De Telegraaf

Juli 15, 2005

Huiszoeking bij bijstandstrekker voor de rechter

Van een onzer verslaggevers

AMSTERDAM, vrijdag

Bij controles die de Amsterdamse sociale dienst heeft uitgevoerd om te weten of bijstandstrekkers hun uitkering terecht kregen, hadden zogenaamde huisbezoeken veel meer weg van huiszoekingen.

Dit betoogde advocaat mr. M. van Hoof gisteren voor de Amsterdamse rechtbank namens zijn client R. de Visser, die de rechters wil laten oordelen over het stopzetten van zijn uitkering.

Volgens Van Hoof heeft de sociale dienst tijdens het huisbezoek aan De Visser zijn grondwettelijk recht op privacy geschonden en is de stopzetting van zijn uitkering daarom onterecht. Tijdens het bezoek waren de ambtenaren veel te ijverig geweest in hun speurtocht, vond de advocaat. De ambtenaren hadden gesnuffeld in kledingkasten, jassen, wasmand en handtassen. Weliswaar had De Visser hiermee ingestemd, maar echt keus had hij niet omdat bij weigering zijn uitkering op het spel stond.

Grondrecht

Volgens Van Hoof leek het huisbezoek daarom meer op een heuse huiszoeking, zoals de politie die uitvoert in strafrechtelijke onderzoeken. En net zoals er in het strafrecht heldere en strakke regels bestaan over hoe en wanneer de politie de huiszoeking mag doen en wat de rechten van de bewoners dan zijn, zo zou dit voor de sociale dienst op dezelfde manier geregeld moeten zijn. Het gaat immers om de bescherming van een grondrecht, aldus Van Hoof.

Volgens de advocaat echter, 'ontbrak het volledig' aan duidelijke richtlijnen en vonden de huisbezoeken dus plaats volgens de maatstaven van de controlerende ambtenaar. Van Hoof wil daarom dat er een grens wordt getrokken voor de speurdrift van de sociale dienst. "Dit is een te grove inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, waartegen een barricade moet worden opgeworpen, tot hier en niet verder", eiste de raadsman. "Niet elk middel is geoorloofd om te weten te komen hoe het zit."

Volgens vertegenwoordiger B. Bos van de gemeente was de uitkering van De Visser terecht stopgezet, omdat hij destijds samenwoonde en dat onterecht niet had gemeld.