Optreden Sociale Dienst in Amsterdam
Onlangs ondernam de ombudsman in Amsterdam procedurele stappen over
het optreden van de Sociale Dient (CWI) Amsterdam tegen een psychiatrisch
patiënt waarbij voor de derde keer de uitkering werd stopgezet ondanks
bemoeienis van de medewerkers van de Geestelijke Gezondheidszorg om
dit te voorkomen. (Bron AT5). Vraag aan Toon Vriens, de coördinator
van de helpdesk van Stichting Pandora of dit vaker voorkomt.
Regelmatig worden wij gebeld door mensen die klachten hebben als angsten,
depressies, mensen die stemmen horen of denken dat de wereld tegen hen
samenspant. Wij weten dat deze mensen vaak de buitenwereld buitensluiten
en dat is veelal puur om te kunnen overleven. Ook hulpverleners weten
dat veel mensen met een psychiatrische ziekte wel graag contact willen
maar het er óók moeilijk mee heeft. Door hun klachten zal een aantal
mensen met psychiatrische problemen de deur niet opendoen en vergen
bezoeken aan de sociale dienst als een grote inspanning.
De sociale dienst is voor veel van deze psychiatrische patiënten en
hun hulpverleners een slechte gesprekspartner. In de afgelopen jaren
lijkt controle en straf de boventoon te voeren bij het beleid van het
CWI. De zorg voor de zwakste groep in de samenleving, óók een taak van
het CWI lijkt daaronder te lijden. Zo klagen zowel cliënten als hulpverleners
dat administratieve procedures van de dienst bijzonder omslachtig zijn
en dat veel gedreigd wordt met korting en stopzetting van de uitkering.
Dat cliënten vaak van het kastje naar de muur worden gestuurd en bijvoorbeeld
drie keer terug naar huis om te zoeken naar een document. Brieven gaan
vaak vergezeld van een waarschuwing dat de uitkering wordt gekort of
stopgezet als niet aan de eisen wordt voldaan. Recentelijk, in haar
nieuwsbrief van Augustus 2004 kondigt de dienst aan dat ze onverwacht,
onaangekondigd huisbezoeken gaan afleggen. De consequenties hiervan
of van toevallig niet huis zijn worden niet toegelicht. Ook niet hoe
ambtenaren zich moeten legitimeren. Van zo' n aankondiging van de sociale
dienst kun je verwachten dat het bij mensen met psychiatrische problemen
ontreddering en wanhoop veroorzaakt. Het is opnieuw een voorbeeld van
je niet verplaatsen in de problemen van mensen met psychiatrische problematiek.
In navolgend voorbeeld legt een cliënt van de sociale dienst, die psychiatrische
problemen heeft, uit wat voor haar de gevolgen zijn:
Cliënt, 46 jaar, moeder van een zoon van 12:
Dan weer ben je bezig om een machtiging voor een betaling die ik
heb gegeven en die zij niet kunnen vinden te achterhalen. Je ontvangt
daar dreigbrieven over. Als je vervolgens bij de ambtenaar bent kan
die weer niets achterhalen omdat de "systemen niet gekoppeld zijn".
Ondertussen blijven de dreigementen doorgaan.
Onlangs stond er in de nieuwsbrief van de sociale dienst dat ik onverwachts
controle kan verwachten. Wat betekent dat? Dat er iemand op de deur
staat te bonken? Ben je verplicht die binnen te laten? Ik laat nooit
iemand zomaar binnen. Wat moet ik doen of laten als zo iemand komt?
Al verschillende keren hebben de problemen met de sociale dienst bij
mij geleid tot zelfmoordgedachten. Ik kan niet zonder de steun van een
verpleegkundige die de meeste problemen op een nuchtere manier aanpakt
en mij gerust stelt. Maar in feite zouden de medewerkers van de Sociale
dienst in staat moeten zijn om te snappen wie zij voor zich hebben en
bereid zijn zich enigszins in je situatie te verdiepen.
Ik heb al verschillende keren geprobeerd bijzonder bijstand te krijgen.
Bijvoorbeeld de telefoonkosten voor het bellen met een mobiel nummer
van de crisisdienst. Mij is dat nooit gelukt, terwijl het aanzienlijk
kosten zijn die nergens worden vergoed. Ik kan me niet voorstellen dat
er een nuttigere besteding te vinden is dan voor enkele tientjes per
maand iemand op de been te houden. (Helpdesk
Pandora, augustus 2004).