Naar aanleiding
van uw bovenvermelde brief bericht ik u het volgende.
Medio februari van dit jaar heb ik
ingestemd met de aanpak van de directie van de Sociale Dienst om het
huisbezoek als onderdeel van de totale beoordeling van de recht- en
doelmatigheid van de uitkering in te brengen.
Een goede uitvoering van de Wet Werk
en Bijstand (WWB) vraagt om een effectieve controle, waarbij instroom
in de uitkering zoveel mogelijk beperkt dient te worden en verblijf
in de uitkering zo kort mogelijk dient te zijn. In dit kader past het
om huisbezoeken zowel preventief als repressief in te zetten. Onderzoeken
wijzen uit dat het ontbreken van fysieke controles de mogelijkheid van
fraude open laat.
De resultaten bij huisbezoeken die
worden verricht bij aanvragen levensonderhoud geven dat eens te meer
aan. Een substantieel deel van de aanvragen wordt afgewezen op grond
van een onjuiste opgave van de woon- en/of gezinssituatie. Omdat deze
sluitende aanpak voorheen slechts bij uitzondering werd toegepast, mag
worden verondersteld dat een aantal klanten ten onrechte een uitkering
ontvangt.
Ik acht het daarom noodzakelijk een
uitgebreide controle door middel van huisbezoeken toe te passen. Ik
baseer mij daarbij op art. 53a van de Wet Werk en Bijstand. Daarbij
houd ik rekening met art. 8 van de Europese Verklaring van de rechten
van de Mens alsmede de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) als uitwerking
van art.10 van de Grondwet. De strekking daarvan is dat inbreuk op de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer niet is geoorloofd, tenzij
de noodzaak aanwezig is en de regels van de Wbp worden nageleefd
Niettemin realiseer ik mij dat het
huisbezoek een gevoelig onderwerp is.
Bij de aanpak was en is mijn belangrijkste
zorg dan ook te garanderen, dat de medewerkers die de huisbezoeken verrichten
professioneel omgaan met de klanten tijdens het huisbezoek. Hiertoe
is een aantal waarborgen ingebouwd, waaronder het juridisch kader rond
de huisbezoeken (waarvan u in het bezit bent), dat tot stand is gekomen
na advies van de gemeente advocaat en de afdeling Juridische Zaken van
de Sociale Dienst, als ook werkvoorschriften en opleidingen voor de
medewerkers die de huisbezoeken verrichten.
Dit kader geldt alleen met betrekking
tot klanten die een uitkering ontvangen. Het kader met betrekking tot
klanten die een uitkering aanvragen geeft wettelijk ruimere mogelijkheden.
Het komt erop neer dat de klant verplicht kan worden mee te werken aan
het huisbezoek om de juistheid van de aanvraag van levensonderhoud vast
te kunnen stellen. Een belangrijke mogelijkheid om de door de klant
verstrekte gegevens omtrent de woon- en/of gezinssituatie te verifiëren
is het huisbezoek.
Ik heb er ten volle begrip voor dat
u opkomt voor de belangen van de klanten van de Sociale dienst. Dat
is ook mijn belang. Het is echter mijn taak om dat belang te beperken
tot de klanten die rechtmatig een beroep doen op bijstand. Ik ga ervan
uit dat u dit met mij deelt.
Met vriendelijke groet,
A. Aboutaleb
Wethouder Werk en Inkomen
|