toch is de afgelopen jaren de sfeer gecreëerd dat er iets goed mis is met deze handelswijze. Natuurlijk zijn er excessen, natuurlijk moeten sommige vluchtelingen grof geld betalen voor hun reis en natuurlijk worden vluchtelingen soms zeer slecht behandeld. Maar is de omvang van mensensmokkel werkelijk zo groot dat er gesproken kan worden van het feit dat 'de instroom van asielzoekers in de regel voor een belangrijk gedeelte gereguleerd wordt door de activiteiten van mensensmokkelaars'?
Als we staatssecretaris Kosto destijds hadden moeten geloven, was 'de komst van de vele vreemdelingen uit Liberia het werk van een organisatie'. Volgens Nawijn, oud IND-directeur, wordt tachtig procent van de vluchtelingen die op Schiphol aankomen, door criminele organisaties Nederland binnengesmokkeld. Volgens mr. O. van den Brink en H. Hildebrand van de Immigratie- en Naturalisatiedienst en belast met mensensmokkel is minstens 30 procent van de vluchtelingen die jaarlijks hun toevlucht zoeken in Nederland, door mensensmokkel binnengekomen. Toen begin dit jaar een aantal keer een boot met Koerdische vluchtelingen in Italië aan land kwam was het ook meteen duidelijk: mensensmokkel.

 Deze cijfers zijn vooral natte vingerwerk. Opdracht tot wetenschappelijk onderzoek naar mensensmokkel is er tot nu toe nog niet gegeven. Geheel naar eigen inzicht wordt er 'geschat'. 'Toevlucht zoeken in Nederland' is het enige onderzoek dat in de marge ook mensensmokkel behandeld. Drs L. Doornheim van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum van Justitie (WODC) concludeerde in 1995 dat van de onderzochte 1187 vluchtelingen 35% een reisagent gebruikte om naar Nederland te komen. De klusjes die zo'n reisagent verricht voor de vluchteling vari‰ren van hulp bij het invullen van documenten tot het regelen van de hele reis. In 1992 werd er gemiddeld ƒ 3552,- betaald voor de reisagent. Doornheim haalde ook de stelling onderuit dat juist 'oneigenlijke' vluchtelingen gebruik zouden maken van reisagenten. 'Uiteindelijk mag 37,2% van de asielzoekers die met een reisagent zijn gekomen blijven, tegenover 43% van de asielpopulatie'.
 
 

Gecoördineerde aanpak

Met het aanstellen van een speciale landelijke officier van justitie (LOVJ) werd in 1995 het startsein gegeven voor de gecoördineerde aanpak van mensensmokkel. De LOVJ, mevr. van der Molen, moest lopende onderzoeken coördineren, een plan van aanpak opstellen en preventief beleid op gaan zetten.
Van der Molen is bepaald niet iemand die een blad voor de mond neemt, iemand die rekening houdt met het feit dat vluchtelingen 'moeilijk' liggen in de maatschappij. 'Het illegaal in Nederland brengen van vreemdelingen ontwricht het vreemdelingenbeleid. De toevloed van asielzoekers die geen recht hebben op verblijf verstopt de centra', meldde ze tijdens de presentatie van het Plan van Aanpak Mensensmokkel. Toch weer die koppeling tussen mensensmokkelaars (criminelen) en illegalen.
Ook drie jaar verdieping in het onderwerp heeft haar niet dichter bij de feiten gebracht. Illegale immigratie, mensensmokkel en georganiseerde criminaliteit zijn nauw met elkaar verbonden is haar boodschap. In een interview in het NRC van 11 april jl. signaleert van der Molen dat mensensmokkel soms 'hand in hand gaan met andere vormen van zware criminalitieit, zoals drugshandel en wapensmokkel - in een enkel geval zelfs met terrorisme. Van de autoriteiten op Sri Lanka kreeg van de Molen vorig jaar te horen dat de winsten uit mensensmokkel weleens naar de afscheidingsbeweging Tamil Tijgers konden vloeien'.
Van belang is de wetswijziging van het art 197a Strafrecht, die in 1996 plaats vond. De straf op het smokkelen van mensen werd verhoogd van 1 naar 4 jaar. Worden mensen gesmokkeld 'door een persoon die daar een beroep of gewoonte van maakt, of in vereniging wordt begaan door meerde personen' dan is het strafbaar gesteld met 8 jaren gevangenisstraf. De verhoging van de straf maakt het voor de opsporingsdiensten eenvoudiger om middelen in te zetten zoals afluisteren, observatie, etc.. Georganiseerde mensensmokkel valt door de hoge straf ook onder de wet voorbereidingshandelingen, waardoor het slechts voorbereiden van mensensmokkel al strafbaar is.

