Bijlage
Cijfers en resultaten “De Poort “
3e kwartaal 2004
Sociale Dienst Amsterdam
poortwachtersfunctie
Sinds het jaar 2003 wordt
bij de dienst de 'poortwachtersfunctie' verscherpt uitgevoerd. Dit houdt
in een verscherpte toetsing van de rechtmatigheid bij aanvragen levensonderhoud,
de ondersteuning daarbij van handhavingsspecialisten en toepassing van
het instrument huisbezoek. In het jaar 2003 leidde deze aanpak tot een
geleidelijke daling van het percentage toekenningen op het aantal aanvragen
levensonderhoud, nl. van 69 % tot 60 %, zoals uit onderstaande tabel
blijkt.
In het jaar 2004 heeft deze
daling zich voortgezet, en wel tot 53 % in het derde kwartaal 2004.
Uit deze tabel blijkt verder, dat het aantal aanvragen levensonderhoud
dat met een formeel besluit moet worden afgehandeld, in 2004 belangrijk
is gedaald. De intensieve behandeling van deze aanvragen heeft mogelijk
geleid tot een afname van het aantal personen dat de aanvraag formeel
indient, cq doorzet.
Het aantal toekenningen is
gedurende het derde kwartaal van 2004 nominaal lager in vergelijking
met de voorafgaande kwartalen (zie tabel).
De poortwachtersfunctie wordt
tijdens de aanvraagbehandeling levensonderhoud in het bijzonder uitgeoefend
door Controle & Opsporing, onderdeel van de afdeling Handhaving.
In het derde kwartaal van 2004 is het volgende gebleken:
- in de regio's waar Controle & Opsporing deelnam
aan de behandeling van nieuwe aanvragen levensonderhoud was het percentage
afwijzingen/intrekkingen gelijk aan 52% van het totale aantal aanvragen
dat met een besluit werd afgesloten; het betrof de regio's Zuid-Oost,
Noord, Oud-West en Nieuw West.
b.
In deze regio's steeg het percentage afwijzingen/intrekkingen van 35
% (derde kwartaal 2003) naar de genoemde 52 % (derde kwartaal 2004).
Ook ten opzichte van het eerste kwartaal 2004 (45%) steeg het percentage.
c.
in regio's waar de behandeling van nieuwe aanvragen levensonderhoud
plaatsvond zonder deelname van Controle & Opsporing was het
percentage afwijzingen/intrekkingen gelijk aan 40 % (derde kwartaal
2004); het betrof hier de regio's Centrum, Oost en Zuid.
d.
In deze regio's steeg het percentage afwijzingen/intrekkingen eveneens,
en wel van 36 % (derde kwartaal 2003) naar de genoemde 40 % (derde kwartaal
2004).
De volgende tabel brengt deze
cijfers in beeld. Tevens is het effect toegevoegd voor de dienst als
geheel. Door het hanteren van de nieuwe poortwachtersfunctie in vier
regio's steeg bij de dienst als geheel het percentage afwijzingen/intrekkingen
van 35% (derde kwartaal 2003) naar 47% (derde kwartaal 2004).
Bij Regio Zuid geldt vanaf
17 augustus 2004
het nieuwe marktpleinproces ("De Poort") bij de aanvraag voor
een nieuwe uitkering levensonderhoud; een toekenning vindt sindsdien
uitsluitend plaats na huisbezoek.
Regio Zuid is dus feitelijk
in de loop van het derde kwartaal overgegaan van "regio's zonder
deelname van C&O" naar "regio's mét deelname van C&O".
In verband met vergelijkbaarheid van de gegevens is in deze rapportage
de regioverdeling van de tabel nog gehandhaafd.
De conclusie naar aanleiding
van de bovenvermelde cijfers is, dat de verscherpte invulling van de
poortwachtersfunctie leidt tot een relevante toename van het aantal
afwijzingen.