Commentaar op het artikel in Het Parool over fraude van bijstandsgerechtigden (Zie onderaan)

Wat een beetje vaag is in het artikel is, dat wordt gezegd dat bij meer dan een kwart van het aantal uitkeringen fraude wordt gepleegd. Bezoek aan de toelichting op de genoemde website leert, dat het bij de 10.760 gevallen van fraude niet gaat om het aantal personen dat zich aan fraude heeft schuldig gemaakt. Over aantallen uitkeringen dat fraude pleegt wordt niet gesproken. Bert Steimetz verzwijgt dat ‘aantallen uitkeringen’ betrekking kan hebben op uitkeringsverstrekking in voorgaande jaren bij mensen, die in 2004 niet meer in de bijstand zaten. Dan moet je voor het berekenen van het aantal mensen dat als percentage van het totale aantal lopende uitkeringen uitgaan van een veel groter getal dan de ongeveer 40.000 die nu in de bijstand zitten. ‘Kwart pleegt bijstandsfraude’ is dus volkomen uit de lucht gegrepen. Veder: een persoon kan meerdere soorten fraude plegen, lijkt mij, dus bijvoorbeeld samenlevingsfraude en zwart werk. Wordt dit apart geteld? Ik weet het niet. Wat betreft de manier van tellen wordt het volgende gezegd. ‘De cijfers die over dit thema gepubliceerd worden zijn afkomstig uit de bijstandsfraudestatistiek (BFS) in combinatie met de bijstandsdebiteurenstatistiek (BDS). De gegevens voor de BFS-statistiek worden halfjaarlijks door gemeenten aan het CBS geleverd. De gegevens voor de BDS-statistiek worden maandelijks door de gemeenten aan het CBS geleverd. Het aantal fraudezaken is geteld door het aantal in 2004 door de sociale recherche afgesloten zaken, waarbij fraude is geconstateerd, te vermeerderen met het aantal in 2004 in de debiteurenadministratie opgeboekte vorderingen vanwege geconstateerde fraude. Ter voorkoming van dubbeltellingen zijn daarbij de reeds door de sociale recherche gemelde fraudegevallen genegeerd. Het aantal fraudezaken is afgerond op tientallen en het totaal bedrag geconstateerde fraude is afgerond op duizendtallen’.

In de eerste plaats lijken mij het aantal door de sociale recherche afgesloten zaken niet allemaal of slechts gedeeltelijk betrekking te hebben op 2004. Het kan gaan om fraudezaken die in voorgaande jaren speelden bij iemand die geen uitkering meer heeft. (vorderingen bijvoorbeeld kunnen tot vijf jaar na het vergrijp worden ingesteld.) Hoeveel zaken hebben betrekking op een lopende uitkering in 2004, waarbij de fraude ook betrekking heet op 2004? Ik weet het niet. Als het aantal dat op voorgaande jaren betrekking heeft groot is,  dus als er een groot aantal mensen bijzit die in 2004 geen uitkering meer hadden, dan  moet je zoals gezegd bij de berekening van het percentage fraudegevallen ten opzichte van het aantal uitkeringsgerechtigden uitgaan van een veel groter aantal dan het aantal mensen dat nu in de bijstand zit en kom je uit op een veel lager percentage bijstandsgerechtigden dat fraude pleegt dan Het Parool. Vandaar waarschijnlijk oa ook dat men waarschuwt dat het aantal fraudegevallen niet zonder meer kan worden gedeeld door het aantal uitkeringsgerechtigden om het percentage dat fraude pleegt vast te stellen.

Wat betreft terugvorderingen in combinatie met fraude wordt in de halfjaarcijfers van de sociale dienst over het eerste halfjaar van 2004 gezegd:

‘Het project Belastingsignaalverwerking is afgesloten per eind juni 2004. In dit project is onderzocht in hoeverre cliënten met neveninkomsten in het betreffende jaar terecht ook een uitkering hebben ontvangen. De Sociale Dienst Amsterdam is verplicht de signalen te onderzoeken. Sinds 2003 wordt gebruik gemaakt van koppeling met het Inlichtingenbureau.