Opsporingsdiensten

Doel van het Plan van Aanpak Mensensmokkel was het coördineren van alle inzet. Immigratie- en Naturalisatie Dienst, Marechaussee, Centrale Recherche Informatiedienst, er is bijna geen (opsporings)dienst die zich niet met mensensmokkel bezighoudt. Er zijn twee overlegpunten ingesteld waar alle informatie moet samenvloeien: de Unit Mensensmokkel van de CRI (UMS) en het Afstemmings Overleg Mensensmokkel (AOM). De UMS concentreert zich op opsporing, terwijl het AOM de preventie voor haar rekening neemt.
Om aan de informatie over mensensmokkel te komen worden ondertussen veel verschillende wegen bewandeld, of beter gezegd databestanden bijgehouden. Belangrijke bron van informatie is het vluchtverhaal van vluchtelingen. Sinds het vertoog rond mensensmokkel zo'n hoge vlucht heeft genomen zijn de vragen bij het eerste en nader gehoor steeds meer gericht op de afgelegde reisroute en hulp door derden. Het gehoor is langzamerhand een verhoor geworden.
Dit is nog eens versterkt met de komst van een groot aantal oud-politieagenten in 1995 bij de IND. Oud-IND'er Van der Leek noemde in het NRC van 2 februari 1998 de zakelijk bedrijfscultuur die daardoor is ontstaan 'iets te macho'.
Op basis van deze gehoren maakt de Marechaussee een migratie-analyse. Hierin worden de gegevens van de Teams Mobiel Vreemdelingen Toezicht (MTV) en het Sluisteam op Schiphol (KMAR-team naar mensensmokkel) verwerkt met de gegevens uit de gehoren. Van deze gegevens maakt de Unit Mensensmokkel vervolgens jaarlijks een criminaliteitsbeeldanalyse, met de belangrijkste trends. Die trends geven vervolgens de opsporings- en controleprioriteiten van het volgende jaar aan.

De Unit Mensensmokkel

De uitgangspunten van de criminaliteitsbeeldanalyses zijn opmerkelijk. In 1996 wordt nog eens het georganiseerde karakter van mensensmokkel benadrukt. 'Uit binnenlandse en met name ook uit buitenlandse bronnen van politie- en immigratiediensten blijkt dat vanwege het georganiseerde karakter van mensensmokkel en het circuit waarin een en ander zich afspeelt, er een verband valt te leggen tussen georganiseerde illegaliteit en georganiseerde criminaliteit. Bij buitenlandse politiediensten bestaat de indruk dat er wereldwijd meer geld omgaat in mensensmokkel dan in drugshandel'. 'Indruk', 'bronnen', maar geen cijfers. De suggestie dat mensensmokkel gepaard gaat met andere vormen van georganiseerde criminaliteit wordt nergens waar gemaakt, maar rechtvaardigt ondertussen wel een harde aanpak.
Ook mengt de Unit Mensensmokkel zich in het politiek debat over verwijderingen. In een vertrouwelijk periodiek rapport van februari 1998 (NRC 4 april) vermelt de CRI dat men 'er van uit gaat dat de meeste gesmokkelde Afghanen aanhangers zijn van de Talibaan'. Deze zouden zonder moeite weer teruggestuurd kunnen worden, daar de Talibaan momenteel de macht hebben in Afghanistan. Waar de gegevens over de politieke voorkeur van de Afghaanse vluchtelingen uit moet blijken is echter onduidelijk.
Ondertussen vormen deze analyses wel de richtlijn voor opsporingsonderzoeken. De analyses worden vergeleken met signalen die de Marechaussee oppikt bij de grenscontrole, met meldingen van de politie en met diepgravend fenomenenonderzoek.
In praktijk wordt dat gedaan door een aparte afdeling van het Kernteam Noord Oost Nederland, dat zich specifiek richt op georganiseerde criminaliteit uit Oost-Europa en Turkije. Fenomenenonderzoek is in feite het voorbereidende onderzoek. Fenomeen onderzoek beoogt brede inzichten in een verschijnsel te verwerven door het maken van een scan. De scanfase kan worden gevolgd door het informatieve onderzoek naar een delicttype of een crimineel fenomeen respectievelijk het onderzoek naar organisaties, dadergroepen, en netwerken. Vooral het doorlichten van een organisatie kan vloeiend overlopen in een opsporingsonderzoek. In 1997 heeft de UMS veel tijd besteed aan voorlichting. Zowel aan de politie in Nederland als bijvoorbeeld aan consulaire medewerkers in het buitenland. De UMS heeft een voortrekkersrol in het verspreiden van de aanpak van mensensmokkel in Nederland. Op 30 oktober 1997 werd samen met de Rechercheschool een themadag mensensmokkel georganiseerd. De belangstelling onder de opsporingsdiensten was zo groot dat de dag op 8 april jl. herhaald is. Naast dit voorlichtings- en implementatiewerk besteedde de UMS de nodige tijd aan het opstellen van strategische analyses. In 1997 werden rapportages gefabriceerd over Somalië, Irak, China en Afghanistan. Naar aanleiding van het incident met het vliegtuig uit Turkmenistan werd ook een analyse van Sri Lanka gemaakt. De UMS speelt ook een belangrijke rol in initiatieven richting buitenland. Zo werkt de UMS nauw samen met Europol, bijvoorbeeld door het leveren van informatie aan het Intelligence Bulletin Board Illegal Immigration van Europol. Ook buiten Europol om werden er contacten onderhouden met vergelijkbare diensten binnen Europa. In december 1997 werd bijvoorbeeld een bezoek gebracht aan de Franse mensensmokkel bestrijders , de OCRIEST. Naast deze meer operationele contacten neemt de UMS ook deel aan beleidvormende overleggen. Bijvoorbeeld vergaderingen van de Inter Gouvernemental Consultations (IGC) en ambtelijke delegaties vanuit Nederland naar bijvoorbeeld Sri Lanka.
 
