Huisbezoek: zo
geheim mogelijk graag
Mijn baan eindigde op
1 maart van dit jaar. Ik had recht op 6 maanden WW via het UWV.
Tussendoor werd ik maandelijks voor gesprek opgeroepen bij het CWI waar dan
gecheckt wordt of je wel voldoende aan het solliciteren bent. Allemaal tamelijk
formeel en een tikje overbodig in mijn geval, maar op zichzelf duidelijk. De
overgang na de 6 maanden naar de aanvraag voor een bijstandsuitkering bij de
GSD is andere koek.
Begin augustus
ontving ik een waarschuwingsbrief van het UWV, waarin
keurig vermeld stond dat
de WW-uitkering per 31 augustus zou eindigen en dat ik (wederom)
via het CWI een uitkering bij de GSD moest aanvragen. Door een fout van mijn
CWI consulent ging de aanvraag pas op 23 september van start. Deze
fout kon ik pas aankaarten in een intakegesprek op 4 oktober, maar de
betreffende CWI consulente liet doodleuk mijn aanvraagdatum op 23 september
staan (onder het motto: “daar zijn aparte procedures voor”). Het bleek trouwens
nog niet het echte aanvraaggesprek te zijn, dat kon pas op 12 oktober, wéér
tien dagen later. Daar trof ik tot mijn opluchting een beduidend normalere CWI
consulente die ter plekke mijn aanvraag terugcorrigeerde naar 1 september. Nu
was alles compleet in orde en ging de aanvraag dezelfde dag nog écht naar de GSD. Een dikke twee weken later
had ik nog niets van de GSD gehoord. Ik zat nu 2 maanden zonder uitkering. Ik
belde op 29 oktober en kreeg zowaar keurig degene te spreken die mijn dossier
had doorgenomen. Deze vertelde mij dat alles er goed uitzag, maar dat hij
wachtte op het verslag van het huisbezoek. “Huisbezoek?” “Ja, dat hoort bij de
procedure. Binnen 2 tot 3 weken nadat de papieren bij ons binnen zijn gekomen
krijgt u huisbezoek.” “Nou,
die drie weken zijn al bijna om, dus ik kan ze ieder moment verwachten.” “Daar
mag en kan ik verder niets over zeggen.”
En inderdaad. Op
maandag 1 november stonden er twee serieuze dames op de stoep, die het helemaal
niet leuk vonden te horen dat ik ze reeds verwachtte.
“Komt u binnen!” Nee, zo ging dat niet. Zonder verdere uitleg gingen ze niet op
me in, ik had kennelijk de standaardprocedure verstoord, die ze nu weer
voortzetten. Na elkaar stapten ze naar voren en duwden pasjes
onder mijn neus. Daarbij werden formele zinnen uitgesproken als: “Geeft
u toestemming uw woning te betreden?”
De dames leken zich
aan een of andere procedure te houden die ik niet kende, waarbij sommige vragen
(klaarblijkelijk) wel en andere niet gesteld mochten worden. Daar was verder
weinig geruststellends aan, gezien de sfeer die vanaf het begin was opgeroepen.
Bovendien vond ik de gestelde vragen knap onprettig: “Zijn dat uw kleren?” In mijn
achterhoofd had ik het voornemen om de grens te trekken bij eventuele wensen om
in kasten en laden te kijken. Nu werd daar ook niet naar gevraagd, maar de
dames deden geen enkele inspanning om uit te leggen wat wel en niet mocht. In
mijn slaapkamer staan mappen met allerlei knipsels: “Is dat uw administratie?”