Hiermee kan eventuele fraude in een vroegtijdig stadium worden gesignaleerd. Van de 36.151 onderzochte klanten werd in 7.699 gevallen overgegaan tot terugvordering, dan wel tot overdracht aan de afdeling Controle & Opsporing wegens fraude met een bedrag hoger dan € 6.000.

De afdeling Controle & Opsporing was per eind juni 2004 nog niet op sterkte, terwijl nieuw aangestelde medewerkers nog werden opgeleid en ingewerkt. Deze situatie heeft natuurlijk enig effect op de productie en doorloopsnelheid van de uit te voeren onderzoeken op de afdeling. Vooralsnog komen de voor 2004 met het Openbaar Ministerie gemaakte afspraken niet onder druk te staan’.

Commentaar: het project belastingsignalen is afgewerkt in juni 2004. Daarna is men overgestapt op de inlichtingensytematiek van het inlichtingenbureau. Het project belastingsignalen heeft voor het grootste gedeelte betrekking op signalen van voor 2004, voor een gedeelte bij mensen die geen uitkering meer hadden in 2004. Het is onduidelijk hoe deze tabel zich verhoudt tot de BFS statistiek, de gegevens die aangeleverd worden aan het CBS. Welk getal in bovenstaande tabel wordt nu aangeleverd, tezamen met gegevens over het tweede halfjaar 2004? Terugvordering zonder boete, terugvordering met boete of proces verbaal, of terugvordering met verlaging ivm fraude? Of alleen gevallen, die op 2004 betrekking hadden? Dat laatste denk ik niet want in de toelichting op de BFS staat dat bij de telling van het aantal fraudegevallen het aantal in 2004 in de debiteurenadministratie opgeboekte vorderingen vanwege geconstateerde fraude wordt geteld. Dit kunnen dus ook veel gevallen zijn van mensen die fraude gepleegd hebben en die in 2004 geen uitkering meer hadden maar waarvan de terugvordering vanwege de achterstand in het project belastingsignalen wel geboekt is in 2004. (De uitstroom bedroeg alleen al in 2004 meer dan 6000 uitkeringen)

Ook dit wijst erop dat in het totale aantal fraudegevallen die op de website van het ministerie staan en die anageleverd worden ana het CBS veel ‘oude’gevallen zitten van mensen die in 2004 geen uitkering meer hadden.

Dan het volgende. Er kan wel een boeking worden gemaakt van ene terugvordering wegens vermeende fraude, maar is het ook zo? Uit de cijfers over het eerste halfjaar van 2004 van de Sociale Dienst Amsterdam blijkt, dat zeer veel mensen in beroep gaan tegen een beschikking. Ziehiier het aantal ontvangen bezwaarschriften in tweede kwartaal 2004:

Daarvan blijkt er 36% oftewel 730 gevallen betrekking te hebben op terugvordering en verhaal. Dus ook veel gevallen die in eerste instantie geboekt zijn als terugvordering met fraude. Dit zijn dus cijfers van 1 kwartaal. Het aantal  mensen dat het niet met de terugvordering eens is ligt voor 2004 dus ergens tussen de 2 en 3000. Aangezien uit de halfjaarcijfers blijkt, dat gemiddeld ongeveer 40% van de clienten in bezwaar gelijk krijgt ( de verdere beroepsprocedures bij de Rechtbank niet meegeteld, want daar kun je ook nog gelijk krijgen) betekent dit, dat van de aanvankelijk als fraude getelde boekingen een gedeelte geen fraude blijkt te zijn. Hoe groot dat aantal precies is, is moeilijk vast te stellen, maar zeker is dat bv verschillende boekingen die in 2004 geteld zijn in 2005 weer afgeboekt horen worden zodat het aantal fraudegevallen in 2004 uiteindelijk lager wordt dan nu wordt gesuggereerd.