 

Aanscherping

Naast alle flankerende maatregelen (identificatieplicht, Koppelingswet, de akkoorden van Dublin en Schengen) lijkt de strafrechtelijke en preventieve aanpak van mensensmokkel het laatste middel te zijn geworden om vluchtelingen af te schrikken.
Georganiseerde mensensmokkel en georganiseerde instroom van vluchtelingen/illegalen worden steeds vaker in één adem genoemd. Mensenrechtenschending, rampen, laat staan de economische situatie tellen niet meer mee, van belang is de manier waarop vluchtelingen vluchten. Zo was de reactie op de toename van het aantal vluchtelingen uit Noord-Irak vorige jaar het sturen van een ambtelijk missie naar Turkije, want 'de IND zegt aanwijzingen te hebben dat op plaatsen rond de stad Istanbul groepen vluchtelingen zich verzamelen in afwachting van mensensmokkelaars, die hen via Oost-Europa of Griekenland en Italië naar Europa brengen' (NRC 16 oktober 1997). Als oplossing stelt de IND een nauw samenwerkingsverband voor met Turkije 'in de strijd tegen de mensensmokkel'. De aanpak van mensensmokkel is eigenlijk niet meer dan een strafrechtelijk middel om de migratiestromen in te dammen of om te buigen. Dat directe verband wordt aan de hand van de halfjaarlijkse rapportage vluchtelingenbeleid (20 november 1997) erg duidelijk.
In die nota spreekt staatssecretaris Schmitz haar grote zorg uit over de toename van het aantal vluchtelingen in Nederland 'De Regering is van mening dat aanvullend beleid noodzakelijk is om deze instroom te reguleren. De noodzaak tot deze maatregelen wordt naar het oordeel van de Regering mede ingegeven door het disproportionele aandeel dat Nederland heeft in de instroom van Irakezen en Afghanen'. Zonder nadere uitleg of twijfel poneert Schmitz vervolgens de stelling dat 'oorzaken voor de komst van asielzoekers juist naar Nederland kunnen onder meer gelegen zijn - en daarvoor zijn er sterke aanwijzingen - in de georganiseerde mensensmokkel'. Nu staat Turkije inderdaad nummer één op de lijst verdachten van de Unit Mensensmokkel (38 personen) en is Turkije hèt transitland voor vluchtelingen uit Irak, Iran en Afghanistan (in totaal 630 gesmokkelden). Maar rechtvaardigt dat het pakket maatregelen dat Schmitz diezelfde 20 november aankondigde om de 'georganiseerde' instroom te beperken?
 