“Nee” “Mag ik dan uw echte administratie zien?” “Welke
administratie bedoelt u?” “Uw financiële administratie.” En hop, daar geef je dan maar de
bankafschriften uit de la (die overigens gekopieerd en wel over de afgelopen
drie maanden reeds via het CWI ingeleverd waren) Je
voelt druk en je wilt er eigenlijk gewoon maar vanaf wezen, dus als de dames in
een kastje hadden willen kijken had ik het waarschijnlijk gewoon toegestaan. Op
een gegeven moment begon ik wat te zuchten en op mijn stoel te schuiven. “U vind dit niet prettig? Waarom niet?” Dit niet als gewone
vraag van mens tot mens, waarop iets zou kunnen volgen in de trant van: “Sorry,
we doen ook maar ons werk.”
Nee; echt als doorvraagtechniek, om te kijken of er nog
informatie voor het een of ander te halen viel. Voor ze weg gingen, moest ik
een handgeschreven verhaal ondertekenen.
Ik was de rest van de
dag van de leg. Ik moest voor mezelf toegeven dat ik dit als zeer intimiderend
had ondervonden en zal wel niet de enige zijn. Vervolgens besloot ik eens
nadere informatie in te winnen en moest vaststellen dat niemand in Amsterdam precies leek te weten
wat nu wel en niet mag bij huisbezoeken. Zeker is wel dat het nog maar sinds
enkele maanden in geheel Amsterdam toegepast wordt, na een proefperiode in een
deel van de stad. Mijn ervaringen betreffen het huisbezoek bij de
aanvraagprocedure, maar ik heb begrepen dat momenteel alle
uitkeringsgerechtigden van de GSD Amsterdam op onverwachte huisbezoeken mogen
rekenen. Het schrikeffect moet kennelijk zo groot mogelijk zijn en als een
reinigende golf door de samenleving gaan. Voor de nabije toekomst liggen er plannen
klaar om standaard iedere uitkeringstrekker twee maal per jaar thuis te
bezoeken. Men is voornemens om hiertoe 150 extra medewerkers op te leiden.
Laat ik mij echter
beperken tot mijn eigen ervaring; het huisbezoek in de aanvraagprocedure. Twee
punten storen mij enorm:
Overigens belde ik
een week later de GSD, alwaar het rapport van de
dames ontvangen was. Ik kreeg te horen dat ze een positief rapport hadden
opgemaakt, dat een positief besluit het meest waarschijnlijk was, al kon ik er
nog niet 100% van uitgaan omdat er nog een formele goedkeuring elders moest
volgen, maar dat als alles meezat, er eind november geld gestort zou worden. Mocht ik
het tot die tijd niet trekken, dan kon ik een aanvraag indienen voor een
nooduitkering. Het is dat ik weer zelf belde, want ten tijde van dit schrijven
is het 22 november en heb ik nog steeds niet ook maar
één brief van de GSD gehad.
Dat zit mij
bijzonder dwars: wel controleurs langs de deur sturen, maar een brief waarin je
überhaupt te horen krijgt dat jij bestaat en dat de GSD ook heus bestaat heb ik
nog nooit gezien. Ik zit inmiddels drie maanden zonder uitkering (lang leve het
flexibel krediet van mijn bank) en heb zojuist mijn
ziekenfonds moeten zien te overtuigen dat ik echt, waarschijnlijk over een
week, zwart op wit een bewijs zal krijgen dat ik een uitkering krijg.
Ik ben best voor
controle en een zakelijke benadering, maar met alle respect: ik voel mij gewoon
niet als mens behandeld. Nog even en we lezen in de krant dat
een of andere controleur misbruik van zijn positie heeft gemaakt. Het
wordt hoog tijd dat paal en perk wordt gesteld aan wat wel en niet kan bij
huisbezoeken. Iets doen aan bovengenoemde twee punten is stap één.
Toch volstaat dat
niet. Fundamenteler lijkt mij na te denken over het uitgangspunt dat de staat
niet zomaar het hele jaar door bij burgers het huis binnen kan lopen. Of willen
wij tweederangsburgers creëren door
uitkeringsgerechtigden te verplichten het hele jaar door van ’s ochtends vroeg
tot ’s avonds laat hun deur te kunnen openen voor
mensen met pasjes?