Als je het aantal fraudegevallen deelt op het bedrag dat ermee opgespoord zou zijn, dan kom je op ongeveer 2300 euro per fraudegeval. Dit kan betrekking hebben op meerdere jaren. Op de website wordt vervolgens het fraudebedrag gedeeld op het totale bedrag aan in 2004 uitgekeerde uitkeringen. Men komt dan op een percentage van 5% Dat zegt gezien het bovenstaande dus echt niets. Wat wordt er aangetoond, als het totale uitgekeerde bedrag in 2004 wordt gedeeld op het totale bedrag aan fraude, dat gedeeltelijk betrekking heeft op voorganade jaren? In mijn ogen dus niks. Maar de kranten schrijven straks natuurlijk gretig: 5% van het uitgekeerde bedrag in 2004 is frauduleus! Op de website staat ook dat dit is ten behoeve van clientenraden en om aan benchmarketing te doen, onderlinge  vergelijking van gemeenten. Daarop worden zij straks afgerekend. Ik weet niet wat clienteraden met deze cijfers moeten en de gemeenten worden straks afgerekend op vage gronden. Weg ermee.

Tenslotte: er wordt een klein gedeelte van de terugvorderingen overgedragen aan de sociale recherche omdat het om fraude van meer dan 6000 euro gaat. Dan wordt soms strafvervolging ingesteld. Die minderheid haalt het gemiddelde van 2300 euro per fraudegeval aardig omhoog. De meerderheid van de fruadeurs pleegt in een jaar aanzienlijk minder dan 2000 euro fraude. Zo rijst in werkelijkheid een beeld op van aanzienlijk minder dan 25% van de bijstandsgerechtigden die af en toe wel eens een zwart klusje heeft voor 50 euro. Wat een misdaden zijn er toch in de wereld.

29/06/2005 Piet van der Lende

 

Parool 29-06-2005

Kwart pleegt bijstandsfraude

Aantal in Amsterdam veel hoger dan in andere steden

BERT STEINMETZ

AMSTERDAM - Bijstandsfraude wordt in Amsterdam veel vaker vastgesteld dan in andere grote gemeenten. Bij meer dan een kwart van het aantal uitkeringen wordt fraude gepleegd. In één huishouden kunnen meer gevallen van fraude voorkomen.

De hoge score van Amsterdam is mogelijk het gevolg van de veel scherpere controle op de bijstandsuitkeringen, onder meer door het koppelen van bestanden. Vorig jaar is begonnen met de maatregel dat iedere nieuwe aanvrager van een uitkering standaard een huisbezoek krijgt. Voorheen haakte veertig procent van de aanvragers af vanwege de mogelijkheid van een huisbezoek; sinds de aankondiging van het standaard-huisbezoek haakt de helft van de aanvragers af.

Het hoge aantal fraudegevallen blijkt uit het overzicht van de bijstandgegevens uit 2004 van alle gemeenten, die het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op zijn website heeft gezet.

In Amsterdam zijn vorig jaar 10.760 gevallen van fraude geconstateerd, op een totaal van 41.340 bijstandsuitkeringen. Het bedrag dat met de fraude gemoeid is, beloopt bijna 25 miljoen euro. Vorig

jaar is een kleine tien miljoen euro teruggevorderd; dat is een kwart van alle vorderingen die in dat jaar openstonden.

BEDRAG BELOOPT VIJFENTWINTIG MILJOEN EURO

Ook wat terugvorderen betreft scoort Amsterdam hoger dan de andere grote steden: Rotterdam haalde dertien procent terug. Den Haag zeventien procent.

In Rotterdam zijn 7420 gevallen van fraude geconstateerd op 38.530 huishoudens; in Den Haag 2550 fraudezaken op 21.455 huishoudens. Utrecht kende slechts 380 fraudegevallen op 8715 huishoudens.

Bijstandsfraude komt in grote gemeenten veel meer voor dan in kleinere plaatsen. In gemeenten met tenminste 250.000 inwoners ging het vorig jaar gemiddeld om 15 procent fraudegevallen op het totaal aantal huishoudens met een bijstandsuitkering.

In gemeenten met hooguit 20.000 inwoners is dat gemiddeld vijfprocent.

www.minszw.nl (door naar gemeenteloket) http://gemeenteloket.szw.nl/kernkaart/