 

Bestrijding centraal

In het pakket maatregelen staat de aanpak van mensensmokkel centraal. Schmitz kondigde de oprichting aan van een 'task force mensensmokkel', die zich moet gaan richten op landen waar veel 'gesmokkelden' vandaan komen, om te beginnen Irak en Iran. Naast de diensten die zich geco”rdineerd op mensensmokkel richten (IND, KMAR, CRI, OM) gaan ook de BVD en de politieregio's deel nemen aan de task force. De Task force moet nauw gaan samenwerken met zogenaamde 'immigratie controle medewerkers'. Daarnaast zal ook het Mobiel Vreemdelingen Toezicht aan de grenzen ingezet gaan worden om mensensmokkel te bestrijden.
De task force is inmiddels, op de financiering na, helemaal rond. Het Interregionaal Recherche Team Noord-Oost Nederland krijgt een aparte eenheid mensensmokkel die landelijk actief kan zijn. Daarnaast zijn er drie speciale eenheden van de Marechaussee op gezet, die vooral de politie in de Randstad gaat bijstaan in de bestrijding van mensensmokkel. De Unit Mensensmokkel is ondertussen vervijfvoudigd.
Dat de BVD ook een taak krijgt in de bestrijding van mensensmokkel is opmerkelijk te noemen. Volgens de heer van Steen (woordvoerder van de BVD) gaat de BVD voornamelijk deel nemen aan het Afstemmings Overleg Mensensmokkel. 'We gaan daar gericht informatie inleveren. Bijvoorbeeld als uit inlichtingen van onze zusterdiensten, en dan vooral uit de landen van herkomst, blijkt dat er sprake is van georganiseerde mensensmokkel. We hebben bijvoorbeeld al liaisons in Istanbul en Singapore. Informatie die daar wordt verzameld brengen wij dan in'. Hiermee wordt in het kader van het 'beheersbaar' maken van migratiestromen een nieuwe grens overschreden.
Inlichtingendiensten werken bij uitstek in het geheim en zijn niet controleerbaar. Ook de bronnen van de informatie zijn vaak twijfelachtig tot regelrecht fout. Wat gaat de BVD doen met informatie over Koerdische vluchtelingen die de Turkse geheime dienst aandraagt. In de ogen van de Turkse diensten zijn alle drugstransporten PKK-operaties, dreigt niet hetzelfde verhaal met mensensmokkel?
De 'immigratie controle medewerkers' krijgen een rol in het preventief optreden tegen mensensmokkel. Het zal een soort mobiel team van specialisten worden, die al naar gelang de migratietoename uit een bepaald gebied ingezet gaan worden. hoofdtaak wordt de controle op geen of valse documenten. In dit kader wordt een wetswijziging voorbereid, waarbij het 'moedwillig' kwijtmaken van documenten basis is om een asielverzoek kennelijk ongegrond te verklaren. De uitbreiding van het Mobiel Toezicht Vreemdelingen tenslotte, staat ook in het kader van de bestrijding van mensensmokkel. 200 extra marechaussees en 200 douaniers zullen een structureel samenwerkingsverband op gaan zetten ter 'bestrijding van mensensmokkel in transportmiddelen en vrachtauto's'. Nachtkijkers, CO2-meters en nieuwe wetgeving om verdachte voertuigen staande te kunnen houden zijn een aantal van de middelen die het MTV ter beschikking krijgt. Volgens J. Simonos, woordvoerder van Justitie, vinden de 'verdachte transporten' namelijk meer en meer 's nachts plaats.
De aanpak van mensensmokkel wordt door de regering op deze manier steeds duidelijker gebruikt als laatste middel om de migratie te beheersen. Onderzoek naar mensensmokkel mondt maar deels uit in meer zaken tegen mensensmokkelaars. Door de intensieve bemoeienis van bijna alle opsporingsdiensten (en zelfs de BVD) met vluchtelingen vindt er meer en meer een vermenging plaats van het asielbeleid met strafvervolging.
De gegevens van vluchtelingen verdwijnen in allerlei databestanden (PAS, BPS, MTV, INDIS, CID-register, IPS, VIS, SIS, Europol, CIREFI, CIREA, ....). Niet de vraag naar de mensenrechtensituatie, de reden van de vlucht, staat langer centraal. Alle middelen zijn gericht op mogelijke overtredingen: valse documenten, hulp van een reisagent, verblijf in een ander Europees land, ga zo maar door. De vluchtelingen worden daar voorlopig het voornaamste slachtoffer van. De prijzen van reisagenten zal nog meer stijgen, reisbemiddeling wordt meer en meer in handen gedreven van echte specialisten, en de cirkel is rond, want de overheid zal onmiddellijk roepen om weer nieuwe maatregelen.

 Wil van der Schans

zoekarchiefdiscussiereageerhomeenglish